ECLI:NL:RBUTR:2012:BW4389
Rechtbank Utrecht
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van een rechter in een civiele procedure
In deze zaak heeft verzoekster op 6 maart 2012 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. [rechter], die belast was met de behandeling van een civiele zaak. Dit verzoek volgde op de terugtrekking van de president van de rechtbank, mr. H. Uniken Venema, die zich op 16 februari 2012 had teruggetrokken na een schrijven van de advocate van verzoekster. Verzoekster stelde dat mr. Uniken Venema de schijn van partijdigheid had gewekt, wat leidde tot de noodzaak om een andere rechter aan te wijzen. Verzoekster vreesde dat mr. [rechter] niet onpartijdig zou zijn, gezien haar directe betrokkenheid bij de president van de rechtbank.
De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek vond plaats op 3 april 2012. Tijdens deze zitting verklaarde mr. [rechter] dat zij op 6 maart 2012 wegens vakantie afwezig was en het faxbericht van verzoekster pas na haar terugkeer had kunnen lezen. Mr. [rechter] gaf aan geen reden te zien om zich te verschonen en dat zij een onafhankelijke rechter is die niet in dienst is van de president. De rechtbank overwoog dat de betrokkenheid van mr. [rechter] bij de president geen reden gaf om aan haar onpartijdigheid te twijfelen.
De rechtbank concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de vrees van verzoekster voor vooringenomenheid objectief gerechtvaardigd maakten. Het verzoek tot wraking werd dan ook afgewezen. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 17 april 2012 door de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken, bestaande uit de rechters P. Bender, P.S. Elkhuizen-Koopmans en B.J. van Ettekoven.