ECLI:NL:RBUTR:2012:BW4409

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
20 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/440733-10
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Valsheid in geschrift en verduistering door een controller

Op 20 maart 2012 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van valsheid in geschrift en verduistering. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 9 mei 2008 te Renswoude een schriftelijk verzoek tot opname van een geldbedrag uit een premiedepot valselijk heeft opgemaakt door de handtekening van zijn ex-vrouw te vervalsen. Dit verzoek was bedoeld om een bedrag van € 5.000,00 op te nemen, en de verdachte heeft dit geschrift met het oogmerk om het als echt te gebruiken ingediend bij Reaal Levensverzekeringen. Daarnaast heeft de verdachte in de periode van 6 augustus 2009 tot en met 2 oktober 2009 opzettelijk geldbedragen van in totaal € 51.160,72 verduisterd die toebehoorden aan zijn werkgever, terwijl hij deze bedragen uit hoofde van zijn functie als controller onder zich had.

De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten, maar achtte de bewezenverklaring van de valsheid in geschrift en verduistering wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de bekennende verklaring van de verdachte en de aangiften van de benadeelden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan ernstige strafbare feiten die aanzienlijke financiële schade hebben veroorzaakt voor de betrokkenen.

Bij de strafoplegging heeft de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden opgelegd, met een proeftijd van 2 jaar, en een werkstraf van 180 uur. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder reclasseringstoezicht en een behandelverplichting in een forensisch psychiatrische polikliniek. De benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, met de mogelijkheid om deze bij de burgerlijke rechter aan te brengen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
parketnummers: 16/440733-10; 16/712459-10 (ter terechtzitting gevoegd) [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 20 maart 2012
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1970] te [geboorteplaats]
zonder bekende woonplaats in Nederland
verblijvende op Texel, bereikbaar op telefoonnummer [telefoonnummer]
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 6 maart 2012, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
Ter terechtzitting zijn overeenkomstig artikel 285 van het Wetboek van Strafvordering de zaken onder voormelde parketnummers gevoegd.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
parketnummer 16/440733-10: valsheid in geschrift heeft gepleegd door de handtekening van zijn echtgenote te vervalsen;
parketnummer 16/712459-10 primair: € 51.160,72 heeft verduisterd;
subsidiair € 51.160,72 heeft gestolen.
3 De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen reden is voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en baseert zich daartoe op de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen waaronder de bekennende verklaring van verdachte.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
parketnummer 16/440733-10
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen gelet op :
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de terechtzitting van
6 maart 2012 ;
- de aangifte van [benadeelde 1] .
parketnummer 16/712459-10 primair
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen gelet op :
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de terechtzitting van
6 maart 2012 ;
- de aangifte van [benadeelde 2] .
4.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
parketnummer 16/440733-10
op 9 mei 2008 te Renswoude een schriftelijk verzoek met betrekking tot opname van een geldbedrag uit premiedepot - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt, immers heeft verdachte valselijk, namens zijn (ex)vrouw [benadeelde 1], een schriftelijk verzoek ingediend bij Reaal Levensverzekeringen tot opname van onder andere Euro 5.000,00 uit de premiedepot nummer [nummer] op naam van
[benadeelde 1] inzake polisnummer [nummer] en dit verzoek voorzien van een valse handtekening van [benadeelde 1], zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
parketnummer 16/712549-10
primair
in de periode van 6 augustus 2009 tot en met 2 oktober 2009 te Breukelen opzettelijk geldbedragen van 46.810,72 euro en 4.350,00 euro, die toebehoorden aan RDC Books & More B.V. en The Readshop II B.V. en welk geld verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking als controller en afdelingshoofd onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5 De strafbaarheid
5.1 De strafbaarheid van de feiten
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert de navolgende strafbare feiten op.
parketnummer 16/440733-10: valsheid in geschrift;
parketnummer 16/712549-10: verduistering, gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft, meermalen gepleegd.
5.2 De strafbaarheid van verdachte
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
6 De strafoplegging
