ECLI:NL:RBUTR:2012:7333

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
4 juli 2012
Publicatiedatum
15 december 2017
Zaaknummer
315683 / HA ZA 11-1856
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake boetebeding en concurrentiebeding tussen Talisman Software B.V. en SQL Integrator B.V.

In deze zaak, uitgesproken op 4 juli 2012 door de Rechtbank Utrecht, gaat het om een geschil tussen Talisman Software B.V. (eiseres) en SQL Integrator B.V. (gedaagde) over de nakoming van een concurrentiebeding en de toepassing van een boetebeding. Talisman, actief in de bemiddeling van IT-werknemers, had een raamovereenkomst gesloten met SQL, die software ontwikkelt. In deze overeenkomst was een concurrentiebeding opgenomen dat Talisman verbiedt om gedurende een bepaalde periode contact te onderhouden met de eindopdrachtgevers van SQL. SQL stelt dat Talisman dit beding heeft geschonden door een werknemer rechtstreeks bij een eindopdrachtgever te plaatsen, wat leidde tot een boete van € 15.000 per overtreding of € 2.500 per dag dat de overtreding voortduurt.

De rechtbank oordeelt dat Talisman in strijd heeft gehandeld met het concurrentiebeding en dat SQL recht heeft op een boete. De rechtbank overweegt dat de hoogte van de boete gematigd kan worden op basis van de omstandigheden van het geval. Talisman heeft aangevoerd dat de boete buitensporig is in verhouding tot de schade die SQL heeft geleden. De rechtbank komt tot de conclusie dat de boete moet worden gematigd tot € 145.000,00, rekening houdend met de onderhandelingen tussen partijen over een minnelijke oplossing.

In reconventie vordert SQL betaling van de boete en schadevergoeding. De rechtbank wijst de vorderingen van Talisman in conventie af, omdat de vordering van SQL op Talisman de hoogte van de achterstallige betalingen overschrijdt. SQL krijgt in reconventie een bedrag van € 20.883,00 toegewezen, en Talisman wordt veroordeeld tot vergoeding van de door SQL geleden schade, nader op te maken bij staat. De proceskosten worden aan Talisman opgelegd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK UTRECHT

Sector handel en kanton
Handelskamer
zaaknummer / rolnummer: 315683 / HA ZA 11-1856
Vonnis van 4 juli 2012
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TALISMAN SOFTWARE B.V.,
gevestigd te Woerden,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. M.R. van Zanten te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SQL INTEGRATOR B.V.,
gevestigd te Leerdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. B.A. Boer te ‘s Gravenhage.
Partijen zullen hierna Talisman en SQL worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 29 februari 2012
  • het proces-verbaal van comparitie van 15 mei 2012
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Talisman houdt zich onder meer bezig met de bemiddeling en/of terbeschikkingstelling van arbeidskrachten en derden voor IT gerelateerde werkzaamheden en opdrachten en het verrichten van IT gerelateerde diensten.
2.2.
SQL houdt zich onder meer bezig met de ontwikkeling, vervaardiging en exploitatie van software, alsmede het verlenen van verdere diensten op het gebied van automatisering.
2.3.
Partijen hebben op 28 oktober 2010 een raamovereenkomst gesloten waarin algemene afspraken zijn vastgelegd met betrekking tot het beschikking stellen van automatiseringsdeskundigen door Talisman aan SQL. Concrete afspraken met betrekking tot het door Talisman tegen betaling ter beschikking stellen van een specifieke automatiseringsdeskundige aan SQL, werden vastgelegd in een deelovereenkomst.
2.4.
In de raamovereenkomst, waarin Talisman wordt aangeduid als “opdrachtnemer” en SQL als “opdrachtgever” is in artikel 8.2 een non-concurrentie- en relatiebeding (hierna: het concurrentiebeding) opgenomen, waarin voor zover hier van belang het volgende is bepaald.
