ECLI:NL:RBUTR:2011:BV2172
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.E. Kruijff-Bronsing
- J.P. Killian
- T. Reichardt
- Rechtspraak.nl
Ontneming van verduisterde gelden in dienstbetrekking met betrekking tot een bedrag van € 68.000,00
In deze ontnemingszaak heeft de Rechtbank Utrecht op 29 november 2011 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die was veroordeeld voor verduistering in dienstbetrekking. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte wederrechtelijk een bedrag van € 68.000,00 heeft verkregen. Tijdens de zitting is de officier van justitie gehoord, evenals de verdachte, die werd bijgestaan door zijn raadsvrouwe, mr. H. Seton. De rechtbank heeft overwogen dat de draagkracht van de veroordeelde in het algemeen geen verplichte maatstaf vormt bij het bepalen van het te betalen bedrag ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. Echter, in dit geval heeft de verdachte aannemelijk gemaakt dat hij zowel nu als in de toekomst onvoldoende draagkracht zal hebben om het volledige bedrag te voldoen. De rechtbank heeft daarom besloten de verplichting tot betaling aan de Staat te matigen tot € 25.000,00, terwijl de vordering van de officier van justitie voor het overige werd afgewezen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld op basis van de aangifte van verduistering, de verklaringen van de verdachte en de bevindingen tijdens het onderzoek ter terechtzitting.