ECLI:NL:RBUTR:2012:BV1637
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.J. Grapperhaus
- M.A.E. Somsen
- N. van der Velden
- Rechtspraak.nl
Verlenging terbeschikkingstelling en beoordeling van delictgevaar
In de zaak met parketnummer 16/120239-01 heeft de rechtbank Utrecht op 2 januari 2012 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1959. De officier van justitie had op 15 november 2011 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar. De rechtbank heeft de vordering beoordeeld aan de hand van verschillende stukken, waaronder een rapport van de Van der Hoevenkliniek en eerdere uitspraken van het gerechtshof. De terbeschikkinggestelde was eerder veroordeeld voor ernstige geweldsdelicten, waaronder poging tot moord en doodslag, en was sinds 22 december 2006 onder behandeling in de Van der Hoevenkliniek.
Tijdens de zitting op 19 december 2011 zijn zowel de officier van justitie als de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door haar raadsman, gehoord. De deskundige van de Van der Hoevenkliniek heeft verklaard dat de terbeschikkinggestelde goed functioneert en dat er geen risico op terugval in gewelddadig gedrag is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde sinds januari 2011 in haar eigen huurwoning woont en een stabiel leven leidt, met een goede relatie en contact met haar kinderen. De deskundige heeft geadviseerd om de terbeschikkingstelling onvoorwaardelijk te beëindigen, omdat de terbeschikkinggestelde geen alcohol meer gebruikt en goed begeleid wordt.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen gevaar voor de algemene veiligheid van personen bestaat en dat de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling moet worden afgewezen. De beslissing is genomen in overeenstemming met de officier van justitie en de raadsman, die ook pleitte voor beëindiging van de terbeschikkingstelling. De rechtbank heeft de oorspronkelijke vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling afgewezen en de terbeschikkingstelling onvoorwaardelijk beëindigd.