“8.2 Tijdens de uitvoering van een Deelovereenkomst en gedurende 12 maanden na het einde daarvan zullen Opdrachtnemer en haar groepsvennootschappen geen contact onderhouden met, werkzaamheden verrichten voor, advies geven aan of op enigerlei andere wijze - al dan niet financieel - betrokken zijn bij Eindopdrachtgever(s) die aan Opdrachtgever een opdracht heeft (hebben) verstrekt voor de uitvoering waarbij Opdrachtgever Opdrachtnemer heeft ingeschakeld. (…)”
2.5.
Daarnaast is in de raamovereenkomst onder artikel 10 het volgende boetebeding opgenomen.
“10.1 Bij overtreding van één of meer bepalingen van de artikelen 2, 8 en 9 verbeurt Opdrachtnemer aan Opdrachtgever een direct opeisbare boete van € 15.000,-- per overtreding of € 2.500,-- voor iedere dag dat de overtreding voortduurt, zulks ter keuze van Opdrachtgever.
10.2
Opdrachtgever zal Opdrachtnemer zo spoedig mogelijk informeren indien zich een situatie voordoet waarin Opdrachtnemer een boete verbeurt of dreigt te verbeuren. Ongeacht de verschuldigde respectievelijk betaalde boetes is Opdrachtnemer gehouden om de werkelijke schade aan Opdrachtgever te vergoeden.”
2.6.
Per 1 november 2010 is tussen partijen een deelovereenkomst gesloten (hierna: de deelovereenkomst) met betrekking tot de door Talisman aan SQL beschikbaar gestelde automatiseringsdeskundige [A] . [A] is door SQL bij NCB Naturalis te Leiden geplaatst om aldaar werkzaamheden te verrichten. In deze deelovereenkomst is onder meer bepaald dat facturen binnen vijf dagen na ontvangst dienen te worden betaald.
2.7.
In de periode van 14 februari 2011 tot 1 juli 2011 heeft Talisman de heer [B] rechtstreeks als automatiseringsdeskundige geplaatst bij NCB Naturalis.
2.8.
Tijdens een overleg tussen partijen op 19 mei 2011 is Talisman er door SQL op gewezen dat rechtstreekse plaatsing van [B] bij NCB Naturalis in strijd is met het concurrentiebeding van de raamovereenkomst.
2.9.
In een e-mail van 15 juni 2011 schrijft mr. [C] namens SQL aan [D] , country manager van Talisman, dat de heer [E] , algemeen directeur van SQL, het probleem met betrekking tot het boetebeding in de minne wenst op te lossen.
2.10.
In een e-mail van [E] aan [D] van 21 juni 2011 staat onder andere het volgende geschreven.
“(…) Zoals reeds door mijn juridisch adviseur, de heer [C] aangegeven, ben ik bereid om het probleem in de minne op te lossen.
Ik geef je hierna mijn visie omtrent de boete en de geleden schade door SQL-Integrator. Graag zou ik hierop een voorstel willen van Talisman hoe we dit probleem kunnen oplossen in de minne. (…)
Volgens de overeenkomst is een boete van 15.000 euro per gebeurtenis verschuldigd door Talisman aan SQL, of 2.500 euro per dag dat de overtreding voortduurt. Naar ik heb begrepen van NCB heeft Talisman een .Net programmeur geplaatst voor ca. 6 weken, is dus 30 dagen. In dit geval zou het een boete betekenen van 75.000 euro. Hierboven hebben wij schade. Namelijk, SQL heeft zelf .Net programmeurs in dienst. Wij hadden deze aanvraag zelf kunnen invullen met onze eigen medewerker tegen een uurtarief van 85 euro. Wij leiden dus een omzetverlies van 20.400. (…)
Graag zou ik jouw voorstel nav bovenstaande willen ontvangen.”
2.11.
Blijkens de e-mails van 22 juni 2011, 24 juni 2011 en 30 juni 2011 van de zijde van Talisman en de e-mails van 23 juni 2011 en 30 juni 2011 van de zijde van SQL hebben partijen vervolgens met elkaar gecorrespondeerd over de mogelijkheid om tot een minnelijke oplossing te komen, hetgeen niet is gelukt.
2.12.
