ECLI:NL:RBUTR:2011:BV2846

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
28 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
261805 / HA ZA 09-284
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • I.M. Vanwersch
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep op opschortende voorwaarde door bank bij aanvraag voor hypothecaire lening na acceptatie offerte

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 28 december 2011 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tussen SNS Bank N.V. en gedaagden, die in het verzet zijn gekomen tegen een eerder verstekvonnis. De zaak betreft een hypothecaire lening waarbij gedaagden een offerte van SNS Bank hadden geaccepteerd, maar SNS zich beroept op een opschortende voorwaarde. De procedure begon met een verzetdagvaarding op 22 december 2009, gevolgd door een tussenvonnis op 3 februari 2010 en een comparitie op 9 april 2010. De rechtbank heeft vastgesteld dat de offerte onder voorwaarden was verstrekt, en dat SNS niet verplicht was de lening te verstrekken omdat de aan gedaagden gevraagde documenten niet conveniërend waren. SNS had twijfels over de betrouwbaarheid van gedaagden, onder andere door onduidelijkheden in de salarisinformatie en de inschrijving van gedaagde sub 2 als eenmanszaak. De rechtbank oordeelde dat SNS zich terecht op de opschortende voorwaarde kon beroepen, waardoor de eerdere veroordeling van SNS werd vernietigd en de vorderingen van gedaagden werden afgewezen. Gedaagden werden veroordeeld in de kosten van de procedure, met uitzondering van de kosten van de verzetdagvaarding, die door SNS zelf moesten worden gedragen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK UTRECHT
Sector handel en kanton
Handelskamer
zaaknummer / rolnummer: 261805 / HA ZA 09-284
Vonnis in verzet van 28 december 2011
in de zaak van
de naamloze vennootschap
SNS BANK N.V.,
gevestigd te Arnhem,
oppassant in het verzet,
advocaat mr E.W. Bosch
tegen
1.[gedaagde sub 1],
wonende te [woonplaats],
2.[gedaagde sub 2],
wonende te [woonplaats],
gedaagden,
eisers in het verzet,
advocaat mr. L.T.G. van Engelen.
Partijen zullen hierna SNS en [gedaagden c.s.], in mannelijk enkelvoud - genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de verzetdagvaarding van 22 december 2009;
- het tussenvonnis van 3 februari 2010;
- het proces-verbaal van comparitie van 9 april 2010.
1.2. Het verzet is tijdig en op de juiste wijze ingesteld, zodat SNS in zoverre in haar verzet kan worden ontvangen.
1.3. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. [gedaagden c.s.] heeft zich omstreeks september 2007 gewend tot de heer [A], hierna te noemen [A], met de vraag om hem te adviseren en te bemiddelen bij het aangaan van een hypothecaire geldlening in verband met het voornemen om een huis te kopen.
2.2. [A] heeft op 27 september 2007 een aanvraag ingediend bij SNS.
2.3. Op 29 oktober 2007 heeft SNS een offerte uitgebracht voor een hypothecaire geldlening voor een totaal bedrag van € 288.000,00.
2.4. In de offerte van SNS van 29 oktober 2007 aan [gedaagden c.s.] is onder meer vermeld:
‘Deze offerte geschiedt onder voorbehoud van een door ons conveniërend;
- aanvraagformulier woonlastenverzekering (ondertekend)
- aantonen eigen middelen
- opdracht storting koopsom woonlastenverzekering
- toetsingsformulier maximale hypotheekverstrekking
- opgave notaris
- verzoek maatwerkverstrekking
- gewaarmerkt kopie paspoort, Europese identiteitskaart
betreffende aanvrager [gedaagde sub 1]
- gewaarmerkt kopie paspoort, Europese identiteitskaart
betreffende aanvrager [gedaagde sub 2]
Recente salarisstrook
betreffende aanvrager [gedaagde sub 2]
- Originele werkgeversverklaring(en) conform NHG-voorwaarden
betreffende aanvrager [gedaagde sub 2]
- Origineel taxatierapport [adres] [woonplaats]
- Koopakte woning (door beide partijen ondertekend)
- Originele polis overlijdensrisicoverzekering cq acceptatiebevestiging van maatschappij
- Overeenkomst effectenbemiddeling
- Beleggingsinventarisatie
- Beleggingsformulier
- Stortingsbewijs/Saldobiljet beleggingsrekening a [nummer]
