parketnummer: 16/601054-11 [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 20 februari 2012
[verdachte]
geboren op [1939] te [geboorteplaats]
gedetineerd in PI Utrecht – Huis van Bewaring locatie Nieuwegein te Nieuwegein
raadsman mr. R. Walet, advocaat te Amersfoort
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 6 februari 2012, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1: een groot aantal kinderpornografische afbeeldingen en films in zijn bezit heeft gehad danwel heeft verspreid en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en dat verdachte van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
feit 2: in de periode van 23 maart 2001 tot en met 22 maart 2006 ontuchtige
handelingen heeft gepleegd met de aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde [slachtoffer 1], die toen jonger dan 16 jaar was ;
feit 3: in de periode van 25 maart 2003 tot en met 24 februari 2010 ontuchtige handelingen heeft gepleegd met de aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde [slachtoffer 2], die toen jonger dan 16 jaar was;
feit 4: in de periode van 13 maart 1992 tot en met 12 maart 2001 ontuchtige handelingen
heeft gepleegd met de aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde [slachtoffer 3], die
toen jonger dan 16 jaar was;
feit 5: in de periode van 1 oktober 2002 tot en met 25 november 2007 ontuchtige
handelingen heeft gepleegd met de aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde [slachtoffer 4], die toen jonger dan 16 jaar was en/of ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer 4], toen hij ouder was dan 16 jaar doch minderjarig en toevertrouwd aan zijn zorg en waakzaamheid.
3 De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaken, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde kinderpornografische afbeeldingen in zijn bezit heeft gehad en deels heeft vervaardigd, alsmede dat verdachte van dat misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
Voorts acht de officier van justitie wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van het ontuchtige handelingen met [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4].
4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen van het onder 1 ten laste gelegde bezit en vervaardigen van kinderpornografische afbeeldingen, nu verdachte nimmer de intentie heeft gehad kinderpornografische afbeeldingen te maken en bovendien van een aantal in de tenlastelegging genoemde afbeeldingen niet gezegd kan worden dat deze kinderpornografisch zijn.
Ten aanzien van de aan verdachte ten laste gelegde ontuchtige handelingen, onder de feiten 2 tot en met 5, is de raadsman eveneens van oordeel dat deze, met uitzondering van de handelingen ten aanzien van [slachtoffer 4], niet wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard, nu de handelingen niet als ontuchtig zijn aan te merken en verdachte ook geen ontuchtige bedoelingen heeft gehad.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van feit 1:
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van
1 januari 1994 tot en met 28 oktober 2011 265.283 foto’s met hierop kinderpornografische afbeeldingen, ongeveer 84 dia’s met hierop kinderpornografische afbeeldingen en een aantal afgedrukte foto’s met kinderpornografische afbeeldingen in zijn bezit heeft gehad, die deels door hem zijn vervaardigd, alsmede dat verdachte een aantal afbeeldingen met kinderpornografische afbeeldingen in boeken/magazines/tijdschriften en 117 kinderpornografische filmbestanden in zijn bezit heeft gehad. Ook acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte van deze misdrijven een gewoonte heeft gemaakt. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Op 24 februari 2010 vond in de woning van verdachte aan [adres] te [woonplaats] een doorzoeking plaats . In de woning van verdachte werden diverse digitale gegevensdragers in beslag genomen. Op deze digitale gegevensdragers werden 265.281 kinderpornografische afbeeldingen en 117 kinderpornografische filmbestanden, waaronder 50 van de afbeeldingen en films die expliciet zijn vermeld in de tenlastelegging, aangetroffen. Voorts werden in de woning van verdachte boeken en tijdschriften met kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen. Dit betroffen de boeken Zeig Mal, Pierre & Danielle Summertime, Nudist Angels, Boys International en Nymphe en de tijdschriften/magazines Jung und Frei, Jeunes et natureles, Sonnenfreunde/Sonderheit, Moppets & Teens, Tuesdays Child en Tijdschrift Gandalf. Ook werden twee plastic zakken met dia’s in beslag genomen. Onder deze dia’s bevonden zich 94 dia’s waarop kinderpornografisch afbeeldingen te zien waren.
