ECLI:NL:RBUTR:2011:BV6258

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
24 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-009507-84
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling met dwangverpleging van overheidswege

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 24 november 2011 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging van overheidswege van de terbeschikkinggestelde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde, die lijdt aan een pervasieve ontwikkelingsstoornis en een persoonlijkheidsstoornis, over het algemeen stabiel functioneert binnen de kliniek. Dit functioneren is echter sterk afhankelijk van het zorgende en controlerende kader waarin hij zich bevindt. De deskundigen hebben aangegeven dat zonder dit zorgkader de kans op recidive aanzienlijk is. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, met als doel de veiligheid van de maatschappij te waarborgen. De rechtbank heeft ook overwogen dat er op dit moment geen aanleiding is om de beslissing tot verlenging aan te houden of om een voorwaardelijke beëindiging of transmuraal verlof te onderzoeken. De rechtbank heeft de beslissing genomen op basis van de rapporten van deskundigen en de procesgang, waarbij de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman zijn gehoord. De rechtbank heeft de relevante wetsartikelen in acht genomen en de beslissing is genomen in het belang van de veiligheid van anderen.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16/009507-84
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling d.d. 24 november 2011
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[terbeschikkinggestelde], hierna ook te noemen: “de terbeschikkinggestelde”,
geboren op [1966] te [geboorteplaats],
thans verblijvende te Pompekliniek Zeeland, Brand 75 te (5411 RW) Zeeland,
heeft de officier van justitie de verlenging met twee jaar van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging van overheidswege gevorderd. Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1 De stukken
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
- een afschrift van het vonnis van de rechtbank Utrecht van 19 oktober 1984, waarbij de ter beschikking is uitgesproken, met bevel tot verpleging van overheidswege, welke terbeschikkingstelling is ingegaan op
3 november 1984;
- de beslissing van het hof Arnhem d.d. 15 maart 2010, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling laatstelijk is verlengd voor de duur van twee jaar;
- de vordering van de officier van justitie d.d. 29 september 2011, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaar;
- de wettelijke aantekeningen van de Pompestichting omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [terbeschikkinggestelde] van 25 mei tot 7 juli 2011;
- het rapport van ir. J. Groeneweg, directeur algemene zaken, en drs. P.J.P.M. Halkes, psychiater, beiden werkzaam bij de Pompekliniek Zeeland, d.d. 22 augustus 2011, waarin wordt geadviseerd tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaar.
2 De procesgang
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting op 10 november 2011 is de officier van justitie gehoord. Tevens is de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsman,
mr. D.P. Hein, advocaat te Amsterdam. Voorts is de deskundige drs. S.F.H.M. Mikkers, als gz-psycholoog verbonden aan de Pompekliniek te Zeeland, gehoord.
3 Het standpunt van de aan de kliniek verbonden deskundigen
De rechtbank heeft kennis genomen van het rapport van de Pompekliniek Zeeland. De deskundige S.F.H.M. Mikkers heeft het rapport en het daarin vermelde advies mondeling ter terechtzitting toegelicht. Het rapport en de toelichting houden -zakelijk weergegeven- het volgende in.
Diagnostiek
De terbeschikkinggestelde lijdt zowel aan een pervasieve ontwikkelingsstoornis NAO als aan een persoonlijkheidsstoornis NAO met narcistische en antisociale kenmerken. Daarnaast beschikt de terbeschikkinggestelde over zeer beperkte empathische vermogens. Hierbij is er sprake van zwakbegaafdheid en laagnormale intelligentie. De seksuele problematiek van de terbeschikkinggestelde kan geduid worden binnen de context van de pervasieve ontwikkelingsstoornis.
Huidige situatie
De terbeschikkinggestelde functioneert over het algemeen stabiel binnen de kliniek, maar dit is grotendeels afhankelijk van het zorgende, structurerende en controlerende kader waarbinnen hij zich beweegt. Hij is de laatste maanden beter in contact met de begeleidende staf en maakt meer gebruik van de mogelijkheden die hem geboden worden om zijn spanningen/frustraties bespreekbaar te maken. Hij is hierbij echter nog immer afhankelijk van de stimulans en structuur die hem geboden wordt en heeft deze ook nodig om het vol te houden aangezien hij zelf de noodzaak hiertoe niet ziet. Hoewel hij streeft naar volledige autonomie heeft hij de ander hard nodig voor signalering en om stabiel en delictvrij te blijven functioneren. Derhalve is het supportieve afdelingsklimaat waarin hij nu verblijft en waarin hem wekelijks mentorgesprekken worden geboden, hij redelijk autonoom kan functioneren en hem een zinvolle dagbesteding wordt geboden, nog immer passend en geïndiceerd om het relatief stabiele psychiatrisch beeld en gedrag te behouden.