Talisman is door SQL in een brief van 11 juli 2011 gesommeerd binnen 7 dagen een boete te betalen van € 236.250,00, gebaseerd op een 21 daagse werkmaand, te verminderen met door SQL aan Talisman te betalen achterstallige facturen van in totaal € 53.312,00.
2.13.
In een brief van 20 juli 2011 is SQL door Talisman in gebreke gesteld met betrekking tot de betaling van openstaande facturen van in totaal € 55.216,00. Deze facturen hebben betrekking op de inhuur van [A] uit hoofde van de deelovereenkomst.
2.14.
In een brief van 13 september 2011 heeft SQL aan Talisman onder andere het volgende geschreven.
“Voor de volledigheid, cliënte SQL integrator verrekent alle openstaande vorderingen (en de toekomstige vorderingen) met de openstaande vordering ten aanzien van het in werking getreden boete beding.”
2.15.
De samenwerking tussen partijen met betrekking tot de inzet van [A] bij NCB Naturalis is gestopt per 31 oktober 2011.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
Talisman vordert, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
veroordeling van SQL tot betaling aan haar van een bedrag van € 126.736,61, vermeerderd met wettelijke rente over € 124.117,00 vanaf 11 november 2011, althans vanaf datum dagvaarding tot aan de dag der voldoening;
veroordeling van SQL tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten van € 2.842,00;
Talisman (zie ook 3.2.) te veroordelen in de kosten van de procedure, alsmede de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na de datum van dit vonnis tot aan de dag der voldoening;
het vonnis, met inbegrip van de kostenveroordeling, te waarmerken als Europese Executoriale Titel.
3.2.
De rechtbank gaat met betrekking tot het onder 3 gevorderde uit van een kennelijke verschrijving in het petitum van de dagvaarding en zal Talisman lezen als SQL.
3.3.
Talisman legt aan haar vordering de tekortkoming in de nakoming van de onder 2.6. genoemde deelovereenkomst ten grondslag waarin is bepaald dat SQL haar voor de inhuur van [A] € 100,00 per uur dient te betalen. De door [A] gewerkte uren gedurende de weken 13 t/m 44 van het jaar 2011 zijn echter onbetaald gebleven.
3.4.
SQL voert als verweer dat de vordering van Talisman door verrekening met de door Talisman aan haar verschuldigde boete teniet is gegaan en dat zij hier Talisman meerdere keren van op de hoogte heeft gesteld.
in reconventie
3.5.
SQL vordert, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Talisman tot
betaling van de verbeurde boete van € 237.500,00, dan wel een door de rechtbank in goede justitie gematigd te bepalen bedrag aan boete;
inzage in alle contracten die Talisman sinds 28 oktober 2010 met NCB Naturalis heeft gesloten, op laste van een dwangsom van € 1.000,00 voor elke dag dat Talisman daarmee in verzuim blijft, met een maximum van € 237.500,00;
verschaffing van een overzicht van alle bij NCB Naturalis gewerkte uren, op laste van een dwangsom van € 1.000,00 voor elke dag dat Talisman daarmee in verzuim blijft, met een maximum van € 237.500,00;
betaling van de door SQL geleden schade, nader op te maken bij staat;
betaling van de kosten van dit geding.
3.6.
SQL legt aan het onder 1 gevorderde nakoming van het in de raamovereenkomst opgenomen boetebeding ten grondslag. De onder 2 en 3 genoemde vorderingen stoelt zij op artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Aan de onder 4 gevorderde schadevergoeding legt SQL een tekortkoming in de nakoming van het concurrentiebeding uit de raamovereenkomst ten grondslag en de daardoor gederfde omzet.
3.7.
Talisman voert in reconventie als volgt verweer. SQL gaat bij de berekening van de boete uit van te veel door [B] bij NCB Naturalis gewerkte dagen. Blijkens de overgelegde urenstaten heeft [B] in de periode 14 februari 2011 tot 1 juli 2011 in totaal 75 dagen bij NCB Naturalis gewerkt in plaats van de door SQL gestelde 95 werkdagen.