Op 28 oktober 2011 vond in de woning van verdachte aan de [adres] te [woonplaats] opnieuw een doorzoeking plaats. In de woning van verdachte werden opnieuw diverse gegevensdragers in beslag genomen. Verbalisant [verbalisant 1] heeft de op deze gegevensdragers aanwezige foto- en filmbestanden bekeken en hieruit bleek dat zich tussen de genoemde bestanden 2 kinderpornografische afbeeldingen bevonden.
De 52 in de tenlastelegging expliciet vermelde foto’s en afbeeldingen zijn door de verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 1], beiden zedenrechercheur, beschreven. De rechtbank heeft de foto’s en afdrukken van de films ook zelf bekeken. Op grond van de beschrijving door de verbalisanten en de eigen waarneming van de rechtbank komt de rechtbank tot het oordeel dat zowel de foto’s als de afbeeldingen een kinderpornografisch karakter hebben en dat daarop is afgebeeld hetgeen in de bewezenverklaring is vermeld.
Uit onderzoek is gebleken dat verdachte 9112 zelf vervaardigde digitale kinderpornografische afbeeldingen in zijn bezit heeft gehad. Onder deze kinderpornografische afbeeldingen bevinden zich onder meer foto’s van [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 4], [A], [B], [C], [D] en [slachtoffer 3] Van [slachtoffer 4] zijn er ook foto’s bij van toen hij tussen de zestien en achttien jaar was. Verdachte heeft ter terechtzitting erkend dat hij van de hiervoor genoemde personen naaktfoto’s heeft gemaakt toen zij minderjarig waren.
Daar de rechtbank uitgaat van 265.283 kinderpornografische foto’s, 94 kinderpornografische dia’s en 117 kinderpornografische filmbestanden, acht zij bewezen dat verdachte van het onder 1 tenlastegelegde een gewoonte heeft gemaakt.
Aanvullende bewijsoverweging
Verdachte heeft verklaard dat de bij hem aangetroffen foto’s, afbeeldingen, dia’s en films inderdaad van hem zijn, maar dat deze naar zijn mening niet kinderpornografisch zijn. Naar zijn mening kan er alleen sprake zijn van een kinderpornografische afbeelding, als hierop een seksuele gedraging zichtbaar is. De raadsman heeft hierbij in zijn pleidooi aangegeven dat op een aantal van de ten laste gelegde afbeeldingen geen uitdagende houding wordt aangenomen en derhalve niet gesproken kan worden van kinderpornografische afbeeldingen.
De rechtbank volgt verdachte en de raadsman hierin niet. Artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht ziet niet alleen op afbeeldingen van een gedraging van expliciet seksuele aard, maar eveneens op afbeeldingen die, gelet op de wijze waarop deze tot stand zijn gekomen strekken tot het opwekken van seksuele prikkeling. Hierbij kan het gaan om een afbeelding van iemand in een houding of omgeving die weliswaar op zichzelf of in andere omstandigheden "onschuldig" zouden kunnen zijn, maar die in het concrete geval een onmiskenbaar seksuele strekking heeft, bijvoorbeeld doordat de afbeelding vanwege de hoek waaruit deze is genomen of vanwege de manier van inzoomen, de nadruk legt op de geslachtsdelen van degene die op de afbeelding staat. Het aannemen van een uitdagende houding is derhalve geen vereiste voor het kunnen aanmerken van een afbeelding als zijnde kinderpornografisch.
De raadsman heeft voorts aangevoerd dat verdachte nimmer de intentie heeft gehad om kinderporno te vervaardigen. Dit verweer wordt door de rechtbank verworpen, nu geen bestanddeel van de tenlastelegging is dat verdachte wist dat de afbeeldingen die hij bezat, worden beschouwd als kinderporno.
[slachtoffer 1] heeft bij de politie aangifte gedaan van ontucht door verdachte over de periode van zijn 11e jaar tot zijn 16e jaar.
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat hij vanaf 12-jarige leeftijd naakt poseerde voor verdachte. Hij heeft dit gedaan tot zijn 16e jaar. Bij het maken van de foto’s door verdachte, kwam het wel eens voor dat verdachte vond dat de penis van [slachtoffer 1] teveel in beeld lag. [slachtoffer 1] moest zijn penis dan anders leggen of verdachte deed dat.
