ECLI:NL:RBUTR:2011:BV2692
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.J. Veldhuijzen
- J.R. Krol
- P.L.C.M. Ficq
- Rechtspraak.nl
Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in strafzaak tegen verdachte
In de ontnemingszaak tegen de verdachte, die op 30 juni 2011 door de Rechtbank Utrecht is veroordeeld voor schuldwitwassen, heeft de rechtbank op basis van een financieel onderzoek vastgesteld dat de verdachte wederrechtelijk voordeel heeft verkregen. De officier van justitie heeft een kas/bankopstelling gepresenteerd die de contante uitgaven en stortingen van de verdachte over de periode van 16 mei 2007 tot en met 18 mei 2010 in kaart brengt. Deze opstelling toont aan dat er een tekort van € 26.533,50 is, dat niet kan worden verklaard door de verdachte. De rechtbank heeft de verdachte geconfronteerd met deze opstelling en de verdachte heeft niet kunnen aantonen dat de uitgaven legitiem waren. De verdediging heeft betoogd dat de ontnemingsvordering afgewezen moet worden, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte geen concrete en verifieerbare gegevens heeft aangedragen die het tekort kunnen verklaren. De rechtbank heeft daarom besloten dat het wederrechtelijk verkregen voordeel van de verdachte kan worden geschat op € 26.533,50, en heeft de verdachte de verplichting opgelegd dit bedrag aan de staat te betalen. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.