ECLI:NL:RBUTR:2012:BW3310
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.E. Kruijff-Bronsing
- P.W.G. de Beer
- J.P. Killian
- Rechtspraak.nl
Diefstal door twee of meer verenigde personen met braak in bedrijfspand te Utrecht
Op 17 april 2012 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 15 januari 2012 samen met een mededader heeft ingebroken in een bedrijfspand in Utrecht. De verdachte heeft zich de toegang tot het pand verschaft door middel van braak en heeft drie laptops weggenomen, toebehorende aan een grafisch ontwerpbureau. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 80 dagen voor diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf door middel van braak is verkregen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van een tweede ten laste gelegd feit wegens gebrek aan bewijs.
De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de omstandigheden waaronder het feit is begaan, de ernst van de inbraak en de impact op de slachtoffers. De verdachte heeft aangegeven zijn leven te willen beteren en heeft geen reclasseringstoezicht opgelegd gekregen, omdat de rechtbank geen directe aanleiding zag om dit te doen. De officier van justitie had een schadevergoeding van € 500,- gevorderd, welke door de rechtbank is toegewezen, omdat dit bedrag als voldoende aannemelijk werd beschouwd. Voor het overige deel van de schadevergoeding is de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard, met de mogelijkheid om dit bij de burgerlijke rechter aan te brengen.
De rechtbank heeft ook de schademaatregel opgelegd en de wettelijke rente toegewezen vanaf het moment van het gepleegde feit. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de rechtbank de verdachte als strafbaar heeft verklaard en de tijd in voorarrest in mindering heeft gebracht op de opgelegde gevangenisstraf. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 24c, 36f, 47, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde feit.