ECLI:NL:RBUTR:2011:BU9030

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
14 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-992013-11
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in vervolging wegens valsheid in geschrift

In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1962, heeft de Rechtbank Utrecht op 14 november 2011 uitspraak gedaan. De zaak betrof een verdenking van valsheid in geschrift, waarbij de officier van justitie een transactievoorstel aan de verdachte had gedaan. Dit voorstel werd door de verdachte geaccepteerd nadat de zaak al aanhangig was gemaakt bij de rechtbank. Tijdens de zitting heeft de officier van justitie haar standpunt kenbaar gemaakt en verzocht om niet ontvankelijk te worden verklaard in de vervolging van de verdachte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Na zorgvuldige overweging heeft de rechtbank geoordeeld dat de officier van justitie niet ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging van de verdachte. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is ondertekend door de rechters en de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
parketnummer: 16/992013-11
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 14 november 2011
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1962] te [geboorteplaats],
[woonplaats], [adres].
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 14 november 2011, waarbij de officier van justitie haar standpunt kenbaar heeft gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
samen met een ander of anderen valsheid in geschrift heeft gepleegd
3 De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak.
De ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de officier van justitie een transactievoorstel aan verdachte heeft gedaan en dat verdachte – nadat de zaak reeds aanhangig was gemaakt bij de rechtbank – dit voorstel heeft geaccepteerd. De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd haar niet ontvankelijk te verklaren in de vervolging van verdachte.
Onder bovengenoemde omstandigheden is de rechtbank met de officier van justitie van oordeel dat de officier van justitie niet ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging van verdachte.
4 De beslissing
De rechtbank:
- verklaart de officier van justitie niet ontvankelijk in de vervolging van verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P. den Otter, voorzitter, mr. J.M. Bruins en mr. M.S. Koppert, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. Willemsen, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 14 november 2011.