ECLI:NL:RBUTR:2012:BV3075
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.J.G.H. Verviers
- J.W. Frieling
- Rechtspraak.nl
Faillissementspauliana en benadeling van schuldeisers in het faillissement van een besloten vennootschap
In deze zaak, die voor de Rechtbank Utrecht werd behandeld, ging het om een faillissementspauliana, waarbij de curator van een failliete besloten vennootschap vorderingen had ingesteld tegen twee andere besloten vennootschappen. De curator stelde dat betalingen die door de failliete vennootschap aan de gedaagden waren gedaan, nietig waren op grond van de artikelen 42 en 47 van de Faillissementswet (Fw), omdat deze betalingen de schuldeisers zouden hebben benadeeld. De rechtbank onderzocht of er daadwerkelijk sprake was van benadeling van de schuldeisers door de bestreden rechtshandeling. De curator betoogde dat de regresvordering van gedaagde sub 1 lager zou zijn geweest zonder de betalingen, wat zou hebben geleid tot een groter passief en daarmee benadeling van de overige schuldeisers. Gedaagde sub 1 deed echter afstand van haar regresvordering, wat volgens de rechtbank de door de curator gestelde benadeling opheft. De rechtbank oordeelde dat de vorderingen van de curator moesten worden afgewezen, omdat deze geen steun vonden in het recht. De curator werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagden werden begroot op € 2.969,00. Het vonnis werd uitgesproken op 1 februari 2012 door mr. J.W. Frieling.