Ook heeft [slachtoffer 1] meermalen bij verdachte gelogeerd en regelmatig naakt gedoucht met verdachte.
Bij het maken van de foto’s heeft verdachte aangegeven aan [slachtoffer 1] dat hij het niet mooi vond dat [slachtoffer 1] met schaamhaar op de foto stond. Verdachte had ontharingscrème gekocht en [slachtoffer 1] heeft dit erop gesmeerd.
[slachtoffer 1] heeft een keer geposeerd voor verdachte waarbij hij naakt aan een kruis was vastgebonden. Destijds was hij 14 jaar.
Ook zijn er foto’s gemaakt van [slachtoffer 1] door verdachte, waarop [slachtoffer 1] was ingesmeerd met gips of olie. Verdachte is degene die [slachtoffer 1] heeft ingesmeerd met gips c.q. olie. [slachtoffer 1] was destijds 13 jaar.
Uit de geboorteakte van [slachtoffer 1] blijkt dat hij is geboren op [1990].
Verdachte heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat [slachtoffer 1] zulke dingen als heeft verklaard in zijn aangifte niet zou zeggen als het niet waar zou zijn.
Gelet op bovenstaande verklaringen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte ontuchtige handelingen met [slachtoffer 1] heeft gepleegd, die ten tijde van het plegen van deze ontuchtige handelingen de leeftijd van 16 jaren nog niet had bereikt en die aan de zorg en waakzaamheid van verdachte was toevertrouwd.
[slachtoffer 2] heeft bij de politie verklaard dat zij heeft gelogeerd bij verdachte, dat verdachte hierbij aan haar borsten en aan haar vagina had gezeten, dat zij en verdachte naakt rondliepen in het huis van verdachte, dat zij en verdachte samen naakt in bed lagen, dat zij aan de penis van verdachte heeft gezeten en dat zij, toen ze 10 of 11 was, heeft gezien dat verdachte is klaargekomen.
Uit de geboorteakte van [slachtoffer 2] blijkt dat zij is geboren op [1997].
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat [slachtoffer 2] regelmatig bij hem logeerde en dat zij zowel in Utrecht bij hem heeft gelogeerd, als toen hij nog in Aalsmeer woonde. Verdachte heeft voorts verklaard dat hij ja moet zeggen op de vraag of hij ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer 2]. Hij zegt te ver te zijn gegaan. Hij heeft seksuele handelingen bij haar verricht en zij bij hem.
Hij kan zich herinneren dat [slachtoffer 2] een keer aan zijn penis heeft gezeten. Zij was toen 11 à 12 jaar. Verdachte heeft verklaard dat [slachtoffer 2] het wel juist zal hebben als zij zegt dat hij zichzelf heeft bevredigd in haar bijzijn van [slachtoffer 2].
Gelet op bovenstaande verklaringen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte ontuchtige handelingen met [slachtoffer 2] heeft gepleegd, die ten tijde van het plegen van deze ontuchtige handelingen de leeftijd van 16 jaren nog niet had bereikt en die aan de zorg en waakzaamheid van verdachte was toevertrouwd.
[slachtoffer 3] heeft in zijn aangifte bij de politie verklaard dat hij vanaf zijn 7e à 8e jaar regelmatig bij verdachte ging logeren. Verdachte woonde op dat moment in Aalsmeer. Tijdens het douchen heeft [slachtoffer 3] wel eens een iets gezwollen penis gezien bij verdachte. Ook kwam verdachte wel eens achter [slachtoffer 3] staan en deed dan zijn handen onder het t-shirt van [slachtoffer 3] en aaide hem dan over zijn borst.
Tijdens een vakantie in Frankrijk met verdachte lagen zij beiden naakt in bed te praten over seks en over het groeien van schaamhaar. Verdachte heeft toen zijn hand onder het laken gedaan en het schaamhaar van [slachtoffer 3] aangeraakt. [slachtoffer 3] was op dat moment 14 of 15 jaar oud.
