ECLI:NL:RBUTR:2012:BV3324
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Incident over voorlopige voorziening inzake gebruik bedrijfsauto en gereedschap in ontbonden vennootschap onder firma
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Utrecht, is een incident aan de orde waarbij eiser verzoekt om een voorlopige voorziening met betrekking tot het gebruik van een bedrijfsauto en gereedschappen die behoren tot de te verdelen goederengemeenschap van een ontbonden vennootschap onder firma. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.A. Bart, stelt dat hij deze middelen nodig heeft voor zijn bedrijfsvoering, terwijl de gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.C.W. van der Zande, verweer voert en aanvoert dat hij ook recht heeft op het gebruik van deze middelen.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de gedaagde een groter belang heeft bij het voortgezet gebruik van de bedrijfsauto en gereedschappen. Dit is gebaseerd op het feit dat de gedaagde afhankelijk is van de bedrijfsauto voor zowel zijn werk als privégebruik, terwijl de eiser over alternatieve middelen beschikt. De rechtbank heeft ook overwogen dat de ontbinding van de vennootschap onder firma betekent dat de bedrijfsauto niet meer voor ondernemingsactiviteiten kan worden gebruikt, maar nog wel deel uitmaakt van de te verdelen goederengemeenschap.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de vorderingen van de eiser afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten van het incident. De rechtbank heeft bepaald dat de hoofdzaak op de parkeerrol zal komen van 4 april 2012, en dat er geen beslissing in de hoofdzaak hoeft te worden genomen in dit stadium. Dit vonnis is uitgesproken op 4 januari 2012 door mr. J.K.J. van den Boom.