ECLI:NL:RBUTR:2011:BV1599
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- N.E.M. Kranenbroek
- R.P. den Otter
- T. Reichardt
- Rechtspraak.nl
Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel uit hennepkwekerij
In deze ontnemingszaak heeft de Rechtbank Utrecht op 14 december 2011 uitspraak gedaan over de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van een verdachte die betrokken was bij een hennepkwekerij. De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. W. Hendrickx, werd veroordeeld voor het medeplegen van het opzettelijk kweken van hennep. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 4 mei 2011 tot en met 14 september 2011 een hennepkwekerij heeft gehad, waarbij hij in ieder geval één keer 362 hennepplanten heeft geoogst. De rechtbank heeft het wederrechtelijk verkregen voordeel berekend op basis van de opbrengst van de oogst en de gemaakte kosten. De opbrengst per plant werd geschat op 28,2 gram, met een verkoopprijs van € 3,28 per gram. De totale opbrengst van de oogst werd berekend op € 33.483,55, terwijl de kosten per oogst op € 2.237,16 werden geschat. Dit leidde tot een netto wederrechtelijk verkregen voordeel van € 31.246,39. Aangezien de verdachte samen met twee anderen handelde, werd het voordeel gelijkmatig verdeeld, wat resulteerde in een bedrag van € 10.415,46 dat de verdachte moest betalen aan de staat. De rechtbank wees de vordering van de officier van justitie voor het overige af. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, met mr. N.E.M. Kranenbroek als voorzitter, en is openbaar uitgesproken.