ECLI:NL:RBUTR:2011:BZ5000
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- L. Verschoor
- Rechtspraak.nl
Ondertoezichtstelling van minderjarigen wegens gezondheidsrisico's door overgewicht
Op 7 oktober 2011 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen, [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3]. De Raad voor de Kinderbescherming had op 17 maart 2011 een verzoekschrift ingediend tot ondertoezichtstelling van deze kinderen, omdat hun gezondheid ernstig werd bedreigd door overgewicht. Tijdens de mondelinge behandeling waren de ouders, vertegenwoordigers van de Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg aanwezig. De kinderrechter oordeelde dat, hoewel de ouders enige inzet hadden getoond door hulp te zoeken, de vooruitgang onvoldoende was om de kinderen te beschermen tegen de gezondheidsrisico's van overgewicht. De kinderrechter besloot daarom de ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar uit te spreken.
De kinderrechter stelde vast dat de ouders onvoldoende in staat waren om de juiste hulpverlening te organiseren en dat er geen reden was om aan te nemen dat dit in de toekomst zou veranderen. De beslissing om de kinderen onder toezicht te stellen was gebaseerd op artikel 1:254, lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt dat de kinderrechter minderjarigen onder toezicht kan stellen indien hun zedelijke of geestelijke belangen of gezondheid ernstig worden bedreigd. De kinderrechter verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht was, ongeacht eventuele beroepsprocedures. De ouders hebben het recht om binnen drie maanden na de uitspraak beroep in te stellen bij het gerechtshof.