ECLI:NL:RBUTR:2012:BV2997

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
6 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/711185-11 (afgesplitst op 19 december 2011) [P]
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak wegens diefstal en heling van voertuigen

In de strafzaak met parketnummer 16/711185-11, behandeld door de Rechtbank Utrecht, is op 6 februari 2012 vonnis gewezen. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1986, die beschuldigd werd van diefstal en heling van twee voertuigen. De rechtbank heeft de zaak inhoudelijk behandeld op verschillende zittingen, waarbij de feiten in twee delen zijn gesplitst. De eerste zitting vond plaats op 19 december 2011, waar de feiten 1 en 2 werden behandeld. De rechtbank heeft op 2 januari 2012 reeds een vonnis gewezen met betrekking tot deze feiten. De tweede zitting vond plaats op 23 januari 2012, waar de feiten 3 en 4 aan de orde kwamen. De tenlastelegging omvatte onder andere het wegnemen van een Seat Ibiza en een Peugeot 206 door middel van een valse sleutel, alsook de heling van deze voertuigen.

Tijdens de zittingen hebben zowel de officier van justitie als de verdediging hun standpunten gepresenteerd. De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd, en de verdediging heeft dit standpunt ondersteund. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte wettig en overtuigend schuldig te verklaren voor de ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn en dat zij bevoegd is om de zaak te behandelen. Uiteindelijk heeft de rechtbank op 6 februari 2012 de verdachte vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten, omdat het dossier onvoldoende aanknopingspunten bood voor een veroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
parketnummer: 16/711185-11 (afgesplitst op 19 december 2011) [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 6 februari 2012
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1986] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres].
raadsman mr. W.J. Ausma, advocaat te Utrecht
1 Onderzoek van de zaak
De zaak met bovenstaand parketnummer is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 19 december 2011 voor zover de tenlastelegging ziet op de feiten 1 en 2. Op deze zitting van 19 december 2011 zijn de feiten 3 en 4 gesplitst overeenkomstig artikel 285, vierde lid, van het Wetboek van Strafvordering. Met betrekking tot de feiten 1 en 2 heeft de rechtbank op 2 januari 2012 vonnis gewezen.
Ter terechtzitting van 23 januari 2012 zijn de feiten 3 en 4 inhoudelijk behandeld, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging, zoals thans aan de orde, is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
3. op 9 maart 2011 te Nieuwegein, samen met anderen, een personenauto (Seat Ibiza) heeft weggenomen door middel van een valse sleutel; subsidiair: op 14 juni 2011 te Houten zich schuldig heeft gemaakt aan (schuld)heling van die auto;
4. op 14 april 2011 te Houten, samen met anderen, een personenauto (Peugeot 206) heeft weggenomen door middel van een valse sleutel; subsidiair: op 14 juni 2011 te Houten zich schuldig heeft gemaakt aan (schuld)heling van die auto.
3 De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd voor de ten laste gelegde feiten.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte samen met anderen betrokken is bij de hem ten laste gelegde feiten. Het dossier biedt daarvoor onvoldoende aanknopingspunten.
De rechtbank zal verdachte derhalve vrijspreken van de hem ten laste gelegde feiten.
5 De beslissing
De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van de onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J. Veldhuijzen, voorzitter, mr. M.J. Grapperhaus en mr. M.A.A.T. Engbers, rechters, in tegenwoordigheid van A. Heijboer, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 6 februari 2012.