ECLI:NL:RBUTR:2011:BV7873
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.M. Bruins
- G. Perrick
- A. Wassing
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van diefstal met geweld en heling in strafzaak tegen verdachte
Op 19 juli 2011 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van diefstal met geweld en heling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte werd vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat de rechtbank oordeelde dat het bewijs niet wettig en overtuigend was. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan diefstal met geweld en afpersing, maar de rechtbank vond dat er onvoldoende bewijs was om deze beschuldigingen te ondersteunen. De herkenning van de verdachte op camerabeelden was niet voldoende om een directe relatie met de overval aan te tonen.
De rechtbank heeft ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf afgewezen, omdat de verdachte was vrijgesproken van de feiten die aan de vordering ten grondslag lagen. De benadeelde partij, die schadevergoeding had gevorderd, werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, aangezien de verdachte was vrijgesproken van het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan. De rechtbank heeft het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte opgeheven, waarmee de verdachte weer op vrije voeten kwam.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 12 juli 2011, waar de officier van justitie en de verdediging hun standpunten hebben gepresenteerd. De rechtbank heeft de vordering tot tenuitvoerlegging behandeld en de relevante bewijsstukken overwogen, maar kwam tot de conclusie dat de verdachte niet schuldig was aan de tenlastegelegde feiten.