Verder dient de boete door de rechter tot nihil gematigd te worden op grond van artikel 6:94 lid 1 BW, omdat in de gegeven omstandigheden het beroep van SQL op de boetebepaling leidt tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat vanwege de verhouding met de schade. Hierbij gaat het - samengevat - om de volgende omstandigheden.
De plaatsing van [B] bij NCB Naturalis is geen opzet geweest, maar het gevolg van een misverstand, veroorzaakt door een wisseling van accountmanagers. Er is hierdoor sprake van een puur menselijke fout en Talisman heeft, zodra zij dit wist, voorstellen gedaan om de schade van SQL zoveel mogelijk te beperken.
Pas op 19 mei 2011 is Talisman door SQL geconfronteerd met de schending van het concurrentiebeding, terwijl SQL hier al langer kennis van had. Hierdoor heeft SQL in strijd met artikel 10.2 (zie 2.5.) van de raamovereenkomst gehandeld.
Er is een grote wanverhouding tussen enerzijds de hoogte van de boete en anderzijds de schade van SQL, die op grond van de door Talisman behaalde marge met de inzet van [B] bij NCB Naturalis hoogstens € 9.800,00 is. Te meer nu SQL alle schikkingsvoorstellen heeft afgewezen, lijkt het erop dat SQL de boetebepaling wenst te gebruiken als spaarpot en geen rekening houdt met de aard en de strekking van het beding.
SQL had al een betalingsachterstand ten tijde van de vermeende ontdekking van de inbreuk op het concurrentiebeding. Door een beroep op verrekening te doen tracht zij onder haar verplichtingen uit te komen.
Het is maar de vraag of SQL schade heeft geleden, omdat het geenszins vast staat dat SQL de opdracht van NCB Naturalis zou hebben gekregen als Talisman [B] daar niet had geplaatst.
Na de constatering van de schending van het concurrentiebeding op 19 mei 2011 zijn partijen met elkaar in overleg gegaan, ook met betrekking tot de voortduring van de inzet van [B] . Daarom dient SQL vanaf die datum Talisman te ontslaan uit zijn verplichtingen op grond van het boetebeding.
Verder dient - aldus Talisman - de vordering tot verwijzing naar de schadestaatprocedure te worden afgewezen omdat Talisman geen schade heeft geleden door de overtreding van het concurrentiebeding. De vorderingen met betrekking tot het overleggen van bepaalde stukken dienen ook te worden afgewezen omdat Talisman geen andere overeenkomsten met NCB Naturalis heeft gesloten. Daarom heeft SQL geen belang bij een overzicht van alle bij NCB Naturalis gewerkte uren.

4.De beoordeling

in conventie

4.1.
Door SQL wordt niet betwist dat zij facturen van in totaal € 124.117,00 met betrekking tot de inhuur van [A] onbetaald heeft gelaten. Zij stelt echter onder andere in de brieven van 11 juli 2011 (zie 2.12.) en 13 september 2011 (zie 2.14.) een verrekeningsverklaring te hebben gericht tot Talisman als bedoeld in artikel 6:127 BW, zodat Talisman geen vordering meer op haar heeft en de vordering in conventie dan ook afgewezen dient te worden. De rechtbank overweegt dat in artikel 6:127 BW wordt bepaald dat wanneer de schuldenaar de bevoegdheid tot verrekening heeft en deze aan zijn schuldeiser verklaart dat hij zijn schuld met een vordering verrekent, beide verbintenissen tot hun gemeenschappelijk beloop teniet gaan. Talisman heeft de bevoegdheid van SQL om te verrekenen op zich niet betwist, maar gesteld dat SQL een te hoge boete heeft berekend en dat de boete bovendien (tot nihil) gematigd dient te worden. Voor de beoordeling van de vordering in conventie zal de rechtbank dan ook eerst haar oordeel moeten geven over de hoogte van de boete om te kunnen bepalen of de vordering van Talisman door verrekening van de boete teniet is gegaan.
Berekening boete
4.2.
