ECLI:NL:RBUTR:2011:BV7713
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- I.J.B. Corbey
- G. Perrick
- J.M. Bruins
- Rechtspraak.nl
Veroordeling ter zake mishandeling met vrijspraak voor poging tot woninginbraak
Op 26 juli 2011 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van mishandeling en poging tot woninginbraak. De officier van justitie achtte de poging tot woninginbraak niet wettig en overtuigend bewezen en vorderde vrijspraak voor dit feit. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 12 mei 2010 in Utrecht opzettelijk de aangeefster had mishandeld door haar met kracht tegen haar been te schoppen, waardoor zij ten val kwam en pijn ondervond. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de poging tot woninginbraak, omdat er onvoldoende bewijs was dat hij deze daad had gepleegd. De rechtbank baseerde haar oordeel op de verklaringen van de aangeefster en getuigen, die niet bevestigden dat de verdachte de dader was van de poging tot inbraak.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het uittreksel Justitiële Documentatie van de verdachte en heeft de ernst van de mishandeling in overweging genomen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan mishandeling, wat leidde tot een gevangenisstraf van één week. De rechtbank heeft ook bepaald dat de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, in mindering wordt gebracht op de opgelegde straf. Daarnaast werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte werd vrijgesproken van het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan. De rechtbank gelastte de teruggave van in beslag genomen voorwerpen aan de verdachte, aangezien deze niet vatbaar waren voor verbeurdverklaring.