ECLI:NL:RBUTR:2011:BV1515

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
14 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/600902
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over klaagschrift inzake beslag op geluidsapparatuur in strafzaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 14 december 2011 uitspraak gedaan in een klaagschrift dat was ingediend door een klager, die thans verblijft in de P.I. Utrecht. Het klaagschrift was gericht tegen de inbeslagneming van geluidsapparatuur van het merk Bang & Olufsen, die op 14 september 2011 in het kader van een strafzaak tegen de klager in beslag was genomen. De rechtbank heeft kennisgenomen van het klaagschrift, het dossier van de strafzaak en het vonnis van de meervoudige strafkamer van dezelfde rechtbank. De behandeling van het klaagschrift vond plaats op 30 november 2011, waarbij de klager, zijn raadsman en de officier van justitie aanwezig waren.

De rechtbank overweegt dat het klaagschrift ontvankelijk is, maar dat de officier van justitie heeft geconcludeerd tot ongegrondverklaring. Dit omdat het strafvorderlijk beslag was omgezet in conservatoir beslag, in verband met een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank stelt vast dat er thans alleen conservatoir beslag rust op de geluidsapparatuur en dat de klager eerder was veroordeeld tot betaling van een geldbedrag aan de staat. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank besloten het klaagschrift ongegrond te verklaren.

De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken. De voorzitter, mr. R.P. den Otter, heeft de beschikking mede ondertekend, terwijl mr. T. Reichardt buiten staat was om te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
Parketnummer: 16/600902
Rekestnummer: 11/1965
Beschikking van de meervoudige strafkamer, op het op 7 november 2011 ter griffie van deze rechtbank ingekomen klaagschrift op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering van:
[klager]
geboren op [1954] te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats]
thans verblijvende in de P.I. Utrecht, Huis van Bewaring te Nieuwegein
mr. W. Hendrickx, advocaat te Utrecht
Het klaagschrift is gericht tegen (het voortduren van) de inbeslagneming en (daarmee kennelijk tevens) over het uitblijven van een last tot teruggave van het inbeslaggenomene aan klager.
De rechtbank heeft kennis genomen van:
- voornoemd klaagschrift;
- de inhoud van het dossier in de strafzaak tegen klager als verdachte (met bovenvermeld parketnummer);
- het vonnis van de meervoudige strafkamer in de rechtbank Utrecht op 14 december 2011 in de strafzaak tegen klager als verdachte (met bovenvermeld parketnummer);
- de overige zich in het procesdossier bevindende stukken.
Het klaagschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 30 november 2011.
Gehoord zijn klager, de raadsman van klager en de officier van justitie.
Overwegingen
In de strafzaak van klager als verdachte is op 14 september 2011 onder meer
geluidsapparatuur van het merk Bang & Olufsen in beslag genomen.
Het klaagschrift is tijdig ingediend en in zoverre ontvankelijk.
De raadsman heeft ter zitting van 30 november 2011 volhard bij hetgeen in het klaagschrift is aangevoerd en verzocht.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het klaagschrift, omdat het strafvorderlijk beslag is omgezet in conservatoir beslag, gelet op de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Subsidiair heeft de officier van justitie gevorderd aan klager een geldboete op te leggen ter hoogte van de waarde van de geluidsapparatuur, welke waarde is bepaald op €11.000,00.
De rechtbank overweegt het volgende. Het klaagschrift strekt tot opheffing van het beslag en
teruggave van de geluidsapparatuur aan klager. In het vonnis van deze rechtbank van 14 december 2011
De rechtbank stelt vast dat op de geluidsapparatuur thans alleen nog conservatoir beslag rust. De rechtbank stelt verder vast dat klager bij vonnis van deze rechtbank van 14 december 2011 is veroordeeld ter zake van - onder meer - een misdrijf waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd. Bovendien is klager bij beslissing van deze rechtbank van 14 december 2011 de verplichting tot betaling van een geldbedrag aan de staat opgelegd, ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Onder deze omstandigheden dient het beklag ongegrond te worden verklaard.
Beslissende:
Verklaart het beklag ongegrond.
Deze beslissing is gewezen door mr. R.P den Otter, voorzitter, mr. N.E.M. Kranenbroek en mr. T. Reichardt, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N.R. Bakkenes, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting op 14 december 2011.
Mr. Reichardt is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.