Aan medeverdachte [medeverdachte] is met ingang van 29 september 1998 een bijstandsuitkering naar de norm van een alleenstaande ouder toegekend, onder de verplichting om wijzigingen in haar persoonlijke en financiële omstandigheden of in haar gezinssituatie direct door te geven aan de verstrekker van de uitkering. Medeverdachte heeft de uitkering aangevraagd omdat zij door haar man, verdachte, was verlaten, hij geen financiële bijdrage meer aan het gezin leverde en haar ziektewetuitkering was geëindigd en een aanvraag voor WAO-uitkering was afgewezen.
Voorts is gebleken dat de medeverdachte in de periode vanaf 25 oktober 1999 tot en met 23 maart 2007 op de door haar ondertekende en ingeleverde inkomstenformulieren telkens heeft ingevuld dat zich geen wijziging in haar woonsituatie, gezinssamenstelling of burgerlijke staat heeft voorgedaan. Ook zijn de formulieren niet mede ingevuld en ondertekend door de partner, zoals voor gehuwden of personen die op andere wijze samenleven verplicht is.
Medeverdachte heeft op 13 juli 2007 een wijzigingsformulier ingeleverd omdat zij is verhuisd van [adres] naar het adres [adres]. Hierop heeft zij geen wijziging in het samenwonen met haar echtgenoot, verdachte, vermeld. Voorts heeft zij in de periode van 2007 tot en met 2010 diverse vormen van bijzondere bijstand aangevraagd zoals meermalen een langdurigheidstoeslag en bijzondere bijstand voor chronisch zieken waarbij zij geen opgave heeft gedaan van wijziging van haar leefsituatie.
Buurtonderzoek leverde de verklaring op van de buurvrouw op [adres], die al 19 jaar op dat adres woont en vertelt dat er op een gegeven moment een buitenlands gezin op nummer [nummer] kwam wonen, bestaande uit vader, moeder en drie kinderen. Zij herkent de man op de foto die haar wordt getoond als haar buurman en meent dat de man een WAO-uitkering had. De buurvrouw op [adres] verklaart dat op nummer [nummer] sinds 4 à 5 jaar een gezin woont en dat zij niet beter weet dan dat dit gezin bestaat uit vader, moeder en drie kinderen. De man heeft een blauwe Mercedes. Zij weet ook dat dit stel eerder op het [adres] heeft gewoond in een deel dat nu gesloopt is.
Er zijn waarnemingen verricht in de periode van 8 december 2009 tot en met 24 maart 2010. Uit deze waarnemingen ter plaatse blijkt dat de auto die op naam van verdachte staat, een Mercedes met het kenteken [kenteken], op diverse tijdtippen voor of in de directe nabijheid van de woning van de medeverdachte stond. Er zijn eveneens waarnemingen verricht in de periode van 18 oktober 2010 tot en met 22 oktober 2010 in de omgeving van het woonadres van de medeverdachte. Uit deze waarnemingen ter plaatse blijkt dat voornoemde auto in de ochtend en/of de avond voor of in de directe nabijheid van de woning van de medeverdachte stond. Er zijn nogmaals waarnemingen verricht in de periode van 21 januari 2011 tot en met 22 februari 2011. Uit deze waarnemingen ter plaatse blijkt dat genoemde Mercedes op diverse tijdstippen voor of in de directe nabijheid van de woning van de medeverdachte stond.
De verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij weet dat zijn vrouw een bijstandsuitkering ontvangt. Hijzelf ontvangt sinds 2000 aanvankelijk een gedeeltelijke WAO-uitkering, een WW-uitkering en ZW-uitkering en thans een volledige WAO-uitkering. Nadat hem door de verhorende verbalisant is uitgelegd wat het begrip “hoofdverblijf” inhoudt, verklaart hij dat hij wel kan zeggen dat eigenlijk al weer vanaf september 1998 zijn hoofdverblijf bij zijn gezin is geweest, dat hij wel eens een dag of een paar dagen weg was, maar altijd weer terug kwam.
De medeverdachte heeft bij de politie verklaard dat zij in 1997 ernstige conflicten kreeg omdat haar man veel alcohol gebruikte en gokschulden had gemaakt, en dat haar man toen enige tijd elders verbleef. Hij miste zijn kinderen en is om die reden teruggekomen. Hij is eigenlijk maar een paar dagen weggeweest en is altijd meeverhuisd. Zij wist dat haar man een ziektewetuitkering had. Haar man weet dat zij leeft van een bijstandsuitkering. Zij doen beiden boodschappen en zorgen beiden voor hun thuiswonende gehandicapte dochter.