ECLI:NL:RBUTR:2012:BV0948

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
18 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
726499 UC EXPL 10-20444
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging wijziging huurovereenkomst door dwaling in detentie situatie

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 18 januari 2012, betreft het een huurovereenkomst tussen de stichting Portaal en de echtgenoten A. en B. A. was op dat moment langdurig in detentie, terwijl B de woning alleen betrok. Na een afstandsverklaring van B, die door de verhuurder werd geaccepteerd, bleek dat A nog steeds in detentie zat. De verhuurder, Portaal, deed een geslaagd beroep op dwaling, wat leidde tot een vordering tot betaling van huurpenningen door B.

De kantonrechter heeft in deze zaak vastgesteld dat de afstandsverklaring van B niet rechtsgeldig was, omdat zij niet had gemeld dat A nog steeds in detentie zat. Dit leidde tot de conclusie dat Portaal, indien zij op de hoogte was geweest van de detentie van A, niet had ingestemd met de afstandsverklaring. De kantonrechter oordeelde dat B haar mededelingsplicht had geschonden, wat resulteerde in de vernietiging van de wijziging van de huurovereenkomst voor de periode tot en met november 2008.

De vordering van Portaal tot betaling van huurpenningen over deze periode werd toegewezen, evenals de wettelijke rente. De kantonrechter wees de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten af, omdat Portaal niet voldoende had onderbouwd dat deze kosten daadwerkelijk waren gemaakt. B werd veroordeeld in de proceskosten, die in totaal op € 674,93 werden begroot. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
sector handel en kanton
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 726499 UC EXPL 10-20444 mc/4071
vonnis d.d. 18 januari 2012
inzake
de stichting Stichting Portaal,
gevestigd te Baarn,
verder ook te noemen Portaal,
eisende partij,
gemachtigde: Jongerius Gerechtsdeurwaarders/Juristen Incasso,
tegen:
1. [gedaagde sub 1],
wonende te [woonplaats],
verder ook te noemen [gedaagde sub 1],
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. M.J. Hoogendoorn,
2. [gedaagde sub 2],
wonende te [woonplaats],
verder ook te noemen [gedaagde sub 2],
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. T. Seker.
Het verloop van de procedure
De kantonrechter verwijst naar het tussenvonnis van 14 september 2011.
[gedaagde sub 1] heeft voorafgaand aan de comparitie nog een stuk in het geding gebracht.
De comparitie is gehouden op 23 december 2011. Daarvan is proces-verbaal opgemaakt.
Hierna is uitspraak bepaald.
Het geschil en de beoordeling daarvan
1.
Ter gelegenheid van de comparitie heeft Portaal de vordering tegen [gedaagde sub 1], als ook de vorde-ring ter zake de mutatiekosten ingetrokken. Hieruit volgt dat thans enkel nog de vordering van Portaal op [gedaagde sub 2], voor zover die ziet op de huurpenningen over de periode van juni tot en met november 2008 ten bedrage van € 1.123,75, in geschil is.
2.
De vraag die vervolgens beantwoord dient te worden is of [gedaagde sub 2] gehouden is om voormeld bedrag aan Portaal te betalen. Daartoe wordt het volgende overwogen.
3.
In aanvulling op hetgeen in de overwegingen 1.2 en 1.3 van voormeld vonnis van 14 septem-ber 2011 is vermeld, heeft Portaal tijdens de comparitie onweersproken aangegeven dat de woning in het kader van de tussen [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 1] uitgesproken echtscheiding aan [gedaagde sub 2] is toebedeeld en dat [gedaagde sub 2] nadien alleen in de woning verbleef. Van een verzoek om te bepalen dat [gedaagde sub 2] alleen als huurder moet worden aangemerkt, als bedoeld in artikel 7:266, lid 5, BW, is de kantonrechter evenwel niet gebleken.
Voorts heeft Portaal gesteld dat haar brieven van 28 maart 2008 aan [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] zijn ge-baseerd op door [gedaagde sub 2] verstrekte onjuiste informatie, aangezien [gedaagde sub 2] niet heeft aangegeven dat [gedaagde sub 1] op 18 februari 2008 (nog steeds) voor een langere periode gedetineerd was. Gelet hierop heeft Portaal bij het honoreren van het verzoek van [gedaagde sub 2] om niet langer als mede-huurder te worden aangemerkt dan ook gedwaald, aldus Portaal. Naar de mening van Portaal heeft [gedaagde sub 2] de op haar rustende mededelingsplicht geschonden en heeft zij niet zorg gedra-gen voor een goede beëindiging van de huurovereenkomst. Portaal heeft ten slotte de ver-nietiging van de hiervoor bedoelde afstandsverklaring van [gedaagde sub 2] ingeroepen.
4.
[gedaagde sub 2] heeft zich op het standpunt gesteld dat zij wel aan Portaal heeft meegedeeld dat [gedaagde sub 1] in detentie zat, zodat er geen sprake is van dwaling. Er is dan ook geen grond om de vorde-ring van Portaal toe te wijzen, aldus [gedaagde sub 2].
5.
