ECLI:NL:RBUTR:2012:BW3572
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.W.G. de Beer
- E.A. Messer
- J.P. Killian
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot tenuitvoerlegging van voorwaardelijke gevangenisstraf met gedeeltelijke omzetting naar taakstraf
Op 27 maart 2012 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 16/711549-09, waarin de rechtbank de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf afwijst. De veroordeelde was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en bijzondere voorwaarden. De officier van justitie verzocht om de voorwaardelijke straf gedeeltelijk ten uitvoer te leggen, maar de rechtbank oordeelt dat de veroordeelde, ondanks het overtreden van de voorwaarden, zich in een positieve ontwikkeling bevindt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde na een periode van problemen nu werk en een woning aan het opbouwen is. Gezien deze omstandigheden en de lange duur van de procedure, besluit de rechtbank om de vordering van de officier van justitie slechts gedeeltelijk toe te wijzen. De rechtbank gelast de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf voor een gedeelte van drie maanden en vervangt dit door een taakstraf van 120 uren. De rechtbank wijst de overige vorderingen van de officier van justitie af. De beslissing is genomen na een zitting op 13 maart 2012, waarbij de officier van justitie, de veroordeelde en zijn raadsman aanwezig waren. De rechtbank heeft gelet op artikel 14g van het Wetboek van Strafrecht en heeft de uitspraak openbaar gedaan op 27 maart 2012.