ECLI:NL:RBUTR:2011:BV3802

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
23 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/600160-07.
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot verlenging van TBS en wijziging van voorwaarden

In deze zaak heeft de rechtbank Utrecht op 23 mei 2011 uitspraak gedaan in een procedure betreffende de terbeschikkingstelling (TBS) van een terbeschikkinggestelde. De officier van justitie had aanvankelijk gevorderd om de TBS te verlengen, maar heeft deze vordering tijdens de zitting op 9 mei 2011 gewijzigd naar een verzoek tot afwijzing van de verlenging. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie afgewezen, maar heeft wel besloten om de voorwaarden van de voorwaardelijke beëindiging van de TBS te wijzigen.

De rechtbank constateert dat de terbeschikkinggestelde zich al geruime tijd niet heeft schuldig gemaakt aan nieuwe strafbare feiten en dat er geen aanwijzingen zijn dat hij betrokken is geweest bij incidenten die de veiligheid van anderen in gevaar hebben gebracht. De terbeschikkinggestelde heeft zich bovendien beter opgesteld ten opzichte van de hulpverlening en beschikt over een beschermde woonomgeving met persoonlijke begeleiding en een zinvolle dagbesteding. Dit alles heeft de rechtbank doen besluiten dat de veiligheid van anderen niet in het geding is, waardoor hernieuwde verpleging van overheidswege niet noodzakelijk is.

De rechtbank heeft ook het oordeel van deskundige J.M.J.F. Offermans in overweging genomen, die heeft aangegeven dat opname in een TBS-inrichting niet meer zinvol zou zijn en dat dit enkel een beveiligend karakter zou hebben. Gezien de bijzondere omstandigheden van de zaak heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie afgewezen en de voorwaarden van de terbeschikkingstelling gewijzigd. De wijziging houdt in dat de voorwaarde van het verbod op het gebruik van cannabis komt te vervallen en dat de terbeschikkinggestelde verplicht wordt om medicatie in te nemen die het gebruik van alcohol tegen gaat.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16/600160-07
Beslissing tot het alsnog opleggen van verpleging van overheidswege.
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[terbeschikkinggestelde]
geboren te [geboorteplaats] op [1962],
wonende te [woonplaats], [adres]
heeft de officier van justitie gevorderd dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Ter terechtzitting van 9 mei 2011 heeft de officier van justitie haar vordering gewijzigd in die zin dat zij thans de afwijzing daarvan vordert.
Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1 De procedure.
De procedure blijkt onder meer uit het volgende:
- de beslissing van deze rechtbank d.d. 23 juli 2007 waarbij aan [terbeschikkinggestelde] voornoemd bij de terbeschikkingstelling voorwaarden werden gesteld;
-de vordering van de officier van justitie d.d. 26 april 2010, die strekt tot het alsnog van overheidswege laten verplegen van de terbeschikkinggestelde.
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting is de officier van justitie gehoord.
Tevens is de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. B.J. Tieman, advocaat te Utrecht.
Voorts zijn de deskundigen J.M.J.F. Offermans, psychiater, mevrouw J.M. Uneputty, reclasseringswerker bij het Centrum Maliebaan te Utrecht en de heer P.G.A. Voorbij, persoonlijke begeleider, werkzaam bij de Stichting Kwintes te Zeist gehoord.
2 De beoordeling
De rechtbank heeft aan [terbeschikkinggestelde] voornoemd bij de beslissing tot terbeschikkingstelling de volgende voorwaarden betreffende zijn gedrag gesteld:
- niet recidiveren;
- woonachtig zijn in een begeleide of beschermde woonvorm, zoals Stichting Exodus, Kwintes, of een soortgelijke instelling en niet verhuizen en/of elders verblijven zonder overleg en uitdrukkelijke toestemming van de reclassering;
- houden aan de regels van Exodus of een soortgelijke woonvoorziening en zich houden aan het behandelplan en de behandelafspraken, opgesteld door de forensische polikliniek het Dok te Utrecht;
- een controleerbare dagbesteding hebben;
- geen alcohol en/of drugs gebruiken en volledige medewerking verlenen aan controles op het gebruik van alcohol en drugs;
- inzage geven in zijn financiële situatie aan zowel Stichting Exodus of een soortgelijke instelling, het Dok en aan de reclassering;
- eventuele voorgeschreven medicatie van de psychiater, verbonden aan het Dok, accepteren en innemen;
- begeleidbaar en bemiddelbaar opstellen en zich gedragen naar de aanwijzingen hem te geven door de reclassering.
De rechtbank is van oordeel dat de terbeschikkinggestelde zich in het bijzonder structureel niet gehouden heeft aan de voorwaarde dat hij geen (soft)drugs zal gebruiken. Voorts heeft verdachte (zeer) incidenteel alcohol gebruikt. Aldus heeft hij zich niet aan alle gestelde voorwaarden gehouden. Anders dan de terbeschikkinggestelde is de rechtbank daarbij van oordeel dat er geen enkele reden is om te veronderstellen dat de Reclassering hierop anders dan volgens professionele standaarden heeft gereageerd.
Op grond van voormelde overtredingen van de voorwaarden zou in beginsel alsnog de verpleging van overheidswege van [terbeschikkinggestelde] kunnen worden bevolen.
De rechtbank constateert echter dat genoemd overtreden van de gestelde voorwaarden al langere tijd niet geleid heeft tot een terugval in criminaliteit en/of tot betrokkenheid bij andere incidenten waarbij de veiligheid van goederen of personen in gevaar is gekomen of had kunnen komen. Voorts blijkt de terbeschikkinggestelde zich -anders dan in het verleden- opener en beter begeleidbaar op te stellen ten opzichte van de hulpverlening. Ook beschikt hij thans over huisvesting in een beschermde omgeving en is er sprake van persoonlijke begeleiding en een zinvolle daginvulling.
Voorts heeft de rechtbank kennis genomen van het oordeel van de deskundige Offermans, die onder meer heeft aangegeven dat de terbeschikkinggestelde in een tbs-inrichting niet meer zinvol behandeld zal kunnen worden, en dat opname in een dergelijke inrichting derhalve slechts een beveiligend karakter zou hebben.
Gezien de voorgaande bijzondere feiten en omstandigheden van het geval is de rechtbank van oordeel dat in redelijkheid niet kan worden gezegd dat de hiervoor omschreven overtredingen door de terbeschikkinggestelde van de hem gestelde voorwaarden tevens met zich brengen dat het belang van de veiligheid van anderen danwel de algemene veiligheid van personen of goederen thans noopt tot zijn hernieuwde verpleging van overheidswege. De rechtbank wijst de vordering dan ook af.
De rechtbank ziet in het voorgaande echter wel aanleiding de aan verdachte gestelde voorwaarden te wijzigen zoals hierna omschreven.
3 De beslissing.
a. Wijst de vordering af;
b. Wijzigt de voorwaarden, zoals opgenomen in de beslissing van deze rechtbank van 23 juli 2007, waarbij de maatregel van terbeschikkingstelling is opgelegd onder voorwaarden, in die zin dat van de gestelde voorwaarden de voorwaarde van het verbod op het gebruik van cannabis komt te vervallen en dat aan de gestelde voorwaarden wordt toegevoegd dat de terbeschikkinggestelde:
- wordt verplicht tot het innemen van de medicatie Antebus dan wel een soortgelijke medicatie om het gebruik van alcohol tegen te gaan.
Deze beslissing is gegeven door mr. A. Kuijer, voorzitter, mr. A. Wassing en mr. M.S. Koppert, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier H.J. Nieboer en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 23 mei 2011.