ECLI:NL:RBUTR:2012:BV1494

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
19 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/600043-11
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD)

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 19 januari 2012 uitspraak gedaan over de voortzetting van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD) voor de veroordeelde, die momenteel verblijft in de P.I. Utrecht, locatie Wolvenplein. Het onderzoek vond plaats op 5 januari 2012, waarbij de officier van justitie, de veroordeelde, zijn raadsman mr. J.G.M. Dassen, en deskundige [A] aanwezig waren. De rechtbank heeft het voortgangsverslag van 28 december 2011 in overweging genomen, waarin werd geadviseerd de ISD-maatregel voort te zetten. Dit verslag benadrukt het belang van een goede dagbesteding, begeleiding bij het vinden van woonruimte, en behandeling van alcoholafhankelijkheid en agressief gedrag voor de veroordeelde.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde zich goed heeft aangepast binnen de inrichting en actief deelneemt aan de aangeboden activiteiten. Er zijn plannen voor ambulante behandeling en de veroordeelde is bezig met het opbouwen van verlof. De rechtbank heeft ook kennisgenomen van de intenties van de inrichting om in april 2012 een bespreking te houden over het vervolgtraject en de nazorg, waarbij de huisvesting van de veroordeelde na de ISD-maatregel aan de orde zal komen.

De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is om de ISD-maatregel te beëindigen, gezien de inzet van de veroordeelde en de adequate uitvoering van de maatregel tot nu toe. De rechtbank heeft de mogelijkheid voor de veroordeelde en zijn raadsman om een verzoek tot toetsing van de voortgang van de maatregel in te dienen, bevestigd. De beslissing om de maatregel voort te zetten is genomen op basis van artikel 38s van het Wetboek van Strafrecht, en de rechtbank heeft de relevante stukken in het dossier in overweging genomen, waaronder eerdere vonnissen en voortgangsverslagen.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
Parketnummer: 16/600043-11
Datum uitspraak: 19 januari 2012
Beslissing ex artikel 38s Wetboek van Strafrecht
Beslissing van de meervoudige raadkamer voor strafzaken, naar aanleiding van het onderzoek ex artikel 509aa van het Wetboek van Strafvordering, betrekking hebbend op de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders opgelegd aan:
[veroordeelde]
geboren te [geboorteplaats] op [1974],
thans verblijvende in P.I. Utrecht, locatie Wolvenplein te Utrecht.
Raadsman mr. J.G.M. Dassen, advocaat te Utrecht.
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier van de veroordeelde bevindende stukken, waaronder:
- het vonnis van deze rechtbank d.d. 31 maart 2011 waaruit blijkt dat aan de veroordeelde is opgelegd de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van 2 jaar en waarbij de rechtbank heeft bepaald dat het openbaar ministerie binnen 9 maanden dient te berichten over de wenselijkheid of noodzakelijkheid van de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel;
- een de veroordeelde betreffend voortgangsverslag tenuitvoerlegging ISD-maatregel d.d. 28 december 2011, opgemaakt door [A] (individueel trajectbegeleider) en [B] (plaatsvervangend vestigingsdirecteur), beiden werkzaam bij de P.I. Utrecht, locatie Wolvenplein, waarin wordt geadviseerd de ISD-maatregel voort te zetten.
Het onderzoek heeft plaats gevonden ter zitting van 5 januari 2012, waarbij zijn gehoord:
de officier van justitie,
de veroordeelde,
de raadsman van de veroordeelde,
de deskundige [A], voornoemd.
OVERWEGINGEN:
Voornoemd voortgangsverslag d.d. 28 december 2011 houdt onder meer het volgende in.
Bij het invullen van de ISD-maatregel zal de nadruk moeten liggen op het vinden van een goede dagbesteding voor veroordeelde waarmee hij structuur in zijn leven kan aanbrengen. Daarnaast zullen zijn arbeidsmogelijkheden moeten worden bekeken en zal hij begeleid moeten worden in het vinden van vaste woonruimte.
Veroordeelde is in staat om zelfstandig te wonen maar dient regelmatig gecontroleerd te worden om terugval te voorkomen. Op het gebied van behandeling dient veroordeelde getraind te worden in het minderen van zijn alcoholafhankelijkheid. Tevens dient veroordeelde te worden behandeld met betrekking tot agressief gedrag.
Ten aanzien van de voortgang binnen het ISD-programma wordt in het voortgangsverslag opgemerkt dat veroordeelde binnen het Wolvenplein tot een goede aanpassing is gekomen. Aanvankelijk verbleef veroordeelde op de motivatieafdeling en nam hij deel aan de reguliere groepsgesprekken op de afdeling, de wekelijkse mentorgesprekken en de leefstijltraining.
Om ambulante behandeling aan te kunnen bieden bij Kade 17 is veroordeelde op 25 november 2011 op het Voorplein geplaatst, een afdeling binnen het Wolvenplein waar de aandacht zich richt op het leren omgaan met vrijheden. Veroordeelde neemt daar actief deel aan de aangeboden activiteiten en ontvangt regelmatig bezoek van zijn familie. Op 22 december 2012 heeft een gesprek plaatsgevonden met twee behandelaren van Kade 17 en de behandeling kan op zeer korte termijn aanvangen. Veroordeelde is bezig met het opbouwen van verlof en vanaf 7 januari 2012 zal hij ook zonder begeleiding verlof krijgen. Op dat moment zal hem ook passende dagbesteding worden aangeboden.
Ten aanzien van het vervolgtraject en de nazorg zal in april 2012 een bespreking plaatsvinden, zo verklaarde [A] ter terechtzitting, waarna een plan zal worden opgesteld waarbij ook de adviezen van Kade 17 en de casemanager van Centrum Maliebaan worden meegewogen.
Indien de maatregel wordt opgeheven wordt de kans op recidive zeer hoog geacht. Om die reden wordt geadviseerd de ISD-maatregel te continueren.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting geconcludeerd tot voortzetting van de ISD-maatregel.
De raadsman heeft ter terechtzitting betoogd - kort gezegd - dat alle mogelijkheden van de ISD-maatregel optimaal benut zouden moeten worden, waaronder ook het begeleid wonen en het realiseren van woonruimte. De raadsman heeft de rechtbank verzocht om daarover expliciet een overweging in de beslissing op te nemen. Veroordeelde heeft ter terechtzitting aangegeven dat hij na de gesprekken in april 2012 een nieuwe toetsing wil aanvragen.
De rechtbank is van oordeel dat er op grond van het vorenstaande geen aanleiding is de ISD-maatregel te beëindigen. De invulling van de maatregel heeft tot nu toe, zowel vanuit de veroordeelde als vanuit de inrichting, op een adequate manier plaatsgevonden. De veroordeelde toont inzet en de inrichting biedt mogelijkheden tot voortgang binnen het programma. De rechtbank heeft kennis genomen van het voornemen van de inrichting om in april 2012 het vervolgtraject en de nazorg te bespreken waarbij ook de huisvesting van veroordeelde tijdens en na de ISD nadrukkelijk onderwerp van gesprek vormt. Daarbij heeft de trajectbegeleider als uitgangspunt benoemd dat huisvesting van veroordeelde buiten de inrichting (bijvoorbeeld begeleid wonen) aangeboden wordt (ruim) voordat de maatregel eindigt. De rechtbank gaat er van uit dat de inrichting deze voornemens (behoudens bijzondere omstandigheden) tot uitvoering zal brengen.
De rechtbank ziet geen noodzaak voor herhaalde tussentijdse toetsing van de voortzetting van de maatregel. In het geval de situatie daartoe aanleiding geeft, heeft de verdachte of de raadsman de mogelijkheid een verzoek tot toetsing van de voortgang van de maatregel bij de rechtbank in te dienen.
De rechtbank heeft gelet op artikel 38s van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING:
De rechtbank verstaat dat de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders, opgelegd aan [veroordeelde] voornoemd, wordt voortgezet.
Aldus gedaan door mrs. P.L.C.M. Ficq, H.A. Brouwer en M.H.L. Schoenmakers, bijgestaan door A. Heijboer als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank van 19 januari 2012.
Mr. M.H.L. Schoenmakers is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.