ECLI:NL:RBUTR:2012:BV3480

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
23 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-710480-09
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van terbeschikkingstelling met voorwaarden na positieve ontwikkeling en laag recidiverisico

In de zaak met parketnummer 16/710480-09 heeft de Rechtbank Utrecht op 23 januari 2012 uitspraak gedaan over de beëindiging van de terbeschikkingstelling (tbs) van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1986 en verblijvende te Ede. Tijdens de zitting op 9 januari 2012 werd de officier van justitie gehoord, evenals de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouw, mr. A.T.G. van Wandelen. De deskundige I. Berkhof van de Reclassering Nederland heeft ook een toelichting gegeven op de situatie van de terbeschikkinggestelde.

De terbeschikkinggestelde heeft een behandeling ondergaan bij Altrecht afdeling Wier, waar hij zich optimaal heeft ingezet. Hoewel het recidiverisico niet significant is verminderd, blijkt uit de Risc van 5 oktober 2011 dat het recidiverisico laag is. De terbeschikkinggestelde woont zelfstandig en ontvangt ambulante woonbegeleiding van Zideris. Hij werkt als lasser en heeft geen problemen met zelfstandig wonen. Er zijn geen incidenten geweest in de omgang met zijn zoon en hij houdt zich aan alle gemaakte afspraken.

De rechtbank heeft de rapportages van de Reclassering en de psychiater in overweging genomen. De terbeschikkinggestelde heeft een positieve ontwikkeling doorgemaakt en functioneert goed op alle leefgebieden. De rechtbank concludeert dat de veiligheid van anderen niet langer eist dat de tbs-maatregel wordt verlengd. De vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden is dan ook afgewezen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16/710480-09
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling met voorwaarden d.d. 23 januari 2012
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[verdachte],
geboren op [1986] te [geboorteplaats],
verblijvende te Lindelaan 48, 6711 MV Ede,
heeft de officier van justitie de verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden gevorderd. Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1 De stukken
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
• de vordering van de officier van justitie d.d. 15 december 2011, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden van [verdachte] voornoemd met één jaar;
• het vonnis van deze rechtbank d.d. 19 januari 2010, waarbij [verdachte] is veroordeeld voor zware mishandeling van zijn toen een maand oude zoontje en waarbij hij ter beschikking is gesteld onder voorwaarden, van welke terbeschikkingstelling de termijn is gaan lopen op 3 februari 2010;
• een advies d.d. 16 november 2011 van de Reclassering Nederland, opgemaakt door C. van Norel, Unitmanager, I. Berkhof, reclasseringswerker en J.B. Rooks, voorzitter TCO;
• een advies d.d. 6 januari 2012, opgemaakt door J.M.J.F. Offermans, psychiater.
2 Het onderzoek ter zitting
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting d.d. 9 januari 2012 is de officier van justitie gehoord. Tevens is de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw,
mr. A.T.G. van Wandelen, advocaat te Utrecht. Voorts is de deskundige I. Berkhof, werkzaam bij de Reclassering Nederland, gehoord.
3 Het standpunt van de reclassering
Het standpunt van de reclassering blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. De deskundige I. Berkhof heeft het rapport en het advies van de reclassering toegelicht. In voormeld rapport en door de deskundige ter zitting is het navolgende gesteld.
De terbeschikkinggestelde heeft een behandeling gevolgd bij Altrecht afdeling Wier waarvoor hij zich optimaal heeft ingezet. Het hoogst haalbare is hier bereikt, hetgeen echter niet betekent dat het recidiverisico significant is verminderd. De heer [verdachte] is echter geen gewelddadige man en het gebruik van geweld is ook absoluut niet zijn eerste strategie. Uit de Risc d.d. 5 oktober 2011 kwam een laag recidiverisico. Na de klinische behandeling door Wier is vooral ingezet op het bieden van steun en bescherming aan de terbeschikkinggestelde. Inmiddels woont de terbeschikkinggestelde acht maanden zelfstandig waarbij hij ambulante woonbegeleiding door Zideris ontvangt. De terbeschikkinggestelde heeft geen problemen met het zelfstandig wonen.
De terbeschikkinggestelde werkt minimaal 36 uur per week als lasser. Hij heeft het in zijn baan naar zijn zin en is zeer tevreden over zijn werksituatie. Rond de omgang met zijn zoon en de William Schrikkergroep hebben zich in de afgelopen twee jaar geen incidenten voorgedaan. De terbeschikkinggestelde houdt zich zonder problemen aan alle gemaakte afspraken. Er is dan ook geen enkele maal sprake geweest van een risicovolle situatie. Of de terbeschikkinggestelde en zijn vrouw zullen kiezen voor een nieuwe zwangerschap is op dit moment nog onduidelijk. Wel is de William Schrikkergroep bij dit proces betrokken en zullen zij, in geval van een nieuwe zwangerschap, hiervan melding maken bij de Raad voor de Kinderbescherming. Hierdoor is de verwachting dat eventuele risico’s tijdig kunnen worden ingeschat en gepareerd.
De terbeschikkinggestelde functioneert op alle leefgebieden naar zijn beste kunnen. De terbeschikkinggestelde is uitbehandeld. Eventuele risico’s in de toekomst kunnen door sturing en ingrijpen van de William Schrikkergroep en de Raad voor de Kinderbescherming gehanteerd worden. Derhalve wordt geadviseerd om de tbs-maatregel niet te verlengen.
Ter terechtzitting heeft I. Berkhoff het in dit rapport ingenomen standpunt dat de terbeschikkingstelling kan worden beëindigd onderschreven.
4 Het standpunt van de psychiater
Het standpunt van de psychiater blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. In voormeld rapport is het navolgende gesteld.
Er is sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van lichte zwakzinnigheid. Voorts zijn er ontwijkende en afhankelijke kenmerken in de persoonlijkheidsstructuur, maar er is geen sprake van een persoonlijkheidsstoornis. Zowel op basis van klinisch onderzoek als risicotaxatie wordt het risico op gewelds- en/of seksuele delicten als laag tot hooguit matig ingeschat voor zowel de korte, middellange als lange termijn. Begeleiding door de reclassering kan derhalve worden gestaakt. Er zijn voldoende andere instanties betrokken om herhaling van het indexdelict te voorkomen. Geadviseerd wordt de terbeschikkingstelling niet meer te verlengen.
5 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft naar aanleiding van het recent binnengekomen rapport van de psychiater en het verhandelde ter terechtzitting haar vordering om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen ter terechtzitting niet gehandhaafd en heeft de rechtbank verzocht om de vordering af te wijzen.
6 Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouw
De verdediging heeft, gelet op de adviezen van de reclassering en de psychiater, verzocht om de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling af te wijzen.
7 De beoordeling
De rechtbank overweegt dat uit de rapportages van de Reclassering Nederland en de psychiater volgt dat de terbeschikkinggestelde een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. De terbeschikkinggestelde functioneert op alle leefgebieden naar zijn beste kunnen. De terbeschikkinggestelde is uitbehandeld en er is geen sprake geweest van een risicovolle situatie in de afgelopen periode. Het recidiverisico is laag tot hooguit matig voor de korte, de middellange en de lange termijn. Er zijn voldoende andere instanties betrokken om herhaling van het indexdelict te voorkomen.
Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden niet langer eist en dat de vordering van de officier van justitie dient te worden afgewezen.
8 De beslissing
De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden van [verdachte] voornoemd af.
Deze beslissing is gegeven door mr. H.A. Brouwer, voorzitter, mrs. M.J. Veldhuijzen en P.L.C.M. Ficq, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. D. Riani el Achhab en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 23 januari 2012.