Recidivegevaar
De voorspelling is dat de terbeschikkinggestelde langdurig afhankelijk zal zijn van een begeleidend en structurerend kader. Zolang er onvoldoende zicht is op zijn gedachten en gevoelswereld zal begeleid verlof het hoogst haalbare zijn. Het huidige risicomanagement zal dan ook nog lange tijd noodzakelijk zijn. Binnen de huidige situatie in de Langdurige Forensisch Psychiatrische Zorg (LFPZ) wordt het recidivegevaar als matig ingeschat. Krenkingen worden tot een minimum beperkt en er wordt gestreefd naar een zo hoog mogelijke mate van autonomie. Behandeldruk is afwezig wat spanningsverlagend werkt. Er is onvoldoende zicht op zijn belevingen maar de ervaring leert dat wanneer de frustraties toenemen, de terbeschikkinggestelde toenemend oninvoelbaar wordt en (seksueel) agressieve fantasieën kunnen toenemen. Buiten de beveiliging en begeleiding van de LFPZ wordt het recidivegevaar als hoog ingeschat. De terbeschikkinggestelde is onvoldoende in staat zich staande te houden zonder een dwingend, controlerend, sturend, structurerend en zorgend kader om hem heen.
Advies
Gezien de ernst van de problematiek, de onveranderbaarheid van de stoornis, gecompliceerd door de afwezigheid van ziekte-inzicht, ziet de kliniek tot op heden geen andere prognose dan een verblijf binnen de huidige LFPZ-voorziening. De verwachting is dat de terbeschikkinggestelde langdurig afhankelijk zal zijn van een zorgend, begeleidend en controlerend kader om het delictgevaar te kunnen beperken. Hij is afhankelijk van een externe prothese zoals nu geboden wordt om delictgevaar te voorkomen. Lange termijn doelstelling is dan ook dit stabiele functioneren te waarborgen en eventueel uit te breiden waarbij de vaardigheden van de terbeschikkinggestelde vergroot worden. Op basis van het voorgaande adviseert de kliniek de maatregel van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen met twee jaar.
Toelichting ter zitting
Ter zitting heeft de deskundige toegelicht dat de huidige woonsituatie goed is voor de terbeschikkinggestelde. In het longstay kader wordt naar de positieve kanten gekeken. Het spanningskader wordt laag gehouden. Er wordt geen druk op de terbeschikkinggestelde gelegd. Overplaatsing naar een behandelkliniek is een contra-indicatie voor de terbeschikkinggestelde, gelet op de behandeling die hij daar krijgt en de druk die daar op hem wordt gelegd. Er zijn wel andere instellingen geschikt voor de terbeschikkinggestelde, maar een instelling moet wel met gevaar om kunnen gaan. Een Regionale Instelling voor Beschermd Wonen (RIBW) biedt begeleiding op afstand. Vooralsnog is de stap naar een RIBW voor de terbeschikkinggestelde te groot.
4 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter terechtzitting haar vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met een termijn van twee jaar gehandhaafd.
5 Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
De terbeschikkinggestelde heeft ter terechtzitting verklaard dat hij graag onbegeleid verlof wil. De terbeschikkinggestelde zou het liefst naar een RIBW willen.
De raadsman heeft ter zitting primair verzocht om de beslissing tot verlenging voor de duur van drie maanden aan te houden en in die tijd te onderzoeken of een voorwaardelijke beëindiging of transmuraal verlof mogelijk is. Subsidiair heeft de raadsman verzocht de terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van één jaar zodat de rechtbank een vinger aan de pols kan houden. In die tijd kan voor de terbeschikkinggestelde een RIBW worden uitgezocht.
6 De beoordeling
Uit voormeld vonnis van deze rechtbank van 19 oktober 1984 blijkt dat de terbeschikkinggestelde zich schuldig heeft gemaakt aan feitelijke aanranding van de eerbaarheid. Dit is een misdrijf dat gericht is tegen of dat gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
De rechtbank overweegt dat uit het rapport en de toelichting van de deskundige ter zitting blijkt dat de terbeschikkinggestelde over het algemeen stabiel functioneert binnen de kliniek, maar dat dit grotendeels afhankelijk is van het zorgende, structurerende en controlerende kader waarbinnen hij zich beweegt. Zonder dit zorgkader is de kans op recidive hoog. Derhalve is het van belang dat de terbeschikkingstelling wordt voortgezet ter beveiliging van de maatschappij. De verwachting is dat de terbeschikkinggestelde langdurig afhankelijk zal zijn van dit zorgkader om het delictgevaar te kunnen blijven beperken. De rechtbank ziet vooralsnog dan ook geen aanleiding om de beslissing tot verlenging voor de duur van drie maanden aan te houden en te onderzoeken of een voorwaardelijke beëindiging of een transmuraal verlof mogelijk is. Ook een eventuele verlenging van één jaar is op dit moment niet aan de orde.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, is de rechtbank met de officier van justitie van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging wordt verlengd met twee jaar.
7 Toepasselijke wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.
8 De beslissing
De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging van overheidswege van [terbeschikkinggestelde] met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. E.A.A. van Kalveen, voorzitter, mrs. G. Perrick en A.M. Crouwel, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. M. van der Meulen en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 24 november 2011.