ECLI:NL:RBUTR:2012:BV9031
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- P. Wagenmakers
- J. Ebbens
- Z.J. Oosting
- Rechtspraak.nl
Ontnemingsvonnis inzake wederrechtelijk verkregen voordeel in strafzaak
In deze ontnemingszaak heeft de Rechtbank Utrecht op 13 februari 2012 uitspraak gedaan tegen een verdachte die door middel van afpersing een wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, geboren in 1990 en thans gedetineerd in P.I. Demersluis te Amsterdam, een voordeel heeft behaald van in totaal € 7.500,00. Dit bedrag is gebaseerd op twee afzonderlijke bedragen: € 5.000,00 verkregen door afpersing en € 2.500,00 door witwassen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die de ontneming van deze bedragen heeft geëist, toegewezen. De verdachte werd bijgestaan door zijn raadsvrouwe, mr. M.M. Helmers, die heeft verzocht om de vordering tot ontneming niet-ontvankelijk te verklaren, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen. De rechtbank heeft de bewijsvoering gebaseerd op verklaringen van de verdachte en getuigen, alsook op het proces-verbaal van politie. De rechtbank heeft de wettelijke grondslag voor de ontneming gegrond verklaard op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht. De uitspraak is gedaan in een openbare terechtzitting, waarbij de rechtbank de beslissing heeft genomen op basis van de gepresenteerde bewijsmiddelen en de standpunten van zowel de officier van justitie als de verdediging.