4.3 Het oordeel van de rechtbank
4.3.1 Met betrekking tot feit 1
De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen gelet op de bekennende verklaringen van verdachte, afgelegd tegenover de politie en ter terechtzitting, de bevindingen van verbalisanten tijdens de doorzoekingen van verdachtes woning, en het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot het onderzoek naar het in verdachtes woning aangetroffen wapen en de munitie.
4.3.2 Met betrekking tot feit 2
4.3.2.1 De aangetroffen goederen
Op 26 mei 2011 is er door verbalisanten een onderzoek ingesteld op de [adres] te Veenendaal, zijnde de woning van verdachte. De verbalisanten zagen dat op de salontafel in de woning een spiegel lag met daarop een bankpas voorzien van een hoeveelheid wit poeder. Vervolgens troffen de verbalisanten onder andere de volgende goederen aan, die zij – evenals het bovenstaande – in beslag hebben genomen:
- een plastic zak, inhoud een grote hoeveelheid lege sealbags;
- een plastic zak, inhoud een grote hoeveelheid lege capsules;
- een zilverkleurig metalen koffertje, inhoud een grote hoeveelheid lege sealbags, een weegschaaltje, vijf gedeelten van balpennen (waarin resten van wit poeder zit), een rood gekleurd etui waarin diverse bankbiljetten zaten, totaal een bedrag van 580 euro;
- een plastic zak, inhoud een grote hoeveelheid lege wikkels (pony pak);
- een kleine plastic zak, inhoud lege sealbags, aangetroffen op de grond achter de bank;
- twee plastic zakjes, inhoud weed;
- een weegschaaltje, aangetroffen op de grond onder de salontafel;
- plastic bakje, inhoud een aantal wikkels (pony pak), aangetroffen onder de centrale verwarming naast de salontafel onder het raam;
- een plastic zak, inhoud een ingevroren bol wit poeder;
- een computer van het merk Acer, in werking aangetroffen, waarop een bestand vermeld stond voorzien van namen.
4.3.2.2 De bevindingen van verbalisanten
Op 26 mei 2011 wordt de computer van verdachte in beslag genomen. Bij het afsluiten van de computer treft de verbalisant op het ‘bureaublad’ een bestand met de naam ‘pof.ods’ aan. De verbalisant heeft het bestand geopend en zag dat het een spreadsheet betrof waarin diverse namen, waaronder ‘robert’, ‘bianca’ en ‘9vinger’, met daarbij een gewichtsbepaling in de notatie van ‘grammen’ en een bedrag in euro’s vermeld werden.
4.3.2.3 Het rapport Opiumwet
De verdovende middelen die in beslag zijn genomen op het adres [adres] te Veenendaal zijn voorzien van referentienummers en vervolgens aan het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) toegezonden.
4.3.2.4 Het NFI-rapport
Uit het rapport van het NFI blijkt dat de aangetroffen poeders 87,6 gram van een materiaal bevattende amfetamine en cocaïne bevatten.
4.3.2.5 Het verhoor van de getuigen
De getuigen [getuige 2] , [getuige 3] , [getuige 4] , [getuige 1] en [getuige 5] hebben verklaard dat zij speed en/of cocaïne bij verdachte hebben gekocht. [getuige 2] kocht wel eens speed bij verdachte en betaalde daarvoor 3,50 euro per gram. Getuige [getuige 3] verklaart ook wel ‘9vinger’ te worden genoemd en 5 euro per gram speed te hebben betaald aan verdachte. Hij verklaart voorts ‘zat mensen’ te hebben gezien die bij verdachte verdovende middelen kochten. Getuige [getuige 4] verklaart dat hij ongeveer vier weken vóór zijn verhoor op 5 juni 2011 voor het eerst speed van verdachte kocht. Hij deed dat vervolgens drie tot vier keer. Getuige [getuige 1] verklaart meer dan tien keer cocaïne bij verdachte te hebben gekocht. Hij betaalde daarvoor 20 euro per halve gram. Hij kocht in het begin, rond februari 2011, ook wel eens speed van verdachte. De getuige [getuige 5] verklaarde gedurende een maand speed van verdachte te hebben gekocht en daarvoor 5 euro per gram te betalen.
4.3.2.6 De verklaring van verdachte
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij een grote hoeveelheid amfetamine had gekocht van ongeveer 80 à 90 gram voor 300 euro. Verdachte gaf amfetamine weg aan bepaalde personen, zonder dat zij daarvoor hoefden te betalen. Op een gegeven moment liep dat uit de hand. Sindsdien heeft verdachte aan die personen een vergoeding voor de speed (amfetamine) gevraagd. Zij betaalden ongeveer 5 euro per gram aan verdachte. Met betrekking tot de cocaïne heeft verdachte ter terechtzitting verklaard dat hij doorgeefluik was. Verdachte gaf geld van personen door en gaf daarvoor cocaïne terug.
4.3.2.7 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat het onder 2 ten laste gelegde feit kan worden bewezen, met dien verstande dat verdachte niet alleen de daarin genoemde verdovende middelen aan anderen heeft verstrekt, maar deze ook heeft verkocht. Dat verdachte naar zijn zeggen daarmee geen winst heeft behaald, doet aan de verkoop niet af. Er zijn in de woning van verdachte een grote hoeveelheid verpakkingsmateriaal, een weegschaal, een aanzienlijke hoeveelheid amfetamine, een hoeveelheid cocaïne, een spreadsheet met daarop namen, hoeveelheden (in grammen) en bedragen alsmede een hoeveelheid contant geld aangetroffen. Daarnaast hebben meerdere getuigen, waarvan er enkele met hun (bij)naam in voornoemde spreadsheet worden vermeld, verklaard dat zij van verdachte speed (amfetamine) en/of cocaïne hebben gekocht. Uit de verklaring van getuige [getuige 1] volgt dat verdachte in ieder geval vanaf februari 2011 drugs heeft verkocht. Verdachte heeft ook zelf verklaard vanaf een bepaald moment drugs tegen betaling aan anderen te hebben verstrekt.
4.3.3 Met betrekking tot feit 3
De rechtbank acht het onder 3 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen en heeft daarbij gelet op:
- de bekennende verklaringen van verdachte afgelegd tegenover de politie en ter terechtzitting ;
- de bevindingen van verbalisanten ;
- het rapport Opiumwet ;
- het NFI-rapport d.d. 1 augustus 2011.