Voorop staat dat door Talisman niet is betwist dat zij in strijd heeft gehandeld met het concurrentiebeding van de raamovereenkomst door [B] rechtstreeks bij NCB Naturalis te plaatsen. Evenmin is door haar betwist dat SQL hierdoor in beginsel een beroep toekomt op het boetebeding uit de raamovereenkomst. Op grond van dit boetebeding komt SQL de keuze toe tussen het opeisen van een eenmalige boete van € 15.000,00 en een boete van € 2.500,00 voor elke dag dat de overtreding voortduurt. SQL heeft gekozen voor het verbeuren van een boete van € 2.500,00 per dag, gedurende 95 werkdagen in de periode 14 februari 2011 tot 1 juli 2011. Talisman heeft echter gesteld, zoals onder 3.7 weergegeven, dat bij de berekening van de hoogte van de boete in beginsel uitgegaan moet worden van 75 dagen, overeenkomstig de door haar overgelegde urenstaten. SQL heeft - eerst ter comparitie - hier tegenovergesteld dat indien het concurrentiebeding en het boetebeding in samenhang worden gelezen, hieruit kan worden afgeleid dat Talisman in beginsel ook boetes tijdens weekenddagen had kunnen verbeuren. Deze uitleg van de raamovereenkomst wordt door de rechtbank niet gevolgd. Voor de uitleg van een schriftelijke overeenkomst is het immers niet genoeg om enkel naar de taalkundige betekenis van de tekst te kijken, maar moet ook worden onderzocht welke betekenis de partijen aan de tekst hebben moeten geven en wat ze over en weer van elkaar mochten verwachten. In dit kader acht de rechtbank het van belang dat SQL reeds in de e-mail van dinsdag 21 juni 2011 (zie 2.10.), waarin voor het eerst een berekening van de boete wordt gemaakt, heeft gerekend met werkdagen. Hetzelfde heeft SQL in haar brief van 11 juli 2011 (zie 2.12) gedaan. De rechtbank leidt hieruit af dat SQL het boetebeding vanaf het moment dat het geschil tussen partijen ontstond, zo heeft uitgelegd dat alleen werkdagen geteld worden bij het berekenen van de boete. Dat SQL achteraf ter comparitie, in reactie op het verweer van Talisman dat [B] maar 75 dagen voor NCB Naturalis heeft gewerkt, alsnog een andere uitleg aan de boetepaling geeft, overtuigt dan ook niet. De rechtbank gaat er hierom vanuit dat de boete berekend dient te worden aan de hand van het aantal werkdagen dat [B] via Talisman voor NCB Naturalis heeft gewerkt. Talisman heeft met het overleggen van de - niet betwiste - urenstaten van [B] gemotiveerd onderbouwd dat [B] in die periode 75 dagen heeft gewerkt. SQL kan hierdoor in beginsel een boete verbeuren van maximaal € 187.500,00, namelijk 75 dagen × een boete van € 2.500,00 per dag.
Matiging
4.3.
De vraag is vervolgens of er aanleiding is de boete van € 187.500,00, waar SQL in beginsel aanspraak op kan maken, te matigen. Hiertoe wordt het volgende overwogen.
Op grond van artikel 6:94 BW kan de rechter een contractuele boete matigen indien de billijkheid dit klaarblijkelijk eist. In de parlementaire geschiedenis bij de artikelen 6:91-94 BW staat dat de rechter dient te beseffen dat voor de verhouding van partijen het uitdrukkelijk overeengekomene in de eerste plaats bepalend is en dat de rechter dus van zijn bevoegdheid om in te grijpen spaarzaam gebruik behoort te maken (PG Boek 6, p. 321-325). Ook de Hoge Raad heeft ten aanzien van de matigingsbevoegdheid van de rechter beslist dat de rechter pas tot matiging mag overgaan indien toepassing van het boetebeding in de gegeven omstandigheden tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat leidt. Daarbij zal de rechter niet alleen moeten letten op de verhouding tussen de werkelijke schade en de hoogte van de boete, maar ook op de aard van de overeenkomst, de inhoud en de strekking van het beding en de omstandigheden waaronder het is ingeroepen. (HR 27 april 2007, LJN: AZ6638).
4.4.
