ECLI:NL:RBUTR:2011:BV7650
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.W.G. de Beer
- J.E. Kruijff-Bronsing
- E.A. Messer
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak en veroordeling tot werkstraf in zaak van poging tot zware mishandeling en schuldheling
In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1994, heeft de rechtbank Utrecht op 7 juni 2011 uitspraak gedaan. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 4 oktober 2010 te Maarssen, waarbij de verdachte een politieagent, verbalisant [verbalisant], met een scooter heeft aangereden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte roekeloos heeft gereden, maar heeft hem vrijgesproken van de poging tot zware mishandeling. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor opzet op de dood of zwaar lichamelijk letsel van de verbalisant. De verdachte was op het moment van het delict vijftien jaar oud en reed zonder geldig bromfietscertificaat op een gestolen scooter. De rechtbank achtte het wel bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan roekeloos rijden, wat leidde tot een verkeersongeval waarbij de verbalisant letsel opliep.
Daarnaast werd de verdachte ook vervolgd voor schuldheling, omdat hij op 3 oktober 2010 een scooter had verworven waarvan hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze door misdrijf verkregen was. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich ook hier schuldig aan had gemaakt. De officier van justitie had een werkstraf van 120 uur geëist, waarvan 60 uur voorwaardelijk. De rechtbank volgde deze eis en legde de verdachte een werkstraf op van 120 uur, met een voorwaardelijk deel van 60 uur. Tevens werd de verdachte veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij, de verbalisant, ter hoogte van € 508,50. De rechtbank hield rekening met het feit dat de verdachte niet eerder met justitie in aanraking was gekomen en dat er geen aanwijzingen waren voor onderliggende problemen of stoornissen.