Overige bewijsoverwegingen ten aanzien van de feiten 3 en 4
Bij de zoeking in de schuur aan de [adres] te [woonplaats] op 14 juni 2011 werden twee voertuigen aangetroffen, te weten een Seat Ibiza, voorzien van kenteken [kenteken], en een Peugeot 206, voorzien van kenteken [kenteken].
Op 9 maart 2011 is door [aangeefster 1] aangifte gedaan van diefstal op 9 maart 2011 te Nieuwegein van een witte Seat Ibiza met het kenteken [kenteken], bouwjaar 2011. Aangeefster heeft haar auto in de avond van 8 maart 2011 geparkeerd op de [adres] te Nieuwegein. Aangeefster is vermoedelijk tijdens het uitlaten van haar hond, in de avond van 8 maart 2011, haar autosleutels verloren. Op 9 maart 2011, omstreeks 8:30 uur, heeft de buurman van aangeefster de auto nog zien staan. Toen aangeefster op 9 maart 2011, omstreeks 10:00 uur, haar auto wilde gebruiken, was de auto weggenomen.
Op 15 april 2011 is door [aangeefster 2] aangifte gedaan van diefstal in Houten van een blauwe Peugeot 206 met het kenteken [kenteken], bouwjaar 2000. Aangeefster heeft de auto op 14 april 2011, omstreeks 22:30 uur, geparkeerd op de [adres] te Houten. Toen zij op 15 april 2011, omstreeks 8:00 uur, de auto wilde gebruiken, was de auto weggenomen. Op de plaats delict lag een zogenoemde slotplaat.
Verdachte heeft verklaard dat de in de schuur aangetroffen auto’s door een derde bij hem zijn gebracht, naar hij aanneemt [naam]. Verdachte heeft op 19 augustus 2011 verklaard dat hij voor de in de schuur aangetroffen auto’s niet heeft betaald aan [naam], maar dat hij juist de ruimte in de schuur beschikbaar stelde en daarvoor geld zou krijgen van [naam]. Voorts heeft verdachte verklaard dat eerst de Seat Ibiza werd gebracht en twee maanden later de Peugeot 206. De Peugeot was in slechte staat, de deuren zaten er niet meer in en alles lag er los in, behalve het interieur en het dashboard.
De Seat had ook geen deuren meer en daar lag ook veel los in de auto. Alleen het rechterportier lag nog in de auto. De Seat had geen voorruit meer. Verdachte heeft niet gezien dat de auto’s door [naam] werden gebracht. Ze stonden er beide keren al toen hij bij de schuur kwam. [naam] had aan verdachte verteld dat hij deze auto’s had om te gebruiken voor de onderdelen en dat hij, [naam], de Seat had geïmporteerd uit België.
Verdachte zag in de kofferbak van de Peugeot onder de mat twee kentekenplaten liggen en vermoedde dat die auto mogelijk gestolen was. Verdachte heeft de kentekenplaten uit de auto gehaald, opgevouwen en op de koelkast gelegd.
Ter terechtzitting d.d. 23 januari 2012 heeft verdachte verklaard dat het financieel interessant is om een buitenlandse auto, waarvoor geen BPM is betaald, uit elkaar te halen en de onderdelen te gebruiken voor een Nederlandse auto.