ECLI:NL:RBUTR:2012:BW1734
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering invaliditeitspensioen door Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid
In deze zaak vorderde de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (SBB) terugbetaling van een invaliditeitspensioen dat ten onrechte aan de gedaagde was uitgekeerd. De kantonrechter oordeelde dat SBB onaanvaardbaar handelde door de gedaagde te houden aan zijn verplichting tot terugbetaling van het invaliditeitspensioen dat over de periode van april 2002 tot en met oktober 2008 onverschuldigd was uitbetaald. De gedaagde had gerechtvaardigd vertrouwen gehad dat hij recht had op het invaliditeitspensioen, mede door de jaarlijkse opgaven van SBB en de omstandigheden waaronder hij een hypothecaire verplichting was aangegaan. De kantonrechter benadrukte dat de gedaagde niet op de hoogte was van het feit dat hij geen recht had op het pensioen, en dat SBB in 2002 al op de hoogte was van de onterechte uitbetaling, maar dit niet tijdig had gecorrigeerd. De rechter concludeerde dat de vordering van SBB niet kon worden toegewezen en wees de vordering af, waarbij SBB werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de gedaagde.