Uit de geboorteakte van [slachtoffer 3] blijkt dat hij is geboren op [1985].
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat [slachtoffer 3] bij hem heeft gelogeerd en dat hij met [slachtoffer 3] heeft gedoucht. Het kan hierbij zijn gebeurd dat je penis een beetje omhoog gaat en dat het klopt wat [slachtoffer 3] heeft gezegd.
In Frankrijk heeft verdachte met [slachtoffer 3] in een tweepersoonsbed gelegen, waarbij zij allebei naakt waren. Hierbij heeft verdachte het schaamhaar van [slachtoffer 3] aangeraakt.
Gelet op bovenstaande verklaringen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte ontuchtige handelingen met [slachtoffer 3] heeft gepleegd, die ten tijde van het plegen van deze ontuchtige handelingen de leeftijd van 16 jaren nog niet had bereikt en die aan de zorg en waakzaamheid van verdachte was toevertrouwd.
[slachtoffer 4] heeft in zijn aangifte verklaard bij de politie verklaard dat hij zich nog kan herinneren dat hij vanaf zijn 7e jaar naakt door het huis van verdachte liep. Ook weet hij zeker dat verdachte bij hem vanaf zijn 14e jaar seksuele handelingen deed. Misschien ook eerder maar vanaf die leeftijd kreeg hij het besef.
[slachtoffer 4] heeft voor het eerst bij verdachte gelogeerd toen verdachte nog in Aalsmeer woonde. Hij sliep dan in een logeerbed op de kamer van verdachte. Tijdens het logeren lag hij ook wel eens bij verdachte in bed. Dit was toen verdachte in Utrecht woonde. Verdachte sliep altijd naakt.
[slachtoffer 4] heeft samen met verdachte gedoucht. Na het afdrogen gingen ze meestal direct naar bed. Verdachte lag dan naakt in bed en [slachtoffer 4] was vaak ook naakt. Verdachte vroeg dan of [slachtoffer 4] bij hem kwam liggen. Terwijl ze bij elkaar in bed lagen raakte verdachte de penis van [slachtoffer 4] aan en [slachtoffer 4] raakte de penis van verdachte aan. Ze trokken elkaar af. Hij kan zich dit herinneren vanaf zijn 14e jaar. Verdachte wreef/kneep in de ballen van [slachtoffer 4].
[slachtoffer 4] heeft, tot zijn 18e jaar, verdachte aangeraakt, afgetrokken en gepijpt. Verdachte heeft [slachtoffer 4] ook afgetrokken en gepijpt.
Er heeft voor het laatst een seksuele handeling plaatsgevonden tussen verdachte en [slachtoffer 4] vlak voor zijn eerste verhoor op 2 juli 2011. Toen is er afgetrokken.
Tot zijn 19e jaar heeft [slachtoffer 4] naakt geposeerd voor verdachte. Hij heeft een keer tijdens het poseren op verzoek van verdachte zijn penis stijf gemaakt. Hij was toen 15 jaar oud.
Uit de geboorteakte van [slachtoffer 4] blijkt dat hij is geboren op [1991].
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij [slachtoffer 4] wel eens heeft gepijpt en [slachtoffer 4] heeft hem wel eens gepijpt. Ook zou het kunnen dat hij [slachtoffer 4] wel eens heeft afgetrokken.
Verdachte kon het goed vinden met [slachtoffer 4] en is met hem het verst gegaan op seksueel gebied. Het klopt dat [slachtoffer 4] naakt in bed lag en dat ze samen hebben gedoucht.
Gelet op bovenstaande verklaringen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte ontuchtige handelingen met [slachtoffer 4] heeft gepleegd, die ten tijde van het plegen van deze ontuchtige handelingen de leeftijd van 16 jaren nog niet had bereikt en die aan de zorg en waakzaamheid van verdachte was toevertrouwd. Ook acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer 4], nadat hij de leeftijd van 16 jaren had bereikt en [slachtoffer 4] aan de zorg en waakzaamheid van verdachte was toevertrouwd.
