ECLI:NL:RBUTR:2011:BV6182

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
23 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-601349-08
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling met dwangverpleging van een bovengemiddeld intelligente terbeschikkinggestelde met complexe stoornissen

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 23 december 2011 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van de verdachte, die in 2009 ter beschikking was gesteld na een veroordeling voor meerdere delicten, waaronder zware mishandeling en bedreiging. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de termijn van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging van overheidswege met twee jaar verlengd. De terbeschikkinggestelde, die lijdt aan een pervasieve ontwikkelingsstoornis en een narcistische persoonlijkheidsstoornis, heeft verzet aangetekend tegen de behandeling en de behandelaars, en hecht meer waarde aan zijn eigen analyse van zijn mogelijkheden. De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat de terbeschikkinggestelde zijn opstelling ten aanzien van het aangeboden traject van behandeling en begeleiding ingrijpend zal moeten wijzigen om zijn ontwikkeling richting de maatschappij te realiseren.

De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken in het dossier, waaronder een rapport van de Kijvelanden, waarin wordt geadviseerd tot verlenging van de terbeschikkingstelling. Tijdens de zitting is de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsman, en is er deskundig advies gegeven door een psycholoog. De rechtbank heeft vastgesteld dat het recidiverisico hoog is en dat de terbeschikkinggestelde langdurige zorg en begeleiding nodig heeft. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de terbeschikkingstelling met dwangverpleging wordt verlengd. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16/601349-08
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling d.d. 23 december 2011
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[verdachte]
geboren op [1970] te [geboorteplaats]
thans verblijvende in de Kijvelanden te Den Haag
heeft de officier van justitie de verlenging met twee jaar van de terbeschikkingstelling gevorderd. Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1 De stukken
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
- een afschrift van het arrest van het hof Amsterdam, nevenzittingsplaats Arnhem, van 24 december 2009, waarbij [verdachte] ter beschikking is gesteld, met bevel tot verpleging van overheidswege, welke terbeschikkingstelling is ingegaan op 8 januari 2010;
- de vordering van de officier van justitie d.d. 29 november 2011, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [verdachte] vanaf 25 maart 2010 tot 20 mei 2011 en van het derde kwartaal van 2011;
- het rapport van de Kijvelanden d.d. 9 november 2011, waarin wordt geadviseerd tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
2 De procesgang
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting op 12 december 2011 is de officier van justitie gehoord. Tevens is de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsman,
mr. J.J. Lieftink, advocaat te Almere. Voorts is als deskundige verschenen de heer A.M. van der Loo, psycholoog, behandelverantwoordelijke namens de Kijvelanden.
3 Het advies van de inrichting
De rechtbank heeft kennis genomen van het rapport d.d. 9 november 2011. Het rapport en de toelichting houden -zakelijk weergegeven- het volgende in.
Indexfeit
In 2009 is de terbeschikkinggestelde veroordeeld waarbij (naast een gevangenisstraf) de terbeschikkingstelling met dwangverpleging is opgelegd. Hieraan lagen meerdere delicten ten grondslag. Ten eerste een poging tot zware mishandeling (met een metalen staaf) van zijn voormalig behandelaar bij het Riagg. Daarnaast heeft de terbeschikkinggestelde zijn zus bedreigd met een misdrijf tegen het leven gericht. Tot slot heeft hij zijn voormalig psychiater bij Altrecht opzettelijk wederrechtelijk van zijn vrijheid beroofd.
Actuele diagnose
De terbeschikkinggestelde lijdt aan een pervasieve ontwikkelingsstoornis Niet Anderszins Omschreven (PPD NOS). Naast deze ontwikkelingsstoornis, heeft de terbeschikkinggestelde een narcistische persoonlijkheidsstoornis, die juist in combinatie met de PDD NOS een tweede belangrijke delictgerelateerde factor is.
Recidiverisico
Het ziektebesef is bij de terbeschikkinggestelde ontwikkeld. De impact van zijn ziekte en het verantwoordelijkheid nemen voor zijn ziekte echter niet. Het is de verwachting dat hij langdurige, zo niet levenslange zorg, structuur en begeleiding van een instelling met bijzondere expertise op het gebied van autistische stoornissen nodig zal houden. Daarbij is het evident dat de aanwezige persoonlijkheidsstoornis, niet geheel los te zien is van zijn hoge intelligentie. In de huidige situatie is er nog onvoldoende zicht en grip op het risicomanagement en bevindt de terbeschikkinggestelde zich in die zin nog in het begin van de behandeling. Vanuit deze context is de inschatting dat het risico op hernieuwd delictgedrag zeer hoog is.
Verdere behandeling