Zoals onder 3.7. weergegeven heeft Talisman een aantal omstandigheden aangevoerd, genummerd als a t/m f, op grond waarvan zij stelt dat de rechtbank de boete dient te matigen. De rechtbank overweegt als volgt.
ad a
Het komt voor rekening en risico van Talisman dat zij niet heeft voorkomen dat zij ondanks het concurrentiebeding [B] heeft geplaatst bij NCB Naturalis. Dat de oorzaak hiervan mogelijk een menselijke vergissing is, maakt dit niet anders. Van een professionele onderneming als Talisman mag immers worden verwacht dat zij haar organisatie op dusdanige wijze inricht dat dergelijke vergissingen zo veel mogelijk voorkomen worden. Indien er dan toch een fout optreedt, hoeft dit naar het oordeel van de rechtbank niet voor rekening van SQL te komen.
ad b
De stelling van Talisman dat SQL eerder dan medio mei van de inzet van [B] wist en dat SQL daarom in strijd heeft gehandeld met artikel 10.2 van de raamovereenkomst, is niet nader door Talisman onderbouwd en kan reeds daarom niet dienen als omstandigheid op basis waarvan de rechtbank de boete zal matigen.
Ad c + ad e
Partijen zijn met elkaar het concurrentiebeding overeengekomen om te voorkomen dat Talisman haar eigen mensen ter beschikking stelt aan een eindopdrachtgever, indien SQL daar reeds (bij Talisman ingehuurde) werknemers heeft geplaatst. Aan een overtreding van dit beding hebben partijen een hoge boete gekoppeld. Van de boete moest immers een prikkel uitgaan om te voorkomen dat door Talisman een kosten-batenafweging zou worden gemaakt tussen eventueel te maken omzet en de (kans op een) boete. Deze afspraak brengt mee dat boete en schade mogelijk ver uit elkaar kunnen gaan lopen, in het bijzonder in de situatie dat er helemaal geen schade kan worden vastgesteld. De rechtbank ziet, gelet op de hiervoor weergegeven ratio van het boetebeding, in dergelijke situaties geen aanknopingspunt tot matiging van de boete.
Ad d
De stelling van Talisman dat de boete gematigd dient te worden omdat het onaanvaardbaar is dat SQL door een beroep op verrekening onder haar verplichtingen tracht uit te komen, kan niet worden gevolgd. Immers, zoals hiervoor is overwogen heeft SQL op basis van 6:127 BW de bevoegdheid tot verrekening. Of SQL nog andere redenen had om haar betalingsverplichtingen jegens Talisman op te schorten, doet niet ter zake.
Evenmin zijn betalingsachterstanden van SQL op 19 mei 2011, te weten het moment dat SQL Talisman confronteerde met de schending van het concurrentiebeding, reden voor matiging. Blijkens het door Talisman overgelegde overzicht van onbetaald gebleven facturen, gaat het hierbij om één onbetaald gebleven factuur, namelijk de factuur van 9 mei 2011. De overige onbetaald gebleven facturen zijn pas na 19 mei 2011 verzonden. Volgens de plaatsingsovereenkomst had deze factuur van 9 mei 2011 uiterlijk 14 mei 2011 betaald moeten worden - hoewel op de factuur zelf een betalingstermijn van 14 dagen staat vermeld. Naar het oordeel van de rechtbank valt niet in te zien dat de billijkheid klaarblijkelijk zou meebrengen dat de rechtbank de boete dient te matigen omdat één factuur al enkele dagen betaald had moeten zijn, op het moment dat voornoemd overleg van 19 mei 2011 plaatsvond. Aan een oordeel over de stelling van SQL dat zij bepaalde redenen had om de betaling van deze factuur en andere facturen op te schorten - te weten het ontbreken van een g-rekening en accountantsverklaring - wordt dan ook niet toegekomen.
ad f
Wel zal de rechtbank de boete matigen met het oog op de onderhandelingen die tussen partijen zijn gevoerd om tot een minnelijke regeling te komen, te meer nu alsnog plaatsing van [B] via SQL bij NCB Naturalis één van de onderwerpen was waarover werd onderhandeld.
