ECLI:NL:RBUTR:2011:BV6083

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
23 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-604078-05
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging van een terbeschikkinggestelde na stagnatie in behandeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 23 december 2011 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van de verdachte, geboren in 1968 en thans verblijvende in de Pompekliniek te Nijmegen. De rechtbank heeft de vordering toegewezen en de termijn van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging van overheidswege met een jaar verlengd. De beslissing is genomen op basis van rapporten van de inrichting en externe deskundigen, die de noodzaak van verlenging onderbouwden vanwege de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen.

De rechtbank constateert dat er een impasse is ontstaan tussen de kliniek en de terbeschikkinggestelde, die de voortgang van zijn resocialisatie blokkeert. De rechtbank benadrukt dat het van belang is om de voortgang van de terbeschikkinggestelde te volgen en dat er na 19 januari 2012 een beslissing moet worden genomen om uit deze impasse te geraken. Dit kan zelfs inhouden dat de terbeschikkinggestelde tegen zijn wens naar een andere kliniek moet worden overgeplaatst.

De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende rapporten, waaronder een vonnis van 5 september 2005 waarin de terbeschikkinggestelde ter beschikking is gesteld, en een beslissing van 24 december 2010 tot verlenging van de terbeschikkingstelling. De deskundigen hebben aangegeven dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan een pedoseksuele geaardheid en een persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken, en dat er een matig recidiverisico is. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die een verlenging van twee jaar had gevorderd, toegewezen, maar heeft besloten om de termijn met slechts één jaar te verlengen, met het oog op de noodzakelijke controle en voortgang van de behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16/604078-05
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling d.d. 23 december 2011
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[verdachte]
geboren op [1968] te [geboorteplaats] (Spanje)
thans verblijvende in de Pompekliniek te Nijmegen
heeft de officier van justitie de verlenging van de terbeschikkingstelling gevorderd.
Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1 De stukken
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
- het vonnis van deze rechtbank d.d. 5 september 2005, waarbij [verdachte] ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, welke terbeschikkingstelling is ingegaan op 5 december 2005;
- de beslissing van deze rechtbank d.d. 24 december 2010, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd voor de duur van één jaar;
- de vordering van de officier van justitie d.d. 2 november 2011, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling van [verdachte] met twee jaren;
- het rapport van de Pompekliniek d.d. 29 september 2011, waarin wordt geadviseerd tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
- het rapport van dr. Th.A.M. Deenen, klinisch psycholoog, d.d. 1 oktober 2011, waarin wordt geadviseerd tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
- het rapport van R.H.P. Schlösser, psychiater, d.d. 27 september 2011, waarin wordt geadviseerd tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar.
2 Het onderzoek ter zitting
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting op 12 december 2011 is de officier van justitie gehoord. Tevens is de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw,
mr. M. Hoekzema, advocaat te Utrecht. Voorts is als deskundige verschenen mevrouw
D. Duits, behandelcoördinator namens de Pompekliniek.
3 Het standpunt van de deskundigen
De rechtbank heeft kennis genomen van de onder 1 genoemde rapporten. De rapporten (komen wat betreft de strekking in grote lijnen overeen en) houden -zakelijk weergegeven- het volgende in.
Indexfeit
De terbeschikkinggestelde is in 2005 veroordeeld voor ontuchtige handelingen die hij heeft gepleegd met een minderjarige die de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt.
Actuele diagnose
De terbeschikkinggestelde heeft een pedoseksuele geaardheid. De laatst gestelde diagnose door de kliniek houdt voorts in dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken. Daar komt bij dat de terbeschikkinggestelde middelenafhankelijk is.
Recidiverisico
De terbeschikkinggestelde erkent zijn indexdelict en geeft aan dat hij het niet meer tot delicten wil laten komen. Hij erkent daarbij de aanwezigheid van zijn pedoseksuele gevoelens en daarnaast erkent hij dat zijn geaardheid onveranderbaar is.
Onder de huidige omstandigheden is er sprake van een matig recidiverisico. De terbeschikkinggestelde scoort hoog op de historische items die betrekking hebben op zijn recidiverende delictachtergrond. Er is daarbij sprake van ernstig disfunctioneren op allerlei levensgebieden. De recidiverisico’s worden op langere termijn hoog ingeschat bij het wegvallen van de huidige structuur en toezicht.
Verdere behandeling
De afgelopen periode werd gekenmerkt door stagnatie in de behandeling nadat de terbeschikkinggestelde in een crisis raakte na de dood van zijn vader.
