ECLI:NL:RBUTR:2011:BV7825

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
24 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/600519-09
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen de tenuitvoerlegging van een werkstraf en de beoordeling van de verrichte uren

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 24 mei 2011 uitspraak gedaan in een bezwaarschrift van de veroordeelde tegen de tenuitvoerlegging van een werkstraf. De veroordeelde had eerder een taakstraf opgelegd gekregen, bestaande uit een werkstraf van 80 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis. De rechtbank heeft in deze procedure de relevante stukken in het dossier bekeken, waaronder een terugmelding van de Reclassering Nederland, waaruit bleek dat de veroordeelde zijn werkstraf niet volledig had verricht. Op 4 januari 2011 meldde de reclassering dat er nog 13 uren openstonden van de werkstraf. Tijdens de zitting op 10 mei 2011 werd de veroordeelde in de gelegenheid gesteld om het resterende deel van zijn werkstraf te verrichten. De rechtbank heeft vervolgens op basis van een afloopbericht van de reclassering, gedateerd 28 februari 2011, vastgesteld dat de veroordeelde het resterende aantal uren van zijn werkstraf naar behoren had verricht. De officier van justitie had eerder de tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis bevolen voor een periode van 7 dagen, rekening houdend met de door de veroordeelde verrichte uren van de taakstraf. De rechtbank heeft op 24 mei 2011 het bezwaarschrift van de veroordeelde gegrond verklaard, omdat de werkstraf inmiddels volledig was verricht. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de rechtbank zich baseerde op artikel 22g van het Wetboek van Strafrecht. De uitspraak werd gedaan in het openbaar, waarbij de betrokken partijen aanwezig waren.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
Parketnummer: 16/600519-09
Datum uitspraak: 24 mei 2011
Beslissing ex artikel 22g Wetboek van Strafrecht
Beslissing van de meervoudige kamer voor strafzaken, naar aanleiding van
het bezwaarschrift op grond van artikel 22g van het Wetboek van Strafrecht, ingediend door:
[veroordeelde],
geboren op [1989] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
hierna te noemen de veroordeelde.
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken, waaronder:
- een vonnis van deze rechtbank van 24 november 2009, waarbij aan de veroordeelde onder meer een taakstraf is opgelegd, bestaande deze straf uit een werkstraf voor de duur van 80 uren subsidiair 40 dagen vervangende hechtenis;
- een terugmelding van de Reclassering Nederland, unit Utrecht, d.d. 04 januari 2011, waaruit blijkt dat de veroordeelde de werkstraf niet volledig heeft verricht;
- het proces-verbaal van de behandeling ter terechtzitting van de meervoudige kamer voor strafzaken van deze rechtbank d.d. 10 februari 2011, waarin staat vermeld dat veroordeelde in de gelegenheid wordt gesteld het resterende deel van zijn werkstraf alsnog te verrichten;
- het afloopbericht van de Reclassering Nederland d.d. 28 februari 2011, waarin staat vermeld dat veroordeelde het resterend aantal uur van zijn werkstraf naar behoren heeft verricht.
Het onderzoek heeft plaats gevonden ter zitting van 10 mei 2011, waarbij is gehoord de officier van justitie.
OVERWEGINGEN:
In de terugmelding d.d. 04 januari 2011 heeft de reclassering vermeld dat veroordeelde zijn werkstraf niet volledig heeft verricht. De openstaande werkstraf bedraagt op dat moment 13 uren.
De officier van justitie heeft tijdig de tenuitvoerlegging bevolen van de vervangende hechtenis voor de duur van 7 dagen.
Daarbij is rekening gehouden met de door de veroordeelde naar behoren verrichte uren taakstraf, te weten 67 uren subsidiair 33 dagen vervangende hechtenis.
Op 17 januari 2011 is de kennisgeving als bedoeld in artikel 22g van het Wetboek van Strafrecht aan de veroordeelde betekend.
Het bezwaarschrift tegen deze kennisgeving is tijdig op 26 januari 2011 ingediend ter griffie van deze recht¬bank.
Op grond van het onderzoek ter zitting van 10 mei 2011, alsmede gelet op de inhoud van voornoemd afloopbericht van de reclassering d.d. 28 februari 2011 waarin staat vermeld dat veroordeelde zijn werkstraf alsnog volledig heeft verricht, dient het bezwaarschrift van de veroordeelde gegrond te worden verklaard.
De rechtbank heeft gelet op artikel 22g van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING:
De rechtbank verklaart het bezwaarschrift van de veroordeelde tegen voormelde kennisgeving gegrond.
Aldus gedaan door mrs. P.W.G. de Beer, Z.J. Oosting en E.A. Messer, bijgestaan door mr. C.W.M. Maase-Raedts als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank van 24 mei 2011.
PROCES-VERBAAL van de in het openbaar gehouden terechtzitting van de rechtbank te Utrecht, enkelvoudige kamer in strafzaken, van 10 mei 2011,
in de zaak tegen de veroordeelde:
[veroordeelde],
geboren op [1989] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
hierna te noemen de veroordeelde
Aanwezig:
mr. , rechter, als lid van de enkelvoudige kamer,
mr. , officier van justitie
en als griffier
De rechter doet de zaak uitroepen.
In de zaal van de terechtzitting zijn verder aanwezig:
0 de veroordeelde
0 de raadsman/vrouwe van de veroordeelde mr.
De rechter spreekt de beslissing uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal dat door de rechter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.