ECLI:NL:RBUTR:2011:BV8432
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- L.E. Verschoor-Bergsma
- M.J. Veldhuijzen
- L.G. Wijma
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de PIJ-maatregel voor een jeugdige dader
In de zaak met parketnummer 16/501051-05 heeft de rechtbank Utrecht op 12 april 2011 uitspraak gedaan over de verlenging van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen voor de veroordeelde. De officier van justitie had op 28 februari 2011 een vordering ingediend tot verlenging van deze maatregel met één jaar. Tijdens de zitting op 29 maart 2011 zijn zowel de officier van justitie als de veroordeelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. W.C. den Daas, gehoord. Ook de deskundige S. van Loo, klinisch psycholoog, heeft een toelichting gegeven op het rapport dat de basis vormde voor de beslissing van de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitvoering van de maatregel in de afgelopen periode onbevredigend is verlopen, met name door de onttrekking van de veroordeelde aan het verlof. Desondanks is er op basis van de SAVRY-conclusie een laag risicoprofiel vastgesteld binnen de geslotenheid van de inrichting. De rechtbank oordeelt dat het van belang is dat de veroordeelde de kans krijgt om zijn verlof opnieuw op te bouwen en te leren omgaan met vrijheden, wat essentieel is voor zijn resocialisatie.
De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de problematische voorgeschiedenis van de veroordeelde en de risico's die gepaard gaan met een onmiddellijke beëindiging van de maatregel. Gezien de noodzaak voor verdere behandeling en de ondersteuning die de veroordeelde nodig heeft, heeft de rechtbank besloten de PIJ-maatregel met één jaar te verlengen. Deze beslissing is genomen in het belang van de ontwikkeling van de veroordeelde en de veiligheid van de samenleving.