3.1. Fundament vordert dat de kantonrechter bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
I. UW veroordeelt om - naar de kantonrechter begrijpt - [onder bewind staande] binnen 48 uur na het wijzen van onderhavig vonnis toe te laten tot haar bedrijf en hem in de gelegenheid te stellen de overeengekomen werkzaamheden te verrichten, met dien verstande dat indien en voor zover de afdeling en/of locatie alwaar [onder bewind staande] normaliter zijn werkzaamheden verrichtte volledig is gesloten, [onder bewind staande] in de gelegenheid wordt gesteld om de overeengekomen, althans passende werkzaamheden te verrichten bij een andere locatie en/of afdeling van UW, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,-- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat UW in gebreke blijft aan dit vonnis te voldoen;
II. UW veroordeelt om aan - naar de kantonrechter begrijpt - aan [onder bewind staande] te betalen:
- het netto equivalent van het loon van € 1.344,89 bruto per maand inclusief emolumenten over de maanden september 2011 tot en met december 2011;
- het netto equivalent van de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW over het loon van de maanden september 2011 tot en met december 2011;
- de wettelijke rente over het gevorderde loon en de gevorderde wettelijke verhoging, vanaf de respectieve vervaldata van de verschuldigdheid daarvan tot de voldoening;
- het netto equivalent van het loon van € 1.344,89 bruto per maand, maandelijks vanaf januari 2012 tot de datum waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig eindigt, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW alsmede met de wettelijke rente over zowel het loon als de wettelijke verhoging, vanaf de respectieve vervaldata van de verschuldigdheid daarvan tot de voldoening;
III. UW veroordeelt om uiterlijk binnen vijf dagen na de datum van het onderhavige vonnis aan - naar de kantonrechter begrijpt - [onder bewind staande] gespecificeerde en correcte salarisstroken vanaf september 2011 tot en met december 2011 te verstrekken;
IV. UW veroordeelt tot maandelijkse overlegging aan - naar de kantonrechter begrijpt -
[onder bewind staande] van een gespecificeerde salarisstrook vanaf januari 2012 tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig eindigt;
V. UW veroordeelt om aan - naar de kantonrechter begrijpt - [onder bewind staande] te betalen € 400,-- ter zake van buitengerechtelijke incassokosten;
VI. UW veroordeelt in de proceskosen, alsmede:
- voor het geval voldoening van de proceskosten niet binnen veertien dagen na de datum van onderhavig vonnis plaatsvindt te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn tot de voldoening;
- voor het geval niet binnen veertien dagen na de datum van onderhavig vonnis volledig aan de inhoud daarvan is voldaan, in de nakosten van € 131,--, dan wel, indien betekening van onderhavig vonnis plaatsvindt, in de nakosten van € 199,--.
VII. in de door - naar de kantonrechter begrijpt - [onder bewind staande] gemaakte en te maken executiekosten.