Uit de door [gedaagde sub 1] op 19 oktober 2011 overgelegde verklaring van de Penitentiaire Inrichting Midden Holland blijkt dat [gedaagde sub 1] vanaf 21 maart 2005 in detentie zit en dat de geplande eind-datum 27 oktober 2011 is. Hieruit volgt onmiskenbaar dat [gedaagde sub 1] in de onderhavige periode geen hoofdverblijf in de woning heeft gehad.
6.
Nu [gedaagde sub 2] ter zitting nader heeft verklaard dat zij bij het indienen van de afstandsverklaring niet aan Portaal heeft meegedeeld dat [gedaagde sub 1] (nog steeds) in detentie zat, gaat de kanton-rechter voorbij aan haar andersluidende stelling in haar conclusies. Ook overigens is de kan-tonrechter niet gebleken van een dergelijke mededeling. De met de hand geschreven aanteke-ningen op het huurcontract, dat op 4 oktober 2005 is ondertekend en waarop is vermeld dat [gedaagde sub 1] in detentie zit, doet hieraan niet af, gelet op het lange tijdsverloop tussen deze onder-tekening en de datum van de afstandsverklaring. Daarbij is op het huurcontract ook niet vermeld voor hoelang [gedaagde sub 1] gedetineerd zou blijven.
7.
Bij het vorenstaande acht de kantonrechter tevens van belang dat in de periode februari/maart 2008 bekend was dat de detentie van [gedaagde sub 1] ook na deze periode nog een geruime periode zou voortduren. [gedaagde sub 2] wist derhalve dat de woning na haar vertrek nog langere tijd door niemand bewoond zou worden. Geoordeeld wordt dat deze wetenschap voor haar aanleiding had moeten zijn om hieromtrent een mededeling aan Portaal te doen. Door dit na te laten, heeft zij de op haar als huurder rustende mededelingsverplichting geschonden.
8.
Geoordeeld wordt dat Portaal in voldoende mate aannemelijk heeft gemaakt dat zij, wanneer zij had geweten van de (langdurige) detentie van [gedaagde sub 1], niet (zonder meer) had ingestemd met de afstandsverklaring van [gedaagde sub 2], die moet worden aangemerkt als een wijziging van de oorspronkelijke huurovereenkomst, waarbij zowel [gedaagde sub 1] als [gedaagde sub 2] als huurders zijn aange-merkt. Dit brengt mee dat het beroep van Portaal op dwaling slaagt en dat de wijziging van de huurovereenkomst, veroorzaakt door de afstandsverklaring, vernietigbaar is voor zover die ziet op de periode tot en met november 2008.
9.
Het vorenstaande leidt tot het oordeel dat [gedaagde sub 2] geacht moet worden ook in de periode waar-over thans de huurpenningen worden gevorderd huurder te zijn geweest van de onderhavige woning. De vordering van Portaal, zoals hiervoor in overweging 1 weergegeven, zal derhalve worden toegewezen.
10.
De gevorderde wettelijke rente zal als onweersproken eveneens worden toegewezen, zoals hieronder vermeld.
11.
Portaal heeft een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. Voor de verschul-digdheid van buitengerechtelijke incassokosten dient te worden gesteld en onderbouwd op grond waarvan deze verschuldigd zijn en voorts dat genoemde kosten daadwerkelijk zijn ge-maakt. Daarbij hanteert de kantonrechter conform het rapport Voorwerk II het uitgangspunt dat het moet gaan om verrichtingen die meer omvatten dan een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige in-lichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. Portaal heeft niet of onvoldoende gesteld, gespecificeerd en/of onderbouwd dat de gevorderde buitengerechtelijke kosten daadwerkelijk zijn gemaakt en/of moeten worden aangemerkt als buitengerechtelijke kosten, reden waarom de kosten waarvan Portaal vergoeding vordert, moeten worden aange-merkt als betrekking hebbend op verrichtingen waarvoor de proceskostenveroordeling wordt geacht een vergoeding in te sluiten. De kantonrechter zal dit onderdeel van de vordering afwijzen.
12.
[gedaagde sub 2] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de pro-cedure, met dien verstande dat de explootkosten conform het Besluit tarieven ambtshande-lingen gerechtsdeurwaarders zullen worden beperkt tot € 94,93. De proceskosten worden begroot op:
- kosten exploot € 94,93
- griffierecht € 280,00
- salaris gemachtigde € 300,00
Totaal € 674,93.
De beslissing
De kantonrechter:
vernietigt de wijziging van de huurovereenkomst als gevolg van de door [gedaagde sub 2] ingediende afstandsverklaring, voor zover die ziet op de periode tot en met november 2008;
veroordeelt [gedaagde sub 2] om aan Portaal tegen bewijs van kwijting te betalen € 1.123,75, te ver-
meerderen met de wettelijke rente over dit bedrag, telkens vanaf de vervaldata van de respectieve termijnen tot de dag der algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde sub 2] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Portaal, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 674,93, waarin begrepen € 300,- aan salaris gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.C. Hartendorp, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 18 januari 2012.