2.5. Deze offerte is binnen de gestelde termijn door [gedaagden c.s.] ondertekend en geretourneerd.
2.6. [gedaagden c.s.] heeft op 30 oktober 2007 een koopovereenkomst getekend met betrekking tot een woning. Als datum van levering is 15 januari 2008 afgesproken.
2.7. In de koopovereenkomst is de volgende voorwaarde opgenomen:
‘Artikel 16 Ontbindende voorwaarde
Deze overeenkomst kan door koper worden ontbonden indien uiterlijk
(…)
b. op 22 november 2007 koper voor de financiering van de onroerende zaak (…) geen hypothecaire geldlening (…) heeft verkregen (…)’.
2.8. De termijn van de ontbindende voorwaarde is op verzoek van [A] verlengd tot 30 november 2007.
2.9. Bij brief van 26 november 2007 heeft [A], onder toezending van een aantal documenten, aan SNS verzocht een bankgarantie af te geven.
2.10. Bij brief van 27 november 2007 deelt SNS [gedaagden c.s.] mee dat zij bereid is de bankgarantie te verstrekken onder de volgende voorwaarden:
1) ondertekening van de hypotheekofferte;
2) ondertekening en retournering van deze brief;
3) ontvangst en goedkeuring door SNS Bank van de gevraagde documenten.
2.11. Bij brief van 3 december 2007 stuurt [A] aan SNS een aantal documenten toe en verzoekt hij SNS nogmaals om de bankgarantie vóór 6 december 2007 te verstrekken.
2.12. Bij e-mail van 14 december 2007 informeert [A] of SNS, na het inleveren van de verzochte documenten, inmiddels akkoord is.
2.13. Op 28 december 2007 deelt SNS [A] telefonisch mee dat de bank niet bereid is om de hypotheek te verstrekken. Bij brief van 31 december 2007 heeft SNS dit tevens schriftelijk bevestigd.
2.14. Bij brief van 2 januari 2008 hebben de verkopers [gedaagden c.s.] in gebreke gesteld en een termijn van 8 dagen gegeven om de verplichtingen uit hoofde van de koopovereenkomst alsnog na te komen.
2.15. Bij brief van 11 januari 2008 heeft [gedaagden c.s.] aan de verkopers laten weten dat hij de financiering niet rond krijgt.
2.16. Bij brief van 14 januari 2008 hebben de verkoper de koopovereenkomst met [gedaagden c.s.] ontbonden en aanspraak gemaakt op de contractuele boete ad € 26.100,00.
2.17. Bij vonnis van 3 juni 2009, respectievelijk herstelvonnis van 1 juli 2009 van de rechtbank Utrecht, is [gedaagden c.s.] veroordeeld tot betaling van een boete ad
€ 26.100,00, vermeerderd met rente en kosten.
2.18. Bij arrest van 5 oktober 2010 is het vonnis van de rechtbank Utrecht door het Hof Arnhem vernietigd en is [gedaagden c.s.] veroordeeld tot betaling van een bedrag ad
€ 13.050,00, zijnde de helft van de in eerste aanleg toegewezen boete.
2.19. Bij vonnis van 15 juni 2011 met zaak/rolnummer 261802 HA ZA 09-283 van de rechtbank Utrecht is [A] veroordeeld tot betaling van al datgene waartoe [gedaagden c.s.] jegens [B] is veroordeeld of veroordeeld mocht worden met inbegrip van de kostenveroordeling.
2.20. Bij vonnis van 18 november 2009 is SNS bij verstek veroordeeld tot betaling aan [gedaagden c.s.] van datgene waartoe [gedaagden c.s.] mocht worden veroordeeld in de hoofdzaak, bekend onder zaaknummer/rolnummer 246822 HA ZA 08-716.
