ECLI:NL:RBUTR:2011:BW8894

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
9 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/070267-96
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging

In de zaak met parketnummer 16/070267-96 heeft de rechtbank Utrecht op 9 december 2011 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, die in FPC De Kijvelanden verblijft. De officier van justitie had gevorderd om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, maar de rechtbank heeft besloten om deze met één jaar te verlengen. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan alle wettelijke vereisten voor de verlenging van de maatregel terbeschikkingstelling met dwangverpleging is voldaan. De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht en heeft de relevante rapporten en adviezen van deskundigen in overweging genomen. De terbeschikkinggestelde heeft een geschiedenis van ernstige delicten, waaronder poging tot verkrachting en mishandeling, en vertoont een hoog risico op recidive. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de huidige psychiatrische toestand van de terbeschikkinggestelde, die niet meewerkt aan diagnostiek en behandeling. De rechtbank heeft besloten om de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar, om de voortgang van het behandeltraject te kunnen blijven volgen en om de terbeschikkinggestelde de kans te geven om te stabiliseren in zijn psychiatrische toestand.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16/070267-96
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling.
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[terbeschikkinggestelde]
geboren te [geboorteplaats], op [1975],
verblijvende in FPC De Kijvelanden te Rhoon
heeft de officier van justitie de verlenging van de terbeschikkingstelling gevorderd. Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1 De procedure.
De procedure blijkt onder meer uit het volgende:
- een afschrift van het vonnis van deze rechtbank van 21 november 1997, waarbij [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld, met bevel tot verpleging van overheidswege, welke terbeschikkingstelling is ingegaan 19 december 1998;
- de beslissing van het gerechtshof te Amsterdam van 7 juli 1998, waarbij het vonnis van deze rechtbank is bekrachtigd met overneming en aanvulling van gronden;
- de beslissing van deze rechtbank van 29 oktober 2010, waarbij de voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling is opgeheven met hervatting van de verpleging van overheidswege;
- de beslissing van deze rechtbank van 24 december 2010, waarbij de termijn van de terbeschikkingstelling laatstelijk is verlengd voor de duur van één jaar;
- de vordering van de officier van justitie d.d. 10 november 2011, strekkende tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaar;
- het rapport van drs. M.A. Polak, psychiater/voorzitter Raad van Bestuur, A.M. van der Loo, psychiater en L. van de Sande, GZ-psycholoog/hoofd Risicomanagement & Behandeling, allen verbonden aan de FPC De Kijvelanden te Rhoon, d.d. 2 november 2011, waarin wordt geadviseerd tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
2 De procesgang
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting is de officier van justitie gehoord.
Tevens is de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. S.O. Roosjen, advocaat te Drachten.
Voorts is de getuige-deskundige drs. A.M. van der Loo, psychiater gehoord.
3 De beoordeling
De rechtbank heeft kennis genomen van het rapport van de FPC De Kijvelanden.
Dit rapport houdt – zakelijk weergegeven – het volgende in:
Indexfeit
Op 21 november 1997 is de terbeschikkinggestelde veroordeeld waarbij, naast gevangenisstraf, de terbeschikkingstelling met dwangverpleging is opgelegd voor poging tot verkrachting, meermalen gepleegd, mishandeling meermalen gepleegd en afpersing.
Actuele diagnose
In het verlengingsadvies van 2 november 2011 wordt vermeld dat bij de terbeschikkinggestelde sprake is van een persoonlijkheidsstoornis NAO met antisociale en narcistische kenmerken en een theatrale persoonlijkheidsstoornis. Tevens is er sprake van cannabisafhankelijkheid. De terbeschikkinggestelde kent een geschiedenis van meerdere traumatische ervaringen waaronder lijfstraffen en psychische mishandeling door zijn vader, ernstig seksueel misbruik op jonge leeftijd en een langdurig conflictueuze en stressvolle thuissituatie veroorzaakt door acculturatieproblemen.
De problematiek heeft zich ontwikkeld tot diepgewortelde persoonlijkheidsproblematiek, waarbij de problemen op het gebied van seksuele ontremming en de agressieregulatie het meest kenmerkend zijn.
De terbeschikkinggestelde is pas recent opgenomen in de FPC De Kijvelanden. De diagnosestelling wordt bemoeilijkt doordat de terbeschikkinggestelde vanaf het moment van binnenkomst absoluut niet meewerkt aan diagnostiek en behandeling. Op grond van de geobserveerde gedragingen is het waarschijnlijk dat enkele aspecten van de in het verleden gestelde diagnoses zullen worden herzien.