4.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
op tijdstippen in de periode van
a) 1 januari 1994 tot en met 30 september 2002 en
b) 1 oktober 2002 tot en met 31 december 2009 en
c) 1 januari 2010 tot en met 28 oktober 2011
een groot aantal afbeeldingen, te weten ongeveer 265.283 foto's (in digitale vorm) en ongeveer 84 dia's en een aantal afgedrukte foto's en een aantal afbeeldingen zich bevindende in boeken en/of magazines en/of tijdschriften (te weten in de boeken: Zeig Mal en Pierre & Danielle Summertime en Nudist Angels en Boys International en Nymphe en
de tijdschriften/magazines: Jung und Frei en Jeunes et natureles en Sonnenfreunde/Sonderheit en Moppets & Teens en Tuesdays Child en Tijdschrift Gandalf) en 117 filmfragmenten en (een) gegevendrager(s) bevattende één of meer afbeeldingen, (telkens) heeft
a) vervaardigd en in voorraad heeft gehad en
b) vervaardigd en in bezit heeft gehad en
c) vervaardigd en in bezit heeft gehad,
terwijl die afbeeldingen en filmfragmenten en gegevensdragers, één of meer afbeeldingen van seksuele gedragingen bevatten, waarbij (telkens) een persoon (onder meer [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 3] en [C] en [D] en [A] en [B]) die
kennelijk
a) de leeftijd van zestien jaar nog niet had bereikt en
b) de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt en
c) de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt,
was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke genoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer):
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 16 jaren (a) en 18 jaren (b,c) nog niet heeft bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en opgemaakt is en/of ingesmeerd zijn met gips en/of olie en/of bodypaint en/of vastgebonden is en/of handboeien om heeft en/of poseert/poseren in een omgeving en/of in (een) (erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/zijn/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/zijn/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of
waarbij door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of het vastbinden van deze perso(o)n(en) en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden en/of (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(onder meer Ovj 01, Ovj 02, Ovj 3, Ovj 03A, Ovj 04, Ovj 05, Ovj 06, Ovj 07,
Ovj 08, Ovj 8A, Ovj 8B, Ovj 09, Ovj 09A, Ovj 09B, Ovj 10, Ovj 11, Ovj 11A,
Ovj 11B, Ovj 12, Ovj 15, Ovj 15A, Ovj 15B, Ovj 15C, Ovj 15D, Ovj 16, Ovj 17,
Ovj 18, Ovj 18A, Ovj 19, Ovj 20, Ovj 20A, Ovj 21, Ovj 21A, Ovj 22, Ovj 22A,
Ovj 22B, Ovj 22C, Ovj 23, Ovj 23A, Ovj 24, Ovj 24A, Ovj 24B, Ovj 25, Ovj
25A, Ovj 25B, [naam].mpg, [naam].avi, de foto vermeld op blz. 686 van het dossier)
het anaal penetreren (met de penis/en/of de vinger(s) en/of een voorwerp) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (onder meer Ovj 13)
het (laten) vasthouden en/of in de mond (laten) nemen van de (stijve) penis
ven een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt door een persoon die eveneens kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (onder meer Ovj 14, afbeelding uit Zeig Mal blz 81)
het masturberen en ejaculeren door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (onder meer [naam].mpg)
van welke misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
op tijdstippen in de periode van 23 maart 2001 tot en met 22 maart 2006 te Aalsmeer en Utrecht, met de aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde [slachtoffer 1], geboren op [1990], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit
-het naakt samen douchen met die [slachtoffer 1] en
-het betasten en/of vastpakken van de penis van die [slachtoffer 1] en
-het (laten) ontharen van de schaamstreek van die [slachtoffer 1] en
-het insmeren van het lichaam waaronder de schaamstreek van die [slachtoffer 1] met gips en olie en
-het vastbinden van het naakte lichaam van die [slachtoffer 1];
op tijdstippen in de periode van 25 maart 2003 tot en met 24 februari 2010 te Aalsmeer en/of Utrecht, met de aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde [slachtoffer 2], geboren
op 10 juni 1997, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,
buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit:
-het betasten en/of aanraken en/of strelen van de borsten en vagina van die [slachtoffer 2] en
-het laten betasten en/of aanraken van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer 1] en
-het samen met die [slachtoffer 1] naakt in bed liggen en
-het ejaculeren in bijzijn van die [slachtoffer 1] en