3. Het geschil
3.1. SNS vordert in oppositie bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, haar te ontheffen van de veroordeling, tegen haar uitgesproken door de rechtbank Utrecht op 18 november 2009 tussen [gedaagden c.s.] en SNS, opnieuw rechtdoende en de vordering van [gedaagde c.s.] alsnog af te wijzen, een en ander met veroordeling van [gedaagden c.s.] in de kosten van de procedure en de nakosten.
3.2. Aan deze vordering legt SNS - samengevat - het volgende ten grondslag.
Tussen SNS en [gedaagden c.s.] is een overeenkomst ontstaan onder een opschortende voorwaarde in de zin van artikel 3:38 BW. De overeenkomst was dan ook nog niet perfect toen [gedaagden c.s.] de offerte aanvaardde. Daarvan zou eerst sprake zijn nadat SNS alle gevraagde stukken had ontvangen en de inhoud daarvan haar conveniërend was. Nadat SNS op 21 december 2007 alle stukken in haar bezit had, bleek de informatie om meerdere redenen niet conveniërend. SNS heeft evenmin het gerechtvaardigde vertrouwen gewekt dat de financiering rond zou komen. Volgens SNS was [gedaagden c.s.] niet te goeder trouw, omdat hij onbetrouwbare informatie heeft overgelegd. Ten slotte stelt SNS dat er sprake is van eigen schuld omdat [gedaagden c.s.] de termijn van het financieringsvoorbehoud heeft laten verstrijken.
3.3. [gedaagden c.s.] voert gemotiveerd verweer, dat zo nodig bij de beoordeling aan de orde komt.
4. De beoordeling
4.1. De kern van het geschil heeft betrekking op de vraag of SNS bevoegd was om zich te beroepen op de opschortende voorwaarde, zoals verwoord op pagina 6 van de door [gedaagden c.s.] geaccepteerde offerte.
4.2. Voorop wordt gesteld dat een partij erop moet kunnen vertrouwen dat een eenmaal geaccepteerd aanbod tot verstrekken van een hypothecaire geldlening, gestand wordt gedaan. Immers, op basis hiervan verkeert die partij in de veronderstelling dat hij verplichtingen kan aangaan en wordt - al dan niet bewust - afgezien van een beroep op het financieringsvoorbehoud. Beoordeeld dient te worden of [gedaagden c.s.] redelijkerwijs kon of moest begrijpen dat er een kans bestond dat de beoogde overeenkomst met SNS niet tot stand zou komen, omdat niet aan de vereisten, zoals vermeld in de opschortende voorwaarde, zou kunnen worden voldaan.
4.3. SNS stelt dat zij op grond van vijf indicatoren tot de conclusie is gekomen dat de door [gedaagden c.s.] aangeleverde stukken in combinatie met overige gebleken omstandigheden, niet conveniërend waren. Op de eerste plaats wijst SNS op het geconstateerde salarisverschil tussen het bedrag zoals vermeld op de overgelegde salarisstrookjes en het uitbetaalde bedrag. Dit verschil bedraagt € 0,10. Met [gedaagden c.s.] is de rechtbank van oordeel dat hij er geen rekening mee hoefde te houden dat dit verschil voor SNS van belang zou kunnen zijn, bij de beantwoording van de vraag of [gedaagden c.s.] in staat zou zijn om de aangegane hypothecaire verplichting te kunnen nakomen.
4.4. Op de tweede plaats stelt SNS dat, gelet op de geldopnames van € 1.000,00 op 20 augustus 2007 en 11 september 2007, aangenomen kan worden dat er sprake was van een fictief dienstverband van [gedaagde sub 2]. Nu deze stelling louter is gebaseerd op suggestie, hoefde [gedaagden c.s.] hiermee evenmin rekening te houden. Daar komt bij dat [gedaagden c.s.] deze opnames deugdelijk heeft verklaard.
