ECLI:NL:RBUTR:2012:BV2253
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Berekening van wachtgeld en bovenwettelijke uitkering in arbeidsrechtelijke geschil
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 30 januari 2012, stond de berekening van het wachtgeld en de bovenwettelijke uitkering centraal. De verzoekende partij, Stichting Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland (ROC), had een verzoek ingediend met betrekking tot de uitkering van [verweerdster], die in deze procedure werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. A. Schellart. De kantonrechter diende te oordelen over de vraag of de berekening van ROC correct was, gezien de fictieve opzegtermijn van 1 februari 2012 tot 1 juni 2012, waarover [verweerdster] geen recht had op wachtgeld en bovenwettelijke uitkering.
De gemachtigde van [verweerdster] had eerder gereageerd op de berekeningen van ROC, waarbij zij stelde dat het door ROC berekende totaalbedrag van EUR 158.694,75 aan wachtgeld en bovenwettelijke uitkering verlaagd diende te worden. De kantonrechter oordeelde dat de berekening van ROC niet volledig was, omdat deze geen rekening hield met de inkomensderving die [verweerdster] zou lijden door de fictieve opzegtermijn. De rechter concludeerde dat het totale bedrag aan wachtgeld en bovenwettelijke uitkering dat [verweerdster] zou ontvangen, lager zou zijn dan het door ROC berekende bedrag.
Uiteindelijk besloot de kantonrechter dat ROC een vergoeding van EUR 120.000,00 bruto aan [verweerdster] diende te betalen. Tevens werd bepaald dat de proceskosten door beide partijen zelf gedragen zouden worden, tenzij ROC het verzoek tijdig zou intrekken. Deze beschikking werd uitgesproken in het openbaar, waarbij de kantonrechter de argumenten van beide partijen zorgvuldig had afgewogen en tot een billijke beslissing was gekomen.