Voor de stelling van SQL dat geen sprake geweest is van schikkingsonderhandelingen omdat Talisman in haar ogen geen serieuze voorstellen heeft gedaan, zijn onvoldoende aanknopingspunten. Er is immers uitgebreid en inhoudelijk correspondentie over en weer tussen partijen gevoerd, zoals blijkt uit de door Talisman in het geding gebrachte e-mails van 21 juni 2011, 23 juni 2011 en 30 juni 2011 van de zijde van SQL en de e-mails van 15 juni 2011, 22 juni 2011, 24 juni en 30 juni 2011 van de zijde van Talisman (zie ook 2.9., 2.10., en 2.11.).
Uit het proces-verbaal van de comparitie blijkt dat tijdens het overleg op 19 mei 2011 is afgesproken dat naar een oplossing zou worden gezocht en dat niet ter sprake is gekomen of [B] onmiddellijk met zijn werkzaamheden zou moeten stoppen. Eén van de mogelijkheden waar partijen toen over spraken was de plaatsing van [B] via SQL bij NCB Naturalis. Vanaf 15 juni 2011 zijn partijen vervolgens concreet met elkaar in gesprek geraakt over het bereiken van een minnelijke regeling. Toen het Talisman eind juni duidelijk was dat een minnelijke oplossing niet zou worden bereikt, heeft zij de werkzaamheden van [B] bij NCB Naturalis per 1 juli 2011 stopgezet. Gezien deze opstelling van partijen op 19 mei 2011 kan niet van Talisman worden verwacht dat zij [B] meteen van zijn werkzaamheden af had moeten halen om te voorkomen dat zij een hogere boete zou verbeuren. De billijkheid brengt dan ook mee dat Talisman ontslagen wordt uit het boetebeding vanaf de eerste dag na 19 mei 2011. De rechtbank zal daarom de boete matigen met een bedrag van € 42.500,00 (17 × € 2.500,00), omdat blijkens de door Talisman overgelegde urenstaat [B] na 19 mei 2011 nog 17 dagen werkzaamheden heeft verricht bij NCB Naturalis. De rechtbank zal de door SQL op deze dagen in rekening gebrachte boetes in mindering op het totale boetebedrag van € 187.500,00 brengen, zodat een boete van € 145.000,00 resteert.
Conclusie
4.5.
Met bovenstaand oordeel is komen vast te staan dat de hoogte van de vordering van SQL op Talisman, te weten het bedrag van € 145.000,00, de hoogte van de achterstallige betalingen van € 124.117,00 overschrijdt. Door het beroep op verrekening gaan beide verbintenissen tot hun gemeenschappelijk beloop teniet. Dit betekent dat Talisman niets meer te vorderen heeft van SQL, zodat de vordering in conventie - met inbegrip van de onder 2 t/m 4 genoemde nevenvorderingen - zal worden afgewezen.
4.6.
Talisman zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van SQL worden begroot op:
- griffierecht 3.529,00
- salaris advocaat
2.842,00(2 punten × tarief € 1.421,00)
Totaal € 6.371,00
in reconventie
boete
4.7.
Het verweer van Talisman tegen het onderdeel van de vordering dat betrekking heeft op de boete, is reeds bij de beoordeling in conventie behandeld en heeft geleid tot een vaststelling van de hoogte van de boete op € 145.000,00. Ter comparitie heeft SQL toegelicht dat in het geval de vordering in conventie vanwege de verrekening met de boete wordt afgewezen, zij in reconventie met betrekking tot de boete alleen het meerdere ten opzichte van het in conventie gevorderde (en dus verrekende) vordert. Concreet betekent dit dat na verrekening met de in conventie gevorderde achterstallige betalingen van € 124.117,00 met de boete van € 145.000,00 een vordering (in reconventie) resteert van € 20.883,00. De vordering in reconventie ten aanzien van het onder 1 gevorderde zal dan ook tot dit bedrag worden toegewezen.
Verwijzing naar de schadestaatprocedure
4.8.