-het samen met die [slachtoffer 1] naakt in huis rondlopen;
op tijdstippen in de periode van 13 maart 1992 tot en met 12 maart 2001 in Aalsmeer en Frankrijk met de aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde [slachtoffer 3], geboren op [1985], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt,
ontuchtige handelingen heeft gepleegd bestaande uit
- het samen met die [slachtoffer 3] naakt in bed liggen en
- het samen met die [slachtoffer 3] naakt douchen terwijl zijn penis zich in (half) stijve toestand bevond en
- het aanraken van de schaamstreek van die [slachtoffer 3] terwijl zij over schaamhaar spraken en
- het aaien (onder het t-shirt) van de blote borst van die [slachtoffer 3];
A)
op tijdstippen gelegen in de periode van 1 oktober 2002 tot en met 25 november 2007 te Aalsmeer en te Utrecht met de aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde [slachtoffer 4],
geboren op [1991], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet
had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd (telkens) bestaande uit
- het samen naakt douchen met die [slachtoffer 4] en
- het samen naakt in huis rondlopen en
- het aanraken van de penis en de zaadballen van die [slachtoffer 4] en
- het laten aanraken van zijn penis en zaadballen door die [slachtoffer 4]
en
- samen met die [slachtoffer 4] naakt in bed liggen en
- het (tijdens een fotosessie) op zijn, verdachtes, verzoek zelf stijf laten
maken van de penis van die [slachtoffer 4] en
- het pijpen en aftrekken van die [slachtoffer 4] en
- het zich laten pijpen en laten aftrekken door die [slachtoffer 4];
B)
op tijdstippen gelegen in de periode van 26 november 2007 tot en met 25 november 2009 te Utrecht, (telkens) ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 4], geboren op [1991], immers heeft hij (telkens)
- samen met die [slachtoffer 4] naakt in huis rondgelopen en
- die [slachtoffer 4] gepijpt en afgetrokken en
- zich door die [slachtoffer 4] laten pijpen en laten aftrekken.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5.1 De strafbaarheid van de feiten
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert de navolgende strafbare feiten op.
a) een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, vervaardigen en in voorraad hebben, meermalen gepleegd;
b) een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben, meermalen gepleegd;
c) een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben, meermalen gepleegd;
terwijl hij van deze misdrijven een gewoonte heeft gemaakt.
Ten aanzien van de feiten 2 en 4:
telkens: met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen;
Ten aanzien van feit 3:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren, buiten echt ontuchtige handelingen plegen,terwijl het feit wordt begaan tegen een kind dat aan zijn zorg of waakzaamheid was toevertrouwd;
Ten aanzien van feit 5:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen;
ontucht plegen met een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige.
5.2 De strafbaarheid van verdachte
De rechtbank heeft zich over de persoon van verdachte laten voorlichten door H.P. Onkenhout, psychiater, die op 3 januari 2012, een rapport heeft uitgebracht.
Uit dit rapport blijkt dat er bij verdachte geen sprake is van een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens. Wel is verdachte lijdende aan een neurologische stoornis, de ziekte van Parkinson. De deskundige heeft geen verband kunnen leggen tussen deze aandoening en de ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van het tenlastegelegde kan verdachte dan ook beschouwd worden als volledig toerekeningsvatbaar.
De rechtbank neemt de conclusie van de deskundige met betrekking tot de volledige toerekeningsvatbaarheid over en maakt deze tot de hare.
Verdachte is strafbaar, omdat ook overigens niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
6.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht, met een proeftijd van 2 jaren, met als bijzondere voorwaarden verplicht reclasseringscontact en ambulante behandeling.
6.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit aan verdachte een gevangenisstraf op te leggen, gelijk aan de duur van het voorarrest dat op het moment van de uitspraak is ondergaan, eventueel in combinatie met een voorwaardelijk strafdeel, met als bijzondere voorwaarde een behandeling van verdachte gericht op het voorkomen van grensoverschrijdend seksueel gedrag en op het beheersbaar maken van zijn preoccupatie met kinderlijk naakt.
6.3 Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte.
