ECLI:NL:RBUTR:2012:BV3006

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
23 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-600723-07
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met dwangverpleging voor een jaar

In de zaak met parketnummer 16/600723-07 heeft de rechtbank Utrecht op 23 januari 2012 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde. De officier van justitie had op 15 december 2011 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren. De rechtbank heeft de relevante stukken in het dossier bestudeerd, waaronder eerdere vonnissen en rapporten van deskundigen. Tijdens de zitting op 9 januari 2012 zijn zowel de officier van justitie als de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouwe, gehoord. De deskundige K.M. ten Brinck heeft ook haar bevindingen gepresenteerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde kampt met ernstige verslavingsproblematiek en een gebrek aan copingvaardigheden, wat leidt tot impulsieve en agressieve uitbarstingen. Ondanks de complexiteit van de problematiek is de situatie zorgelijk, aangezien de behandeling nog niet goed van de grond is gekomen. De rechtbank heeft besloten de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met één jaar te verlengen, om de voortgang van de diagnostiek en behandeling te kunnen bewaken. De rechtbank benadrukt dat deze verlenging niet betekent dat er al naar een einde van de tbs-maatregel wordt toegewerkt, maar enkel gericht is op het waarborgen van de behandeling en diagnostiek.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16/600723-07
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling d.d. 23 januari 2012
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats], op [1986],
verblijvende in Forensisch Psychiatrisch Centrum Veldzicht te Balkbrug,
heeft de officier van justitie de verlenging van de terbeschikkingstelling gevorderd. Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1 De stukken
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
• de vordering van de officier van justitie d.d. 15 december 2011, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling van [terbeschikkinggestelde] met twee jaren;
• het vonnis van deze rechtbank d.d. 16 juni 2008, waarbij [terbeschikkinggestelde] is veroordeeld voor verschillende straatroven en waarbij hij ter beschikking is gesteld met voorwaarden, van welke terbeschikkingstelling de termijn is gaan lopen op 18 januari 2009;
• de beslissing van deze rechtbank van 20 november 2009 waarbij alsnog verpleging van overheidswege is bevolen;
• de beslissing van de rechtbank Utrecht d.d. 21 januari 2011, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling is verlengd met één jaar;
• het rapport van Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) Veldzicht, d.d. 15 november 2011, opgemaakt door drs. P. Bakx, 1e geneeskundige en drs. K.M. ten Brinck, directeur behandeling en plaatsvervangend hoofd van de inrichting, strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren;
• de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [terbeschikkinggestelde], over de periode van 17 januari 2011 tot en met 17 mei 2011.
2 Het onderzoek ter zitting
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting d.d. 9 januari 2012 is de officier van justitie gehoord. Tevens is de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouwe, mr. A.T.G. van Wandelen, advocaat te Utrecht. Voorts is de deskundige mevrouw K.M. ten Brinck, werkzaam bij FPC Veldzicht te Balkbrug, gehoord.
3 De standpunten van de deskundigen
3.1 Het standpunt van de inrichting
Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. De deskundige Ten Brinck heeft het rapport en het advies van de inrichting toegelicht. In voormeld rapport en door de deskundige ter zitting is omtrent de terbeschikkinggestelde het navolgende gesteld.
Kernproblematiek:
Afhankelijkheid van diverse middelen is een groot probleem geweest in de voorgeschiedenis en hield ook verband met de gepleegde delicten (aan geld komen voor drugs). Betrokkene is bekend met een licht verstandelijke beperking, ADHD en een antisociale persoonlijkheidsstoornis/ -trekken, met borderline, narcistische en/of passief-agressieve trekken. In de kindertijd is dit voorafgegaan door een gedragsstoornis waarbij betrokkene overvraagd is op verschillende terreinen van zijn persoonlijke ontwikkeling, niet alleen cognitief, maar ook emotioneel en relationeel. Betrokkene vertoont kenmerken van primaire ik-zwakte zoals insufficiëntie in regulatie of tolerantie van impulsen, agressie, angst en spanning. Daarnaast en daarmee samenhangend zijn de gewetensfuncties en empathische vermogens onvoldoende ontwikkeld.
Behandelverloop:
Betrokkene is na de omzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden in een terbeschikkingstelling met dwangverpleging, opnieuw opgenomen in Hoeve Boschoord en na diverse geweldsincidenten uiteindelijk kort na de vorige verlengingszitting in Veldzicht op de Intensive Care Unit geplaatst.
Betrokkene krijgt medicatie waardoor hij vooral de eerste periode erg moe is en wel 15 uren per dag slaapt. Na het wisselen van antipsychotica gaat het beter, maar betrokkene ontwikkelt geen goed dag- en nachtritme.
In deze periode geeft betrokkene voor het eerst aan dat hij op stressmomenten een stem hoort. Dit is een stem van iemand die hij niet kent, maar die hem allerlei opdrachten geeft.
De afdeling Intensive Care Unit concludeert in de evaluatie van het verblijf dat er een slecht beeld is over wie betrokkene nu is. Hij laat zich daarvoor te weinig zien. Op 27 april 2011 is betrokkene overgeplaatst naar behandelafdeling Zuid 1.
Op Zuid 1 wordt gezien dat betrokkene moeilijk kan omgaan met spanningen. Hij krijgt hiervoor op eigen verzoek medicatie. Het is moeilijk voor betrokkene aan te geven wat de oorzaak is van de spanning en de drukte die hij ervaart in zijn hoofd. Het dag- en nachtritme blijft verstoord waardoor betrokkene geen uitgeruste indruk maakt en weinig energie heeft voor activiteiten. Tijdens het multidisciplinair overleg in mei 2011 wordt afgesproken betrokkene verder te stabiliseren en het contact te verbeteren.