Partijen zijn in de raamovereenkomst overeengekomen dat ongeacht de verschuldigde boetes Talisman gehouden is om de werkelijke schade aan SQL te vergoeden (zie 2.5.). SQL heeft in dit kader een verwijzing naar de schadestaatprocedure gevorderd. Volgens vaste rechtspraak is voor verwijzing naar een schadestaatprocedure voldoende dat de mogelijkheid van schade aannemelijk is. Overwogen wordt dat SQL door toedoen van Talisman de mogelijkheid is ontnomen omzet te behalen met het leveren van een automatiseringsdeskundige aan NCB Naturalis. Immers, nu NCB Naturalis reeds een klant van SQL was, is het niet onaannemelijk dat NCB Naturalis - al of niet na een doorverwijzing via Talisman - SQL zou hebben benaderd een automatiseringsdeskundige te leveren als Talisman de opdracht geweigerd zou hebben. Reeds in het licht hiervan zal de vordering tot vergoeding van schade nader op te maken bij staat worden toegewezen. In deze schadestaatprocedure zal aan de orde moeten komen of SQL ook daadwerkelijk schade heeft geleden (en de hoogte daarvan) doordat Talisman de opdracht van NCB Naturalis heeft aangenomen.
Vordering als bedoeld in artikel 843a Rv
4.9.
SQL vordert op grond van artikel 843a Rv inzage in alle contracten die zij met NCB Naturalis heeft gesloten, alsmede een overzicht van alle bij NCB Naturalis gewerkte uren. Artikel 843a Rv verbindt de toewijsbaarheid van zo’n vordering aan drie cumulatieve voorwaarden: (1) de eiser of verzoeker dient een rechtmatig belang te hebben, en het moet gaan om (2) een onderhandse akte (3) aangaande een rechtsbetrekking waarin de eiser of verzoeker of zijn rechtsvoorganger partij is. Is aan deze voorwaarden voldaan, dan bestaat desalniettemin geen gehoudenheid tot overlegging indien daarvoor gewichtige redenen bestaan, of indien redelijkerwijs aangenomen kan worden dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder verschaffing van de gevraagde gegevens is gewaarborgd (artikel 843a lid 4 Rv).
Overwogen wordt dat SQL zich ter onderbouwing van haar vordering slechts beroept op het ontbreken van vertrouwen. Zij heeft echter op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt dat Talisman vaker het concurrentiebeding heeft geschonden. Dat Talisman één keer, al dan niet bij vergissing, het concurrentiebeding heeft geschonden, is hiervoor niet voldoende. Maar ook indien komt vast te staan dat [B] en/of [A] inmiddels weer bij NCB Naturalis werkzaamheden zouden verrichten, kan uit dit feit niet zonder meer worden afgeleid dat zij daar via Talisman zijn geplaatst en het concurrentiebeding aldus opnieuw geschonden is. Nu verdere onderbouwing van het verzoek van SQL ontbreekt, kan niet worden gezegd dat SQL een rechtmatig belang heeft bij een toewijzing van haar vordering, zodat deze zal worden afgewezen.
Proceskosten
4.10.
Talisman zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Omdat een aanzienlijk deel van het gevorderde bedrag wordt afgewezen en de stellingen in reconventie voortvloeien uit het verweer in conventie, begroot de rechtbank de proceskosten aan de zijde van SQL op basis van het toegewezen bedrag op:
- salaris advocaat
579,00(2 punten × factor 0,5 × tarief € 579,00)
Totaal € 579,00

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Talisman in de proceskosten, aan de zijde van SQL tot op heden begroot op € 6.371,00,
in reconventie
5.3.
veroordeelt Talisman om aan SQL te betalen een bedrag van € 20.883,00 (twintigduizend achthonderddrieëndertig euro),
5.4.
veroordeelt Talisman tot vergoeding van de door SQL geleden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
5.5.
veroordeelt Talisman in de proceskosten, aan de zijde van SQL tot op heden begroot op € 579,00,
5.6.
verklaart het bepaalde onder 5.3., 5.4, en 5.5. uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.P.H. van Driel van Wageningen en in het openbaar uitgesproken op 4 juli 2012. [1]

Voetnoten

1.type: ML