De rechtbank heeft bewezen verklaard dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het bezit van een grote hoeveelheid kinderpornografie en het vervaardigen van kinderpornografie. Het betreft hier een ernstig feit. Het is algemeen bekend dat om dergelijke afbeeldingen te kunnen vervaardigen kinderen over de hele wereld misbruikt worden, waarbij kinderen veelal ernstige en onherstelbare trauma’s oplopen. Kinderen dienen beschermd te worden tegen dit ernstige misbruik. Een ieder die treedt in het circuit van de kinderpornografie is medeschuldig aan de instandhouding daarvan en derhalve ook moreel medeschuldig aan misbruik van kinderen.
Daarnaast heeft verdachte gedurende een lange periode van meerdere jaren bij [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] ontuchtige handelingen gepleegd. Door deze handelwijze heeft hij op ernstige wijze de lichamelijke integriteit van [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] geschonden. Verdachte heeft zich hierbij laten leiden door zijn eigen lustgevoelens en geen rekening gehouden met de gevoelens van deze slachtoffers. Hiermee heeft verdachte een normale en gezonde ontwikkeling van [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] in een kwetsbare periode van hun leven nadelig beïnvloed. Daarmee heeft verdachte zijn eigen seksuele behoeften gesteld boven de lichamelijke integriteit van zijn slachtoffers. En dit, terwijl deze minderjarigen juist aan zijn zorg waren toevertrouwd. Verdachte heeft het vertrouwen dat anderen in hem stelden dan ook op zeer ernstige wijze beschadigd. Daarbij is het algemeen bekend dat de nadelige psychische gevolgen voor slachtoffers in zedenzaken veelal ernstig en langdurig kunnen zijn. Zo blijkt ook uit de slachtofferverklaringen van [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4]. Zij verklaren dat hetgeen is gebeurd in negatieve zin een grote invloed op hun leven heeft gehad en nog steeds heeft.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met het gegeven dat verdachte blijkens een uittreksel van de justitiële documentatie d.d. 4 januari 2012 niet eerder strafbare feiten heeft gepleegd.
Voorts heeft de rechtbank kennis genomen van het rapport van psychiater H.P. Onkenhout d.d. 3 januari 2012. Met betrekking tot hetgeen de psychiater in zijn rapportage heeft opgenomen ten aanzien van het recidiverisico overweegt de rechtbank als volgt.
Volgens de deskundige heeft verdachte zelf gezegd dat hij het recidiverisico afwezig acht, vanwege het feit dat “er geen jonge familieleden meer zijn die naakt door het huis willen lopen en de kans dat ik ze zal fotograferen is er dus ook niet”. Volgens de psychiater heeft verdachte hiermee een reëel argument.
De rechtbank deelt deze opvatting van de psychiater niet, Nog daargelaten dat een dergelijk oordeel niet behoort tot het terrein waarop de psychiater deskundig is, volgt uit het dossier dat het misbruik in alle gevallen is voorafgegaan aan het (naakt)poseren door de latere slachtoffers. Voorts blijkt uit het dossier dat dit poseren zich niet heeft beperkt tot uitsluitend familieleden, gelet op het gegeven dat ook foto’s van een aantal onbekende kinderen in beslag zijn genomen onder verdachte en dat vlak voor de aanhouding van verdachte op 28 oktober 2011 bekend is geworden dat verdachte foto’s heeft gemaakt van zijn (minderjarige) buurmeisje [E}. Ook is gebleken dat, nadat op 24 februari 2010 de politie voor de eerste maal is binnengetreden in de woning van verdachte en hierbij grote hoeveelheden kinderpornografisch materiaal in beslag heeft genomen, verdachte opnieuw foto’s heeft gemaakt van [slachtoffer 2].
De rechtbank hecht dan ook meer waarde aan de inschatting van het recidiverisico door Reclassering Nederland. In het rapport van 3 februari 2012 geeft Reclassering Nederland aan dat het recidiverisico wordt ingeschat als laag gemiddeld.