Recidiverisico
Vanuit de historie zijn een hoger dan gemiddeld aantal risicofactoren aan te wijzen die correleren met een risico op recidive. Deze risico’s zijn met name gelegen in de justitiële voorgeschiedenis, meerdere schendingen van voorwaarden (de verpleging van overheidswege is hervat na een ernstig incident), middelengebruik en een discontinu arbeidsverleden.
Het klinische beeld laat een hoog risico zien op recidive in gewelddadig gedrag. Dit heeft te maken met gebrek aan probleeminzicht, vijandigheid en een beperkt empathisch vermogen.
De sociale vaardigheden van de terbeschikkinggestelde zijn beperkt en hij neemt weinig verantwoordelijkheid voor zijn delicten. Oplopende spanningen zorgen voor ontregeling, waardoor hij sneller in conflict komt met zijn omgeving. De toekomst valt momenteel ongunstig uit voor de terbeschikkinggestelde indien de terbeschikkingstelling nu wordt beëindigd. Hij heeft geen huisvesting, zorg of dagbesteding. Zijn sociaal netwerk is beperkt. Naar verwachting zal de terbeschikkinggestelde bij stresserende omstandigheden snel destabiliseren.
Het risico op recidive in gewelddadig gedrag wordt als matig tot hoog ingeschat.
Verdere behandeling
Het risicomanagement op dit ogenblijk bestaat uit een verblijf op een gesloten afdeling met beperkte vrijheden. Indien het psychiatrisch beeld ontregelt, zal een eventueel verdere beperking van vrijheden volgen. Op dit moment is er geen sprake van een verlofkader.
Het risicomanagement richt zich met name op het onder controle krijgen van het acuut psychiatrisch toestandsbeeld. Pas in een later stadium zal, na de diagnostische fase, een volledig risicomanagementsplan worden uitgewerkt, dat ook als basis kan dienen voor een eventueel resocialisatietraject.
De verwachting is dat de terbeschikkinggestelde nog gedurende een ruime periode een klinisch traject zal dienen te doorlopen om stabilisatie te bewerkstelligen van het psychiatrisch toestandsbeeld. Het benodigd risicomanagement bestaat dus uit een verblijf op een gesloten afdeling, met proportionele beperkingen of uitbreiding van de vrijheden afhankelijk van wat het toestandsbeeld toestaat. Ook zal er samenwerking moeten komen met betrekking tot behandeldoelen. Momenteel is de terbeschikkinggestelde nog te ontregeld om een nadere uitspraak te doen over het resocialisatietraject. Daar komt bij dat hij niet adequaat meewerkt. Hij verzet zich tegen iedere vorm van samenwerking. Hierdoor is het niet mogelijk om op een zorgvuldige systematische en methodische wijze een conclusie te geven van de diagnostische bevindingen. Hiervoor is voor nadere observatie en evaluatie meer samenwerking en tijd nodig.
Er zijn sterke aanwijzingen dat de terbeschikkinggestelde periodes heeft waarbij sprake is van desorganisatie en zelfs mogelijk psychotische belevingen met achterdochtige inhoud. Voor nadere diagnostiek van deze periodes is een langere fase van klinische observatie nodig om hierover verdere uitspraken te kunnen doen.
De kliniek adviseert, gelet op het vorenstaande tot verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaar.
De getuige-deskundige heeft het rapport en het advies van de inrichting toegelicht.
Hij heeft daartoe verklaard – zakelijk weergegeven -:
Er zijn voldoende aanwijzingen dat bij de terbeschikkinggestelde op dit moment sprake is van een manifoor ontremd beeld. Dit beeld is in het verleden nog niet eerder onderkend. Een bipolaire stoornis wordt niet uitgesloten. Hij dient daarvoor behandeld te worden, maar dat is een langdurig traject.
De komende periode zal eerst een diagnostische fase beslaan, in welke fase we proberen de acute problemen onder controle te krijgen. Daarna moet een behandelplan worden opgesteld. In het verleden is al veel gebeurd met de heer [terbeschikkinggestelde], dus we denken dat een aantal zaken kunnen worden overgeslagen. Er is een programma nodig met betrekking tot agressie en seksuele delicten. Dat alles duurt zeker een jaar, wanneer direct zou kunnen worden gestart, maar zover is het nog niet. De programma’s moeten doorlopen worden om een verlof te kunnen aanvragen.
