ECLI:NL:RBUTR:2012:BW1429
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Schuld van verdachte aan beschadiging door brandstichting op bedrijventerrein Calveen
In deze strafzaak heeft de rechtbank Utrecht op 6 april 2012 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van brandstichting in een zeecontainer, toebehorende aan Gardo Babyshop, te Amersfoort. De feiten vonden plaats op of omstreeks 7 november 2011, waarbij de verdachte opzettelijk en wederrechtelijk de container heeft beschadigd door brand te stichten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de beschadiging van een goed door brandstichting, wat heeft geleid tot een gevoel van onveiligheid voor de gebruikers van het bedrijventerrein. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de verdachte de brand heeft gesticht, er geen wettig bewijs was voor het primair ten laste gelegde feit van brandstichting met gemeen gevaar voor goederen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het primair ten laste gelegde, maar achtte het subsidiair ten laste gelegde feit van beschadiging wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank legde een werkstraf op van 80 uren, waarvan 46 uren voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarden verplicht reclasseringscontact en behandeling bij een forensisch psychiatrische instelling. De rechtbank hield rekening met de psychische problematiek van de verdachte, die op zwakbegaafd niveau functioneert en verminderd toerekeningsvatbaar werd geacht. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren.