ECLI:NL:RBUTR:2012:BV1331

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
20 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/600292-11
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klaagschrift inzake verbeurdverklaring van in beslag genomen auto in strafzaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 20 januari 2012 uitspraak gedaan in een klaagschrift dat was ingediend door klager, geboren in Bulgarije en verblijvende in PI Limburg Zuid. Het klaagschrift was gericht tegen de verbeurdverklaring van een BMW 525, die op 23 maart 2011 in beslag was genomen in het kader van een strafzaak tegen een medeverdachte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de auto verbeurd was verklaard bij vonnis van 11 juli 2011, waarin klager en de medeverdachte waren veroordeeld voor het medeplegen van opzettelijk gebruik van een valse waardekaart en witwassen. Klager had verzocht om teruggave van de auto, maar de rechtbank oordeelde dat het klaagschrift ontvankelijk was, omdat het was ingediend binnen de gestelde termijn van drie maanden na de verbeurdverklaring.

De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de rol van klager en de medeverdachte bij de aankoop en het gebruik van de auto. Klager had verklaard dat hij de auto moest besturen omdat hij de enige met een rijbewijs was. De rechtbank concludeerde dat, hoewel klager de eigenaar van de auto was, hij op de hoogte was van het gebruik van de auto voor strafbare feiten. Dit leidde tot de conclusie dat de verbeurdverklaring voldeed aan de vereisten van artikel 33s van het Wetboek van Strafrecht.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het klaagschrift ongegrond verklaard en het verzoek om teruggave van de auto afgewezen. De beslissing werd genomen door rechter G. Perrick in aanwezigheid van griffier M.G.M. van Rijnstra, en werd uitgesproken tijdens een openbare zitting op 20 december 2011.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
Parketnummer: 16/600292-11
Rekestnummer: 11/1588
Beschikking van de enkelvoudige raadkamer, op het op 15 september 2011 ter griffie van deze rechtbank ingekomen klaagschrift van
[klager], (hierna te noemen: klager),
geboren te [geboorteplaats], Bulgarije, op [1987],
verblijvende in PI Limburg Zuid, locatie De Geerhorst,
domicilie kiezende te 1099 DK Amsterdam, Pieter Braaijweg 85, ten kantore van zijn raadsman, mr. M.L. van Gaalen.
Het klaagschrift is gericht tegen (het voortduren van) de inbeslagneming en (daarmee kennelijk tevens) over het uitblijven van een last tot teruggave van het inbeslaggenomene aan klager.
De rechtbank heeft kennis genomen van de inhoud van het dossier in de strafzaak tegen klager als verdachte (met opgemeld parketnummer), van voornoemd klaagschrift met bijlage (een aankoopbon van de auto op naam van klager), van het schriftelijk advies van de officier van justitie d.d. 14 november 2011, de schriftelijke reactie van de raadsman op het advies d.d. 23 november 2011 en schriftelijke reactie van de officier van justitie d.d. 28 november 2011.
Het klaagschrift is behandeld in openbare raadkamer op 6 december 2011.
Gehoord zijn de raadsman van klager, mr. J.M.J.H. Coumans, advocaat te Amsterdam, ten deze vervangende mr Van Gaalen voornoemd, en de officier van justitie.
De rechtbank gaat bij de beoordeling van het onderhavige beklag uit van de navolgende feiten en omstandigheden:
1. Onder (medeverdachte) [medeverdachte] (parketnummer 600295-11) is op 23 maart 2011 in beslag genomen: BMW 525, met Belgisch kenteken [kenteken];
2. Beslagene heeft geen afstand gedaan van hetgeen in beslag is genomen;
3. Bij vonnis van de meervoudige strafkamer in deze rechtbank d.d. 11 juli 2011 in de zaak tegen [medeverdachte] is voornoemde auto verbeurd verklaard.
4. Klager is evenals [medeverdachte] bij vonnis van de meervoudige strafkamer in deze rechtbank d.d. 11 juli 2011 veroordeeld voor het “ medeplegen van opzettelijk een valse waardekaart bedoeld voor het verrichten van betalingen langs geautomatiseerde weg gebruiken, met het oogmerk zichzelf of anderen te bevoordelen”en voor “witwassen”.
Overwegingen
De raadsman heeft verzocht het klaagschrift ex art. 552a Sv te willen aanmerken als een klaagschrift ex artikel 552b Sv nu de auto waarvan hij teruggave verzoekt in de strafzaak tegen [medeverdachte] verbeurd is verklaard.
De officier van justitie heeft primair geconcludeerd tot afwijzing van voormeld verzoek en subsidiair verzocht tot afwijzing van het beklag c.q. het verzoek tot teruggave van de auto.
De rechtbank zal het klaagschrift, op verzoek van de raadsman en gehoord de officier van justitie, opvatten als beklag over de beslissing van de rechtbank tot de verbeurdverklaring van de in beslag genomen auto.
Dit is een beklag zoals is bedoeld in artikel 552b van het Wetboek van Strafvordering (Sv).
Anders dan ten aanzien van beklag op grond van artikel 552a Sv het geval is, moet de belanghebbende overeenkomstig artikel 552b, derde lid, Sv zich schriftelijk beklagen over de beslissing van de rechtbank tot verbeurdverklaring binnen drie maanden nadat die beslissing uitvoerbaar is geworden.
Voormeld vonnis is op 26 juli 2011 onherroepelijk geworden.
Het klaagschrift is dus ontvankelijk.
Maatstaf bij de beoordeling van onderhavig klaagschrift is of in dit geval is voldaan aan de voorwaarden van artikel 33a lid 2 of 3 Sr, dan wel of de belanghebbende door de verbeurdverklaring te zeer en zonder dat sprake is van hem in voldoende mate te verwijten gedrag in zijn belangen, met name zijn vermogen, is getroffen.
De rechtbank acht in dit geval van belang dat zowel in het vonnis van klager als in dat van [medeverdachte] is vermeld dat deze personen samen met twee anderen in België de betreffende auto hebben gekocht en die voor 15 dagen hebben verzekerd. Daarna zijn zij naar Amsterdam gereden waar [medeverdachte] te horen kreeg wat zij moesten doen. [medeverdachte] en klager zouden 10% krijgen van het gepinde geld. Volgens [medeverdachte] hebben hij en de andere drie mannen, waaronder klager, gepind met de in beslag genomen pinpassen. Er is in Amsterdam en in Utrecht geld opgenomen met de valse pinpassen.
Het vonnis van klager vermeldt dat hij ter terechtzitting heeft verklaard dat hij de auto moest besturen omdat hij de enige was met een rijbewijs.
De rechtbank concludeert hieruit dat, zelfs al is klager de eigenaar, hij in dit geval bekend was met het gebruik daarvan ten behoeve van het plegen van de strafbare feiten, waarmee de verbeurdverklaring voldoet aan de vereisten van artikel 33s Sr.
De rechtbank merkt ten overvloede op dat het enkele gegeven dat de rekening van de auto op naam is gesteld van klager in het onderhavige geval onvoldoende is om te concluderen dat klager de rechtmatige eigenaar is.
Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beklag ongegrond;
- wijst af het verzoek om teruggave.
Deze beslissing is gewezen door mr. G. Perrick, rechter, als lid van de enkelvoudige raadkamer, in tegenwoordigheid van drs. M.G.M. van Rijnstra, griffier
en uitgesproken ter openbare zitting van de enkelvoudige raadkamer in deze rechtbank van 20 december 2011.