De doelstelling op lange termijn blijft echter de volledige resocialisatie van de terbeschikkinggestelde. Controle over een langere periode is hierbij vereist. Belangrijke onderdelen van deze doelstelling zijn integratie op de arbeidsmarkt en het opbouwen en bestendigen van een steunend netwerk.
De externe rapporteurs besteden veel aandacht aan de ontstane impasse, waardoor de behandeldoelen verder weg raken. Beiden suggereren een overplaatsing, waarbij psychiater Schlösser om toe te zien op overplaatsing verlenging met slechts een jaar suggereert.
Beiden zien ook mogelijkheden om dan binnen de voorgestelde termijn voor verlenging toe te werken naar transmuraal verlof of voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging.
Toelichting ter zitting
Ter zitting heeft de deskundige Duits nadere toelichting gegeven op het advies van de kliniek.
Zij heeft daartoe verklaard – zakelijk weergegeven –:
Tot april 2010 liep de ontwikkeling goed, daarna niet meer. De terbeschikkinggestelde is overgeplaatst naar de onderzoeksafdeling om uit de impasse te komen, die al een lange periode aan de orde is. Daarom zijn nu een aantal dingen ingezet, zoals aanpassing van de wijze van bejegening van de terbeschikkinggestelde. Dit om te voorkomen dat hij in verzet gaat. De afgelopen twee gesprekken die zij met hem heeft gevoerd, waren goede gesprekken, aldus de deskundige. Nu moet er zorg voor gedragen worden dat de terbeschikkinggestelde verdere stappen kan maken. Onderzocht moet nog worden of de gestelde diagnose juist is. De terbeschikkinggestelde staat daarvoor op een wachtlijst. Het is wel van belang dat hij daaraan mee gaat werken. Op 19 januari 2012 is er een behandelbijeenkomst, waarin besproken wordt of betrokkene op een behandelafdeling geplaatst moet worden (en zo ja, welke) of dat het beter is om hem voor herselectie in aanmerking te laten komen. De relatie om samen te werken is van essentieel belang voor de resocialisatie.
De belangrijkste risicofactor daarbij is stress, die is namelijk delictgerelateerd. De terbeschikkinggestelde gebruikt drugs. Drugs lossen de bron van de stress, echter niet op en het wordt ook niet toegestaan in de kliniek. Hij moet met behulp van mensen om hem heen uit risicosituaties blijven. Bij een andere kliniek krijgt de terbeschikkinggestelde dezelfde problemen. Indien de kliniek niet de bejegening vindt om de impasse te doorbreken, dan is er geen keus en zal er over overplaatsing gesproken moeten worden.
4 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter zitting de vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar gehandhaafd.
5 Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouw
De terbeschikkinggestelde heeft zich op het standpunt gesteld dat de terbeschikkingstelling met één jaar moet worden verlengd. De overplaatsing naar een onderzoeksafdeling weegt zwaar, ook omdat regels, bijvoorbeeld wat betreft middelengebruik, nu strenger zijn en hij met veel strafmaatregelen geconfronteerd wordt. De terbeschikkinggestelde heeft verder toegelicht dat hij ondanks de impasse in deze kliniek wenst te blijven, omdat zijn netwerk (moeder, broer onder anderen) zich in de regio bevindt en omdat in deze kliniek in beginsel veel mogelijk is voor een TBS-er en hij over de therapeuten in de inrichting heel tevreden is.
De raadsvrouw heeft de rechtbank verzocht de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen. De raadsvrouw heeft dit onderbouwd door te stellen dat het voor beide partijen van belang is dat de impasse wordt doorbroken en dat over een jaar weer een toetsingsmoment plaatsvindt.
6 De beoordeling
Uit voormeld vonnis van deze rechtbank van 5 september 2005 blijkt dat de terbeschikkinggestelde is veroordeeld voor ontuchtige handelingen met een minderjarige die de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt.
Gelet de voormelde rapporten van de inrichting en van de externe deskundigen en gehoord hetgeen door de deskundige van de inrichting ter zitting naar voren is gebracht, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de terbeschikkingstelling met dwangverpleging wordt verlengd.
Gebleken is dat de impasse die reeds in 2010 is ontstaan tussen de kliniek en de terbeschikkinggestelde nog steeds voortduurt. De voortgang van de resocialisatie van de terbeschikkinggestelde wordt hierdoor geblokkeerd. Dit is geen wenselijke situatie. Derhalve zal gekeken moeten worden of een verdere samenwerking in deze kliniek van de grond kan komen en indien dit niet het geval is, zal de kliniek de terbeschikkinggestelde in aanmerking moeten laten komen voor herselectie. De rechtbank gaat ervan uit dat er na 19 januari 2012 een beslissing wordt genomen om uit de impasse te geraken, ook als dit inhoudt dat de terbeschikkinggestelde tegen zijn wens zal worden overgeplaatst naar een andere kliniek.
Gezien het voorgaande is het voor de terbeschikkinggestelde van belang dat zijn voortgang gevolgd wordt, terwijl ook de rechtbank zicht wil houden op het verdere verloop van de maatregel. Daarom zal de rechtbank de termijn met één jaar verlengen.
7 De toepasselijke wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.
8 De beslissing
De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging van overheidswege van [verdachte] met een jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.J. Veldhuijzen, voorzitter, mrs. M.J. Grapperhaus en Z.J. Oosting, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. M. van der Meulen en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 23 december 2011.