Drs. Onkenhout adviseert om bij een voorwaardelijk strafdeel als bijzondere voorwaarde op te nemen dat verdachte een behandeling volgt gericht op het voorkomen van grensoverschrijdend seksueel gedrag en op het beheersbaar maken van zijn preoccupatie. De reclassering zou hierbij als toezichthouder kunnen functioneren. De rechtbank conformeert zich aan dit advies.
Alles afwegend komt de rechtbank tot het oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, voldoende recht doet aan de ernst van de feiten en de persoon van de verdachte. De rechtbank zal als bijzondere voorwaarde opnemen dat verdachte dient deel te nemen aan voornoemde behandeling, waarbij verdachte wordt begeleid door Reclassering Nederland. De proeftijd zal daarbij worden bepaald op twee jaren.
7 De benadeelde partijen
De benadeelde partij [slachtoffer 2] vordert een schadevergoeding van € 1.350,00 voor feit 3.
De benadeelde partij [slachtoffer 3] vordert een schadevergoeding van € 1.350,00 voor feit 4.
De benadeelde partij [slachtoffer 4] vordert een schadevergoeding van € 1.350,00 voor feit 5.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van de bewezen verklaarde feiten en acht verdachte aansprakelijk voor die schade.
Het gevorderde is voldoende aannemelijk gemaakt zodat de vorderingen zullen worden toegewezen.
Met betrekking tot de toegekende vorderingen benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schademaatregel opleggen.
8.1 De teruggave aan verdachte
De rechtbank zal de teruggave gelasten van de hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen aan verdachte, aangezien deze voorwerpen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en onder verdachte in beslag zijn genomen.
8.2 De verbeurdverklaring
De hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen zijn vatbaar voor verbeurdverklaring.
Gebleken is dat deze voorwerpen aan verdachte toebehoren en feit 1 is begaan met behulp van deze voorwerpen.
8.3 De onttrekking aan het verkeer
De hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer.
Gebleken is dat deze voorwerpen grotendeels door middel van de bewezen verklaarde feiten zijn verkregen.
Verder zijn de voorwerpen van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.
9 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 33, 33a, 36b, 36c, 36f en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 240b, 247, 248 en 249 zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.
10 De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en dat dit de hierboven onder 5.1 vermelde strafbare feiten oplevert;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 4 jaren, waarvan 1 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
* omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* omdat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* omdat verdachte tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als bijzondere voorwaarde:
* dat verdachte zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens Reclassering Nederland;
* dat verdachte een behandeling zal volgen gericht op het voorkomen van grensoverschrijdend seksueel gedrag en op het beheersbaar maken van zijn preoccupatie, waarbij Reclassering Nederland optreedt als toezichthouder;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke deel van de opgelegde gevangenisstraf;
Beslag
- gelast de teruggave aan verdachte van de voorwerpen die op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst zijn genummerd 5, 8, 20 t/m 22, 25, 30 en 31, 35, 42, 45, 47, 91, 123, 137, 139, 142 t/m 147, 149 en 150;
- verklaart verbeurd de voorwerpen die op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst zijn genummerd 140, 141 en 148;
- verklaart onttrokken aan het verkeer de op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde inbeslaggenomen voorwerpen, genummerd: 1 t/m 4, 6, 7, 9, 11, 13 t/m 18, 26, 27, 29, 38 t/m 41, 43, 48, 51 t/m 69, 78, 79, 100 t/m 102, 106, 108 t/m 111, 113, 117, 120, 121, 124 t/m 130, 135, 136 en 138;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van € 1.350,00 ter zake van immateriële schade;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] van € 1.350,00 ter zake van immateriële schade;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] van € 1.350,00 ter zake van immateriële schade;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van de hierna te noemen slachtoffers de daarbij vermelde bedragen te betalen, bij niet betaling te vervangen door het daarbij vermelde aantal dagen hechtenis:
- benadeelde partij [slachtoffer 2], € 1.350,00, 23 dagen hechtenis,
- benadeelde partij [slachtoffer 3], € 1.350,00, 23 dagen hechtenis,
- benadeelde partij [slachtoffer 4], € 1.350,00, 23 dagen hechtenis,
met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schademaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P. den Otter, voorzitter, mrs. A. van Maanen en C.A.M. van Straalen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.C.J. van der Heijden, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 20 februari 2012.