In de periode die volgt blijft het beeld van betrokkene instabiel en zorgelijk. Met name de impulsief agressieve uitbarstingen zijn reden tot zorg. Hij is vaak onrustig en uit zijn boosheid niet alleen tegen meubilair, maar ook zonder enige aanleiding tegen het personeel. Hij moet regelmatig -al dan niet op eigen verzoek- gesepareerd worden. De sociotherapeute probeert om samen met betrokkene te komen tot verruiming en uitbreiding van zijn programma. Dit gaat stap voor stap. Betrokken volgt een prikkelreducerend programma, om te voorkomen dat hij wordt overspoeld en uit evenwicht raakt. Het is van belang dat het programma geleidelijk wordt opgebouwd. Ook is het belangrijk dat betrokkene beter leert aangeven dat hij niet goed in zijn vel zit. Het besef van de aard van de problematiek is beperkt, evenals het vermogen tot reguleren van spanningen en het stellen van een hulpvraag.
Recidivegevaar:
Er is voor betrokkene binnen FPC Veldzicht nog geen risicotaxatie gemaakt.
Advies:
Er is sprake van relatief ernstige problematiek, waarbij met name de impulsief agressieve uitbarstingen reden tot zorg zijn. Het probleembesef met betrekking tot deze problematiek is erg beperkt wat zich onder meer uit in verzet en pogingen tot manipulatie van betrokkene om de huidige kamerplaatsing op te heffen. De voorgeschiedenis, het gehele behandelverloop en het actuele gedrag van betrokkene maken duidelijk dat hij snel wordt overprikkeld, een zeer beperkt regulerend vermogen heeft en slechts een beperkt besef van deze problematiek.
Bovendien is sprake van een verminderde emotionele beleving, althans expressie, waardoor betrokkene regelmatig oninschatbaar is. Deze combinatie van factoren maakt dat er ook in een maximaal beveiligde en gestructureerde setting sprake is van risico’s op agressief en gewelddadig gedrag. Het behandelbeleid is primair gericht op stabiliseren, veiligheid en het creëren van voorwaarden voor een meer gerichte behandeling van de problematiek. Op basis van het verloop tot nu toe moet worden geconcludeerd dat betrokkene nog aan het begin van zijn behandeling staat. Verwacht wordt dat het nog meerdere jaren zal duren voordat het huidige beveiligingskader niet meer nodig is.
Ter terechtzitting heeft de deskundige nog aangegeven dat het in het begin lastig was om een diagnose te stellen, omdat betrokkene veel medicatie gebruikte. Op dit moment is alles gericht op stabiliteit. De laatste zes weken gaat het in dat opzicht beter met betrokkene. Afhankelijk van de stabiliteit van betrokkene kan de diagnostiek worden vastgesteld. Dit duurt zo lang, omdat het erg complex is. Alle onderzoeken wijzen op ernstige problematiek. De verwachting is dat de diagnostiek het komende jaar zal zijn afgerond.
Er is geen recente risicotaxatie, maar gelet op het contact met betrokkene en het behandelverloop, is er zonder terbeschikkingstelling risico op ernstige agressie en terugval in een ernstige verslaving. Er zullen blijvend ernstige problemen in het leven van betrokkene zijn.
4 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter terechtzitting de vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaren gehandhaafd.
5 Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouwe
De terbeschikkinggestelde heeft ter terechtzitting aangegeven het niet eens te zijn met het verlengingsadvies, nu de onderzoeken nog steeds lopen en er nog steeds geen diagnose is gesteld.
Namens de terbeschikkinggestelde is ter terechtzitting door de raadsvrouwe aangevoerd dat er nog weinig is veranderd ten opzichte van de situatie van vorig jaar. Ook nu is men nog bezig met het vaststellen van de diagnostiek en is de behandeling nog niet van de grond gekomen. Betrokkene verblijft inmiddels drie jaren in de terbeschikkingstelling zonder dat er sprake is van een goede diagnostiek en goede behandeling. De maatregel van terbeschikkingstelling dient gericht te zijn op resocialisatie en daar wordt nu al drie jaren niet aan gewerkt. De raadsvrouwe verzoekt aan de rechtbank om de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar om de voortgang van de diagnostiek en behandeling in de gaten te kunnen houden.
6 De beoordeling
Gelet op voormeld advies en gehoord hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist en dat de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar dient te worden verlengd.
De rechtbank heeft daartoe overwogen dat bij betrokkene sprake is van ernstige verslavingsproblematiek en een gebrek aan copingvaardigheden. Betrokkene weet niet om te gaan met spanningen hetgeen regelmatig heeft geleid tot incidenten.
Duidelijk is geworden dat een behandeling van betrokkene nog niet echt is begonnen. De deskundige heeft hierover verklaard dat dit veroorzaakt wordt door de complexe diagnostiek. De rechtbank is van oordeel dat, ondanks de complexiteit van de problematiek bij betrokkene, de situatie zeer zorgelijk is nu deze al geruime tijd voortduurt.
De rechtbank zal de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege wederom verlengen met één jaar om zodoende de voortgang van de diagnostiek en behandeling te kunnen bewaken.
De rechtbank hecht eraan op te merken dat de terbeschikkinggestelde aan de verlenging met één jaar niet de conclusie kan verbinden dat thans reeds naar een einde, al dan niet voorwaardelijk, van de tbs-maatregel wordt toegewerkt. De termijn van één jaar wordt enkel en alleen uitgesproken ter bewaking van de diagnostiek en voortgang in de behandeling.
7 De toepasselijke wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.
8 De beslissing
De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [terbeschikkinggestelde] voor de tijd van één jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.J. Veldhuijzen, voorzitter, mrs. H.A. Brouwer en P.L.C.M. Ficq, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. L.C.J. van der Heijden en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 23 januari 2012.