parketnummer: 16/604149-10 [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 19 maart 2012
[verdachte],
geboren op [1961] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres].
Raadsman mr. P.A. Visser, advocaat te Rotterdam.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 5 maart 2012, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
5 kinderpornografische films heeft verspreid, vervaardigd, ingevoerd, uitgevoerd en/of in zijn bezit heeft gehad.
3 De voorvragen
De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte de vijf ten laste gelegde kinderpornografische films in zijn bezit heeft gehad. De officier van justitie acht niet bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het verspreiden, vervaardigen, invoeren of uitvoeren van kinderpornografisch materiaal.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich eveneens op het standpunt gesteld dat slechts bewezen kan worden dat verdachte vijf kinderpornografische films in zijn bezit heeft gehad. De raadsman heeft er hierbij op gewezen dat verdachte van deze 5 kinderpornografische films zich er twee kan herinneren. De andere drie kinderpornografische films dienen volgens de raadsman als zogenaamde bijvangst te worden beschouwd. Verdachte zou van het bezit van deze films geen wetenschap hebben gehad.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak verspreiden/vervaardigen/invoeren/uitvoeren kinderporno
Uit het proces-verbaal van de politie maakt de rechtbank –evenals de raadsman en de officier van justitie- op dat niet is gebleken dat verdachte zich heeft bezig gehouden met het verspreiden, vervaardigen, invoeren en uitvoeren van kinderporno. De rechtbank zal verdachte daarvan dan ook vrijspreken.
Verdachte heeft op 16 september 2009 telefonisch contact gezocht met de politie en melding gedaan van het ontvreemden van een USB-stick. Verdachte deelde toen mede dat op deze USB-stick mogelijk kinderpornografisch materiaal zou staan.
Verdachte is vervolgens op 21 september 2009 naar het politiebureau te Nieuwegein gekomen en heeft toen verklaard dat hij thuis pornografisch materiaal had gedownload. Dit pornografisch materiaal had hij op een USB-stick geplaatst en zou ook filmpjes met jeugdigen bevatten. Deze USB-stick was begin september in handen gekomen van de heer [A], algemeen directeur van het bedrijf waar verdachte werkzaam was.
Op 14 oktober 2009 heeft voornoemde [A] tegenover de politie een verklaring afgelegd en heeft hij de door verdachte bedoelde USB-stick aan de politie overhandigd. Deze [A] verklaarde toen dat hij op 4 september 2009 werd gebeld door een medewerker, genaamd [B]. Deze [B] had een USB-stick op de grond gevonden, vlakbij de stoel van verdachte, die directeur was van die vestiging in Den Haag. Volgens [A] had [B] de USB-stick bekeken en er bleek een getuigschrift op te staan waaruit bleek dat deze stick van verdachte was. Daarnaast had [B] gezien dat er veel kinderporno op stond.
De door [A] overlegde USB-stick is door de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2], beiden gecertificeerd zedenrechercheur, onderzocht. Tijdens dit onderzoek werd vastgesteld dat er zich op de USB-stick vijf multimediafiles (videobestanden) werden aangetroffen, die aangemerkt konden worden als kinderpornografisch materiaal. Deze kinderpornografische bestanden zijn vermoedelijk tussen 27 april 2009 en 22 augustus 2009 op de digitale gegevensdrager (USB-stick) geplaatst. In elk geval zijn dit de data die in relatie tot deze videobestanden werden gezien. Voornoemde rechercheurs hebben de aangetroffen multimediafiles waarop kinderpornografisch materiaal te zien was als volgt beschreven.
