ECLI:NL:RBUTR:2011:BV0946
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurovereenkomst en dwaling bij detentie van de huurder
In deze zaak gaat het om een huurovereenkomst die is gesloten met de echtgenoten A. en B., waarbij A langdurig in detentie zit en B de woning alleen betrekt. De verhuurder, Stichting Portaal, heeft een afstandsverklaring ontvangen van B, die akkoord gaat met de wijziging van de huurovereenkomst. Echter, A blijkt nog steeds in detentie te zitten, wat leidt tot een beroep op dwaling door de verhuurder. De kantonrechter oordeelt dat B aansprakelijk is voor de huurpenningen, ondanks de omstandigheden van A.
De procedure begint met de vordering van Portaal tegen B en A, waarbij B en A verweer voeren. Portaal stelt dat B en A hun verplichtingen uit de huurovereenkomst niet zijn nagekomen, wat heeft geleid tot een betalingsachterstand en schade aan de woning. De kantonrechter vraagt om bewijsstukken van A om aan te tonen dat hij gedurende de huurovereenkomst in detentie was, wat van belang is voor de vraag of hij als huurder kan worden aangemerkt.
De kantonrechter overweegt dat A, vanwege zijn huwelijk met B, van rechtswege medehuurder is, maar dat hij zijn hoofdverblijf in de woning moet hebben gehad. A betwist dat hij de huurovereenkomst heeft ondertekend en stelt dat hij geen machtiging heeft gegeven aan B. De kantonrechter besluit dat Portaal tegenbewijs moet leveren en dat de zaak op een comparitie verder zal worden behandeld. De beslissing wordt aangehouden, en partijen worden opgeroepen om te verschijnen op de zitting.