Tijdens de meest recente behandelplanbespreking van 1 augustus 2011 zijn de volgende behandeldoelen geformuleerd. De terbeschikkinggestelde wordt geïndiceerd voor cognitieve therapie en psychomotore therapie met specifieke aandacht voor zijn autistiforme stoornis. Daarnaast zal er toegewerkt worden naar een delictpresentatie door middel van een individueel traject. De terbeschikkinggestelde zal ten slotte een zinvolle dagbesteding krijgen.
Toelichting ter zitting
Ter zitting heeft de deskundige Van der Loo nadere toelichting gegeven.
Hij heeft daartoe verklaard – zakelijk weergegeven –:
Sinds eind juni 2011 verblijft de terbeschikkinggestelde in de Kijvelanden. Vanuit FPC Oldenkotte is een EVGB-status voor de terbeschikkinggestelde aangevraagd. Het duurt een aantal maanden voordat deze binnen is, echter verblijft de terbeschikkinggestelde al wel op de Zeer Intensieve Zorg afdeling van de Kijvelanden. De beveiliging is op deze afdeling zeer hoog, er is altijd sprake van tweemans begeleiding. Er hebben zich in deze kliniek nog geen incidenten voorgedaan in tegenstelling tot zijn verblijf in FPC Oldenkotte, maar dat komt door het beveiligingsplan dat gehanteerd wordt. De stafleden hebben wel aangegeven zich snel onveilig te voelen bij de terbeschikkinggestelde.
Het probleem bij de terbeschikkinggestelde is dat het contact goed is, maar dat het plotseling mis kan gaan door de spanningsopbouw en dan escaleert de situatie.
De terbeschikkinggestelde is van mening dat hij naar een kliniek moet speciaal voor mensen met een autismestoornis, maar de Kijvelanden is wel degelijk geschikt voor hem, ook al is er geen gespecialiseerde afdeling op het gebied van autisme. Met extern advies van ASVZ is een programma op maat opgesteld. Juist de combinatie van de autismestoornis en de persoonlijkheidsstoornis maakt de problematiek van de terbeschikkinggestelde zo ingewikkeld. Door behandelinterventies wordt er geprobeerd meer vat te krijgen op het delictgedrag. Autisme is in wezen niet te behandelen. Voor de autismestoornis is structuur nodig. De narcistische persoonlijkheidsstoornis is wel te beïnvloeden. Er wordt gestreefd naar resocialisatie en uiteindelijk in de toekomst naar een beschermde woonvorm.
Het duurt een tijd voor extra beveiliging officieel wordt opgeheven, ondertussen gaat de kliniek wel intern verder. Als het goed blijft gaan kan de terbeschikkingestelde weer naar een behandelafdeling.
4 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter terechtzitting zijn vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaren gehandhaafd.
5 Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
De terbeschikkinggestelde is het niet eens met de vordering van de officier van justitie dat de terbeschikkingstelling verlengd moet worden. De terbeschikkinggestelde heeft toegelicht dat hij wel hulp wil, maar dat hij de voorkeur geeft aan een ambulante behandeling, dan wel dat hij naar een andere kliniek toe wil die meer gespecialiseerd is in de autismestoornis.
Hij wil terug in de maatschappij, de therapieën en dagbesteding zijn te kinderachtig.
De maatschappij hoeft tegen hem niet beveiligd te worden.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft toegelicht dat er in het algemeen een discussie gaande is over het nut van terbeschikkingstelling. De terbeschikkinggestelde weet dat hij behandeling en ondersteuning nodig heeft, maar hij is het niet eens met de terbeschikkingstelling.
6 De beoordeling
De rechtbank is gebleken dat aan alle wettelijke vereisten voor verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging is voldaan.
Daarbij is de rechtbank van oordeel, gelet op het voormelde advies van de inrichting en gehoord hetgeen door de deskundige ter zitting naar voren is gebracht, dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, eist dat de terbeschikkingstelling met dwangverpleging van [verdachte] wordt verlengd met twee jaar.
De rechtbank overweegt daartoe dat er sprake zal zijn van een langdurig behandeling, gelet op de combinatie van stoornissen bij de terbeschikkinggestelde en het feit dat incidenten binnen de TBS hebben geleid tot plaatsing op een beveiligde afdeling. Daarom is een kortere verlenging niet aan de orde. Gelet op de ernstige incidenten die zich hebben voorgedaan en de thans nog bestaande gevoelens van onveiligheid bij zijn begeleiders, kan de veiligheid alleen voldoende gewaarborgd worden binnen het thans geldende justitiële kader en de strakke veiligheid en behandelstructuur.
De duur van twee jaar is nodig omdat verschillende incidenten de terbeschikkinggestelde uiteindelijk op een beveiligde afdeling gebracht hebben, van waaruit de weg terug lang is.
De – bovengemiddeld intelligente – terbeschikkinggestelde toont verzet tegen behandeling en behandelaars en hecht meer aan zijn eigen analyse van zijn mogelijkheden. .De rechtbank hecht er in dat verband aan de terbeschikkinggestelde voor te houden, dat hij zijn opstelling ten aanzien van het hem aangeboden traject van behandeling en begeleiding ingrijpend zal moeten wijzigen om de door hem gewenste ontwikkeling richting de maatschappij ooit te realiseren.
7 Toepasselijke wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.
8 De beslissing
De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging van overheidswege van [verdachte] met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.J. Grapperhaus, voorzitter, mrs. M.J. Veldhuijzen en Z.J. Oosting, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. M. van der Meulen en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 23 december 2011.