• 01 (([naam].mpg
waarin meisjes, naar schatting tussen 12 en 15 jaar oud, volledig ontkleed zijn, poseren, terwijl enkelen hun schaamlippen spreiden en waarin een meisje een ander op de mond kust en later aan de vagina likt van een meisje;
• [02 [naam].mpg
waarin een naakt meisje van naar schatting tussen 9 en 11 jaar oud de penis in erectie van een volwassen man met een hand vast heeft en met haar mond om de top van de penis heen en weer gaande bewegingen maakt, waarin het meisje met hoofd en knieën op het bed leunt waarbij wordt ingezoomd op haar vagina en zij de schaamlippen spreidt en waarin het meisje op haar knieën voor de man zit, die masturbeert en in haar gezicht klaarkomt;
• [03 [naam]mpg
waarin een naakt meisje van naar schatting 10-12 jaar vastgebonden op een bank ligt, met gespreide bovenbenen zodat de vagina zichtbaar is, met bij het meisje een volwassen man wiens penis in erectie in de mond van het meisje is;
• [04 [naam].mpg
waarin een naakte jongen en meisje van naar schatting tussen 14 en 16 jaar oud geslachtsgemeenschap hebben en waarin later de jongen masturbeert totdat hij klaarkomt op de buik van het meisje;
• [05 [naam].mpg
waarin twee meisjes van naar schatting tussen 13 en 16 jaar oud, een slechts gekleed in een netpanty, een naakt met een openhangende badjas, waarbij het eerste meisje de penis in erectie van een volwassen man in de mond neemt en waarin de man de schaamlippen van het andere meisje uit elkaar spreidt, waarna daarop wordt ingezoomd.
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij weliswaar pornografisch materiaal op internet heeft gezocht en deze thuis in zijn woning in Houten heeft gedownload, maar dat hij nooit bewust naar kinderporno heeft gezocht en hij zich ook nooit bewust is geweest van de aanwezigheid van kinderpornografisch materiaal op de USB-stick.
De rechtbank acht deze verklaring van verdachte niet geloofwaardig, daar zelfs ingeval de titels van de betreffende bestanden niet zichtbaar zouden zijn geweest bij het downloaden, deze bij het overschrijven van de bestanden op de USB-stick zichtbaar moeten zijn geweest.
Titels als “..69 [naam]..”, “..[naam]..”, “..[naam]..” spreken in dit kader voor zich.
Dit geldt temeer nu de aan genoemde bestanden verschillende data zijn gekoppeld in de filelist: 27 april, 6 juni(2x) en 22 augustus(2x) 2009.
Bovendien heeft verdachte ter terechtzitting en eerder ook bij de politie verklaard dat hij een van de tenlastegelegde kinderpornografische bestanden heeft gezien en dat hij twijfelt over het gezien hebben van een ander kinderpornografisch bestand. Verdachte was zich dan ook terdege bewust van het op zijn USB-stick aangetroffen kinderpornografisch materiaal.
4.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
in de periode van 27 april 2009 tot en met 4 september 2009 te Houten, in elk geval in Nederland een gegevensdrager (te weten een USB-stick), bevattende films (te weten vijf filmpjes) in bezit heeft gehad, terwijl op die films seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit onder meer
- het naakt (laten) poseren van personen die kennelijk de leeftijd
van achttien jaar nog niet hebben bereikt, waarbij door het
camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose van die/de perso(o)n(en)
nadrukkelijk de (onblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden en
- het kussen op de mond en het likken van de vagina van een persoon die
kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt door een
persoon die eveneens kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft
bereikt
- het (laten) vasthouden en in de mond (laten) nemen van de stijve penis
van een volwassen man door een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien
jaar nog niet heeft bereikt en
- het naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de
leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, waarbij door het
camerastandpunt en/of de onnatuurlijke pose van die persoon
nadrukkelijk de onblote geslachtsdelen in beeld gebracht worden en
- het (door een volwassen man) masturberen boven en ejaculeren op het
lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet
heeft bereikt
- het naakt (laten) poseren van een vastgebonden persoon die kennelijk de
leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, waarbij door het
camerastandpunt en/of de onnatuurlijke pose van die vastgebonden persoon
nadrukkelijk de onblote geslachtsdelen in beeld gebracht worden en/of
- het in de mond (laten) nemen van de stijve penis van een volwassen man door
een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt
- het vaginaal penetreren met de penis door een persoon die
kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt van het
lichaam van een persoon die eveneens kennelijk de leeftijd van achttien jaar
nog niet heeft bereikt en
- het door een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet
heeft bereikt masturberen boven en ejaculeren op het lichaam van een
persoon die eveneens kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft
bereikt
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van personen die
kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, waarbij
door het camerastandpunt en de (onnatuurlijke) pose en de wijze van
kleden van die personen nadrukkelijk de onblote geslachtsdelen in
beeld gebracht worden en/of
- het (laten) vasthouden en het in de mond (laten) nemen van de stijve
penis van een volwassen man door een persoon die kennelijk de leeftijd van
achttien jaar nog niet heeft bereikt.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5.1 De strafbaarheid van het feit
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert het navolgende strafbare feit op:
Een gegevensdrager, bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij telkens iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben.