4.5. Dit is anders voor de derde indicator, die betrekking heeft op het feit dat [gedaagde sub 2] geen salaris heeft ontvangen in november en december 2007. Met SNS is de rechtbank van oordeel dat dit feit wel van belang is voor de vraag of [gedaagden c.s.] betrouwbaar is. Immers, indien een deel van de inkomsten van [gedaagden c.s.] - om welke reden dan ook - wegvalt, rijst de vraag of [gedaagden c.s.] wel in staat zal zijn om zijn financiële verplichtingen jegens de hypotheekverstrekker na te komen. Het lag op de weg van [gedaagden c.s.] om de bank tijdig en adequaat te informeren over de oorzaak van het uitblijven van de salarisbetalingen over de maanden november en december 2007, bijvoorbeeld door overlegging van een verklaring van de werkgever van [gedaagde sub 2]. Nu [gedaagden c.s.] dit heeft nagelaten, komen de gevolgen voor zijn rekening en risico.
4.6. Dit laatste geldt ook met betrekking tot de inschrijving van [gedaagde sub 2] in de Kamer van Koophandel als eenmanszaak met de naam ZamZam Electroservice. Met SNS is de rechtbank van oordeel dat het ook hier op de weg van [gedaagden c.s.] lag om haar te informeren over deze inschrijving in relatie tot de full-time baan van [gedaagde sub 2]. Indien [gedaagden c.s.] SNS tijdig had uitgelegd dat de activiteiten van de eenmanszaak al gestaakt waren voordat [gedaagde sub 2] in loondienst was getreden, was er bij SNS mogelijk geen argwaan ontstaan. Nu gesteld noch gebleken is dat [gedaagden c.s.] SNS tijdig heeft geïnformeerd, komt het feit dat dat SNS [gedaagden c.s.] uiteindelijk niet betrouwbaar genoeg vond voor zijn rekening.
4.7. Ten slotte stelt SNS dat de herkomst van het ‘eigen geld’ van [gedaagden c.s.] niet afkomstig was van eigen middelen, maar mogelijk van een bedrijfskrediet. Wat hier verder ook van zij, nu SNS deze stelling niet nader heeft onderbouwd en [gedaagden c.s.] dit heeft weerspoken blijft deze indicator buiten deze beoordeling.
4.8. Uit het voorgaande volgt dat SNS op grond van twee - belangrijke - indicatoren redenen had om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van [gedaagden c.s.]. Immers, de salarisbetaling van [gedaagde sub 2] riep vragen op en voorts stond zij tegelijkertijd ingeschreven als eenmanszaak. Nu SNS het voorbehoud had gemaakt dat zij van de overeenkomst af kon zien indien de aan haar overgelegde stukken niet conveniërend waren, hetgeen het geval was, kon SNS zich beroepen op de opschortende voorwaarde.
4.9. Het verstekvonnis zal op grond van het vorenstaande worden vernietigd. De vorderingen van [gedaagde c.s.] zullen alsnog worden afgewezen.
4.10. [gedaagden c.s.] wordt in de kosten van de verstek- en verzetprocedure veroordeeld, met dien verstande dat SNS de kosten van de verzetdagvaarding zelf dient te dragen, nu deze kosten nodeloos zijn gemaakt. De gevorderde nakosten worden afgewezen, nu deze gelet op de uitkomst van dit geschil niet hoeven te worden gemaakt.
5. De beslissing
5.1. vernietigt het door deze rechtbank op 18 november 2010 tussen [gedaagden c.s.] en SNS onder zaaknummer / rolnummer 261805 / HA ZA 09-284 gewezen verstekvonnis,
en opnieuw beslissend
5.2. wijst de vorderingen af,
5.3. veroordeelt [gedaagden c.s.] in de kosten van de verstekprocedure, aan de zijde van SNS tot op heden begroot op € 664,98 en in de kosten van de verzetprocedure, aan de zijde van SNS tot op heden begroot op € 1.758,00, waarvan € 1.158,00 voor salaris gemachtigde te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
5.4. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Vanwersch en in het openbaar uitgesproken op 28 december 2011.