Ten slotte heeft [gedaagden c.s.] ter ondersteuning van zijn stelling dat [naam c.s.] de administratie heeft verduisterd gewezen op de volgende omstandigheden en/of de volgende stellingen ingenomen:
- [naam c.s.] was in de periode vóór faillissement (van 20 oktober tot 2 november 2009) de enige overblijvende (middellijke) bestuurders;
- de curator heeft bij zijn eerste bezoek aan de failliet, tussen 2 en 11 november 2009, van [A] niet de ruimte te zien gekregen waar de administratie zich bevond; [A] heeft de curator in strijd met de waarheid verteld dat deze ruimte van [A] dochter was;
- [naam c.s.] was ook na datum faillissement nog doende vorderingen van CML op debiteuren buiten de curatoren om te incasseren waarbij zij kennelijk de omvang van de vorderingen nauwkeurig wist te speciferen, hetgeen erop duidt dat zij in het bezit is van de administratie;
- De Lage Landen heeft op of omstreeks 20 oktober 2008 en op of omstreeks 15 april 2009 audits uitgevoerd, waarbij de hele bedrijfsvoering is doorgelicht; van misstanden in de zin van het ontbreken van een boekhouding, vervreemding van auto’s, buiten de boekhouding innen van vorderingen etc. was op dat moment dus (nog) geen sprake;
- de heer [C], boekhouder van CML, heeft verklaard:
“ (…) De volledige elektronische administratie van CML is door mij ingevoerd in Exact. Tot en met 2007 was deze geheel klaar, inzake 2008 en 2009 had ik alleen een deel van de basisgegevens ingevoerd, waaronder de bankmutaties. De fysieke administratie bestond uit circa 40 tot 50 ordners. De heer [A] en mevrouw [A] hielden een nauwkeurige handgeschreven administratie bij van alle in- en uitgaande contante betalingen. Alle contante betalingen die niet door de heer [A] en mevrouw [A] persoonlijk zijn ontvangen, zijn altijd door de betreffende medewerker aan een van hen overhandigd, de heer [A] en mevrouw [A] hebben mij in ieder geval nooit geïnformeerd dat zij bedragen niet zouden hebben ontvangen. De heer [A] en mevrouw [A] waren de enigen bij CML die zich met de financiën - uitgezonderd de betaling van bekeuringen - bezig hielden en als enigen beslissingen namen aangaande het dagelijks bestuur van CML. Kortingen die door CML waren bedongen bij de inkoop van auto’s kwamen regelmatig achteraf ten goede aan andere aan de heer [A] gelieerde vennootschappen.
Daarnaast kan ik vermelden dat de laatste keer (voor de faillissementsdatum) dat ik op de Dr. [adres] aanwezig was, is geweest in de week van de 12e oktober 2009. Op dat moment waren alle computers, inclusief laptops en de complete fysieke administratie nog bij CML op het kantoor in Westbroek aanwezig. Eind december 2009 ben ik nog een keer op het kantoor-aan-huis op de Dr. [adres] en ook op nr. 61 geweest. Het bevreemde mij zeer dat de twee gewone computers op het kantoor op de Dr. [adres] bleken te staan en dat deze niet in beslag genomen waren door de curator. Op deze twee computers stonden ook vrijwel alle administratieve gegevens (hoewel ik eind december 2009 ook kort heb kunnen constateren dat een aantal zaken van deze computers was verdwenen). Van de fysieke administratie waren op nummer 59 nog slechts een stuk of vier ordners aanwezig, uitsluitend bekeuringen.”
- op 26 april 2010 heeft de curator op aandringen van [gedaagde sub 2] en na tussenkomst van de rechter-commissaris, de woning/het kantoor van [naam c.s.] onderzocht, in het bijzijn van een forensisch ICT-expert. De curator (bedoeld is: mr. Rommes, toevoeging rechtbank) heeft de raadsman van [gedaagden c.s.] over de uitkomst van dit onderzoek verklaard dat de ordners met de fysieke administratie niet zijn aangetroffen, dat van twee aanwezige computers is vastgesteld dat hierop voorheen administratie van CML heeft gestaan, maar dat op de harde schijf aanwezige gegevens zijn verwijderd met behulp van geavanceerde programmatuur, alsmede dat deze gegevens zijn verwijderd op 19 of 20 november 2009, dus nadat [gedaagde sub 2] zich als indirect bestuurder van CML had uitgeschreven.