5.2 De strafbaarheid van verdachte
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
6.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen:
- een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand, met een proeftijd van 2 jaren;
- een werkstraf voor de duur van 120 uren subsidiair 60 dagen hechtenis.
6.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gewezen op de zijns inziens geringe hoeveelheid aangetroffen kinderpornografisch materiaal, op de ouderdom van de zaak en op de impact die de zaak heeft gehad op zowel het privé- als arbeidsleven van verdachte. De raadsman heeft verzocht om de zaak af te doen met een geldboete en indien de rechtbank dat nodig acht daarnaast eventueel nog een voorwaardelijk geldboete of een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.
6.3 Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de op te leggen straffen heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van de verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van kinderporno door kinderpornografische films te downloaden en vervolgens op te slaan op een USB-stick.
De rechtbank overweegt dat het bezit van kinderporno buitengewoon verwerpelijk is, met name omdat bij de vervaardiging van deze afbeeldingen kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. In veel gevallen lopen de kinderen die hieraan bloot worden gesteld psychische schade op, die ook vele jaren later nog diepe sporen nalaat. Verdachte heeft hierbij ten tijde van het plegen van de feiten kennelijk nimmer stilgestaan.
Verdachte heeft zich ter terechtzitting grotendeels gepresenteerd als slachtoffer, maar moet zich realiseren dat hij daarmee voorbij gaat aan het feit dat hij medeverantwoordelijk kan worden gehouden voor genoemd seksueel misbruik van kinderen. Door het downloaden van de kinderpornografische films heeft hij immers bijgedragen aan de totstandkoming van de vraag naar dergelijke films.
De rechtbank overweegt dat verdachte blijkens het uittreksel uit het justitieel documentatieregister van 2 februari 2012 niet eerder met justitie in aanraking is geweest voor het plegen van dit soort feiten of voor het plegen van andersoortige feiten.
Als strafverzwarende factoren neemt de rechtbank in overweging dat verdachte zich heeft beziggehouden met het downloaden van enkele schokkende kinderpornografische films. Zo was op een van de filmbestanden een meisje van naar schatting 9 tot 11 jaar oud te zien, die een volwassen man onder meer oraal moest bevredigen en waarbij de man ejaculeerde in het gezicht van het meisje.
Als strafverminderende factoren neemt de rechtbank in overweging dat niet is gebleken dat verdachte betaald heeft voor het downloaden van de films. Ook het grote tijdsverloop in deze zaak weegt de rechtbank mee ten gunste van verdachte, alsmede de -in verhouding met soortgelijke zaken- beperkte hoeveelheid aangetroffen kinderpornografisch materiaal. Voorts weegt de rechtbank mee dat verdachte door de ontdekking van het kinderpornografische materiaal op zijn USB-stick zijn baan als directeur heeft verloren. Daarbij komt dat verdachte meteen openheid van zaken heeft gegeven. Bovendien heeft verdachte ter terechtzitting en eerder tegenover de politie verklaard dat hij zich schaamt en heeft hij professionele hulp gezocht voor zijn problemen om zo herhaling in de toekomst te voorkomen. Verdachte is op deze laatstgenoemde punten oprecht op de rechtbank overgekomen.
De rechtbank is van oordeel dat met de door de verdediging verzochte geldboete onvoldoende recht wordt gedaan aan de ernst van het bewezenverklaarde.
De rechtbank acht gelet op hetgeen hiervoor is overwogen de voorwaardelijke gevangenisstraf alsmede de werkstraf -zoals door de officier van justitie gevorderd- passend en geboden.
7 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 240b van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
8 De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
een gegevensdrager, bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij telkens iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat de voorwaardelijke straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
* omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot een werkstraf van 120 uren;
- beveelt dat indien verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 60 dagen;
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J. Veldhuijzen, voorzitter, mr. M.J. Grapperhaus en mr. H.A. Brouwer, rechters, in tegenwoordigheid van J.J. Veldhuizen, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 19 maart 2012.