De raadsman wijst op het standpunt van het Hof Arnhem dat hervatting van de verpleging gericht moet zijn op het zo snel mogelijk opstarten van proefverlof.
Op dit moment kan ik daar niet achter staan. De manifore symptomen zijn zo ernstig dat we dat traject niet kunnen uitvoeren. Als de symptomen onder controle zijn, is het toewerken naar proefverlof zeker een doelstelling. We willen patiënten zo kort mogelijk in de intramurale fase houden. Maar het is ook afhankelijk van de verlofcommissie.
De raadsman wijst er voorts op dat het Hof als standpunt hanteert dat zo snel mogelijk begonnen moet worden met resocialisatie.
De kliniek zal de verlofcommissie moeten overtuigen. Op dit moment kan resocialisatie nog niet. Ik kan daarvoor ook geen tijdspad aangeven.
De manifore ontremming zou een heleboel gedragingen kunnen verklaren, maar ik kom dat in het dossier niet tegen. Wanneer iemand stabiel is en de manifore symptomen zijn onder controle, dan kunnen we kijken wat er nog over is van de pathologische symptomen.
4 Het standpunt van de officier van justitie
Gelet op de stukken en het verhandelde ter terechtzitting is de officier van justitie van mening dat de situatie sinds de vorige zitting is verslechterd. Gezien de incidenten in de afgelopen periode en gezien het advies en de toelichting daarop van de kliniek, is aan alle wettelijke vereisten voor een verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging voldaan.
De officier van justitie persisteert bij haar vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaar.
5 Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
De terbeschikkinggestelde heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen. Hij is het niet eens met de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar net zomin als met het advies van de inrichting.
De raadsman heeft de rechtbank primair verzocht om aanhouding van het onderzoek ter terechtzitting, omdat de terbeschikkinggestelde zich niet in voldoende mate heeft kunnen voorbereiden op de terechtzitting door het ontbreken van de wettelijke aantekeningen. Subsidiair heeft de raadsman verzocht om verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met één jaar. Hij heeft daartoe gewezen op het arrest van het gerechtshof van 7 maart 2011, waarin het Hof ten overvloede heeft opgemerkt dat de dwangverpleging gericht dient te zijn op het zo spoedig mogelijk opstarten van een proefverlof om op die manier het resocialisatietraject opnieuw vorm te geven.
Een verlenging met één jaar zou kunnen dienen om een vinger aan de pols te houden ten aanzien van de voortgang van de intramurale fase.
6 De beoordeling
Uit voormeld vonnis van deze rechtbank blijkt de terbeschikkinggestelde zich heeft schuldig gemaakt aan poging tot verkrachting meermalen gepleegd, mishandeling, meermalen gepleegd en afpersing.
Dit zijn misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar kunnen veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
De rechtbank acht zich, ondanks het ontbreken van de wettelijke aantekening, maar met inachtneming van de toelichting van de deskundige ter zitting, voldoende geïnformeerd.
Het primaire verzoek om aanhouding van het onderzoek ter terechtzitting wordt dan ook afgewezen.
De rechtbank is uit de stukken en het verhandelde ter zitting gebleken dat aan alle wettelijke vereisten voor verlenging van de maatregel terbeschikkingstelling met dwangverpleging is voldaan. De rechtbank zal deze maatregel derhalve verlengen.
De rechtbank overweegt ten aanzien van de termijn van de verlenging dat ondanks dat de terbeschikkinggestelde pas kort in de FPC De Kijvelanden verblijft en er nog geen adequate diagnosestelling heeft kunnen plaatsvinden, mede omdat de terbeschikkinggestelde daaraan alle medewerking weigert te verlenen, de rechtbank de voortvarendheid van een behandeltraject wil blijven toetsen. De kliniek heeft ter zitting weliswaar aangegeven dat de terbeschikkinggestelde eerst op medicatie zal worden ingesteld en dat aansluitend diverse trajecten gevolgd zullen worden, welke niet binnen één jaar gerealiseerd zullen zijn, maar de rechtbank wil bij het nog in te zetten traject een vinger aan de pols houden, mede vanwege de omstandigheid dat het in het verleden veel beter is geweest met de terbeschikkinggestelde, getuige de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging.
De termijn van de verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging zal dan ook worden bepaald op één jaar.
7 De toepasselijke wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.
8 De beslissing.
De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [terbeschikkinggestelde] met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.G. van Doorn, voorzitter, mr. M.C. Oostendorp en mr. A.M. Crouwel, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. D. Riani el Achhab en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 9 december 2011.