ECLI:NL:RBUTR:2012:BV9359
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Y.M.J.I. Baauw-de Bruijn
- R.P. den Otter
- Y.A.T. Kruyer
- Rechtspraak.nl
Langdurige bijstandsfraude door opzettelijk nalaten van benodigde gegevens
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 1 maart 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die gedurende een periode van meer dan tien jaar bijstandsfraude heeft gepleegd. De verdachte heeft opzettelijk nagelaten om tijdig de benodigde gegevens te verstrekken aan de instantie die haar bijstandsuitkering verstrekte, terwijl zij wist dat deze gegevens van belang waren voor de vaststelling van haar recht op uitkering. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 29 november 2000 tot en met 15 februari 2011 een gezamenlijke huishouding voerde met een medeverdachte, zonder dit te melden aan de sociale dienst. Dit heeft geleid tot een onterecht ontvangen uitkering, die aanzienlijk hoger was dan wanneer zij had gemeld dat zij samenwoonde.
De rechtbank heeft de bewijsvoering van de officier van justitie gevolgd, die zich baseerde op informatie van de gemeente Utrecht, getuigenverklaringen en de verklaring van de medeverdachte. De verdediging voerde aan dat de verdachte er op basis van een rapport van de Sociale Dienst van 23 januari 2007 vanuit mocht gaan dat zij geen fraude had gepleegd, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet afdoet aan de bewezenverklaring van de gehele ten laste gelegde periode.
De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het opzettelijk nalaten van het verstrekken van noodzakelijke gegevens en heeft haar veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoonlijke situatie van de verdachte, waaronder haar leeftijd en gezondheidstoestand.