6.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand met een proeftijd van 2 jaar met als bijzondere voorwaarden reclasseringstoezicht, een meldingsgebod en een behandelverplichting. Tevens heeft de officier van justitie gevorderd aan verdachte een werkstraf op te leggen van 180 uur, te vervangen door 90 dagen hechtenis.
6.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging kan zich vinden in de eis van de officier van justitie.
6.3 Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de op te leggen straffen heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte.
Wat betreft de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het vervalsen van de handtekening van zijn ex-vrouw en op die manier een geldbedrag van € 7.500,00 van haar depot laten overboeken naar zijn eigen rekening. Verder heeft hij ruim € 50.000,00 bij zijn werkgever verduisterd. Door het plegen van deze strafbare feiten heeft verdachte de betrokkenen aanzienlijke financiële schade berokkend. Verdachte heeft in het geheel geen rekening gehouden met de gevolgen van zijn gedrag en heeft alleen maar gedacht aan zijn eigen financiële gewin. De rechtbank rekent het verdachte bovendien zwaar aan dat hij misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen dat zijn (ex-)vrouw en zijn werkgever in hem hebben gesteld.
Gelet op de aard en de ernst van deze feiten acht de rechtbank in beginsel een gevangenisstraf een passende straf.
De rechtbank heeft in het kader van de persoon van verdachte acht geslagen op het volgende:
- een verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 5 januari 2012, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld.
- een verdachte betreffend reclasseringsrapport d.d. 27 februari 2012, waarin geconcludeerd wordt dat op grond van het recidiverisico, de criminogene factoren en de interventies in het verleden, naast een voorwaardelijk gevangenisstraf een toezicht op bijzondere voorwaarden met gedragsinterventie en behandeling geïndiceerd is. De rechtbank neemt deze conclusie over en maakt deze tot de hare.
Alles overwegend acht de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf en een werkstraf van 180 uur passend en geboden. Om verdachte ervan te weerhouden om weer (soortgelijke) strafbare feiten te plegen, acht de rechtbank een zwaardere stok achter de deur noodzakelijk dan door de officier van justitie is gevorderd. Aan verdachte zal dan ook worden opgelegd een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden. Als bijzondere voorwaarden zullen worden opgelegd: reclasseringstoezicht, een meldingsgebod en een behandelverplichting zoals is geadviseerd in bovengenoemd reclasseringsrapport. Aan verdachte zal een proeftijd worden opgelegd van 2 jaar.
7 De benadeelde partij
De benadeelde partij [benadeelde 1] vordert een schadevergoeding van € 8.475,47 voor het feit ten laste gelegd onder parketnummer 16/440733-10.
De rechtbank is van oordeel dat de behandeling van de vordering van de benadeelde partij een onevenredige belasting van het strafproces oplevert. De benadeelde partij zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering. Zij kan haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
8 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 9, 22c, 22d, 14a, 14b, 14c, 14d, 57, 225, 322 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
9 De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 16/440733-10: valsheid in geschrift;
parketnummer 16/712549-10: verduistering, gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft, meermalen gepleegd
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 2 (twee) maanden, voorwaardelijk met een proeftijd van 2 (twee) jaar;
- bepaalt dat de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit of (één van) de bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- bepaalt dat verdachte gedurende deze proeftijd ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- stelt als bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens Reclassering Nederland;
* meldingsgebod.
Verdachte moet zich houden aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde. Daartoe moet verdachte zich binnen 7 dagen volgend op het onherroepelijk worden van het vonnis melden bij Reclassering Nederland, locatie Alkmaar.
Hierna moet hij zich gedurende door Reclassering Nederland bepaalde perioden blijven melden zo frequent als Reclassering Nederland gedurende deze perioden nodig acht;
* behandelverplichting.
Gezien de directe samenhang van de probleemhantering met het criminele gedrag van verdachte wordt hij verplicht om zich hiervoor ambulant te laten behandelen in een forensisch psychiatrische polikliniek.
- draagt deze reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden;
- veroordeelt verdachte tot een werkstraf van 180 uren;
- beveelt dat indien verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 90 dagen;
Benadeelde partij
- verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van verdachte, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M.J.I. Baauw-de Bruijn, voorzitter, mr. J.M. Bruins en mr. J. Ebbens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. P.A.B. Kleemans, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 20 maart 2012.