ECLI:NL:RBUTR:2011:BV6185
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.J. Veldhuijzen
- M.J. Grapperhaus
- Z.J. Oosting
- Rechtspraak.nl
Verlenging terbeschikkingstelling met dwangverpleging van een terbeschikkinggestelde na positieve ontwikkeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 23 december 2011 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1967, die momenteel verblijft in Hoeve Boschoord te Boschoord. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de termijn van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging van overheidswege met twee jaar verlengd. De rechtbank overweegt dat de terbeschikkinggestelde zich positief ontwikkelt door intensieve behandeling, medicatie en een gestructureerd kader, wat heeft geleid tot een stabiele situatie. De rechtbank concludeert dat, gezien de risico's en de noodzaak van verdere behandeling, een kortere verlenging niet voldoende is om de veiligheid van anderen te waarborgen.
De rechtbank heeft de procesgang en de stukken in het dossier zorgvuldig overwogen, waaronder eerdere vonnissen en rapporten van de behandelinstelling. Tijdens de zitting op 12 december 2011 zijn zowel de officier van justitie als de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsman. De rechtbank heeft ook de deskundige H.M. Niehoff gehoord, die de huidige situatie van de terbeschikkinggestelde heeft toegelicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering van de officier van justitie tijdig is ingediend en dat er geen belemmeringen zijn voor de ontvankelijkheid van deze vordering.
De rechtbank heeft de risico-inschatting van de terbeschikkinggestelde beoordeeld en geconcludeerd dat, ondanks de positieve ontwikkeling, de terbeschikkinggestelde nog steeds intensieve begeleiding en behandeling nodig heeft. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, waarbij de veiligheid van anderen voorop staat. De beslissing is genomen in het belang van de terbeschikkinggestelde en de maatschappij.