ECLI:NL:RBUTR:2011:BU8812

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
9 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-711853-07
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met twee jaren in een strafzaak met pedofilie en borderline persoonlijkheidsstoornis

In de zaak met parketnummer 16/711853-07 heeft de rechtbank Utrecht op 9 december 2011 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde. De officier van justitie had op 24 oktober 2011 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren. De rechtbank heeft de vordering beoordeeld aan de hand van verschillende stukken, waaronder een rapport van de deskundige L. Schaap en het arrest van het Gerechtshof Arnhem van 12 november 2009, waarin de terbeschikkinggestelde was veroordeeld voor mensenhandel en ontuchtige handelingen met minderjarigen.

Tijdens de zitting is het standpunt van de inrichting toegelicht door deskundigen, die aangaven dat er op korte termijn neuro-psychologisch onderzoek zal worden aangevraagd. De terbeschikkinggestelde heeft geen bezwaar gemaakt tegen de verlenging van de terbeschikkingstelling. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan alle wettelijke vereisten voor verlenging is voldaan, en dat de terbeschikkinggestelde nog geruime tijd behandeling nodig heeft. De rechtbank heeft daarbij het risico op recidive en de geestelijke gesteldheid van de terbeschikkinggestelde in overweging genomen.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen eist dat de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege wordt verlengd met twee jaren. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, en de rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege verlengd voor de duur van twee jaren.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16/711853-07
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling d.d. 9 december 2011
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [1947],
verblijvende te FPC 2landen, [adres], [woonplaats],
heeft de officier van justitie de verlenging van de terbeschikkingstelling gevorderd. Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1 De stukken
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
• de vordering van de officier van justitie d.d. 24 oktober 2011, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling van [terbeschikkinggestelde] met twee jaren;
• het arrest van het Gerechtshof Arnhem d.d. 12 november 2009, waarbij [terbeschikkinggestelde] voornoemd is veroordeeld voor mensenhandel en medeplegen van met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd en waarbij hij ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, van welke terbeschikkingstelling de termijn is gaan lopen op 27 november 2009;
• het rapport van FPC 2landen d.d. 29 september 2011, opgemaakt door M.A. Polak, bestuurder, drs. A.G.S. de Ranitz, psychiater en N. Blom, hoofd behandeling,
waarin het advies van de zijde van de inrichting is vermeld, zijnde verlenging met twee jaren;
• de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de terbeschikkinggestelde, over de periode van het vierde kwartaal van 2010 tot en met het tweede kwartaal van 2011;
• het uittreksel Justitiële Documentatie van 20 oktober 2011.
2 Het onderzoek ter zitting
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting d.d. 25 november 2011 is de officier van justitie gehoord. Tevens is de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. S. Burmeister, advocaat te Amsterdam. Voorts is de deskundige drs. L. Schaap, werkzaam bij FPC 2landen, gehoord.
3 Het standpunt van de inrichting
Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. De deskundige L. Schaap heeft het rapport d.d. 29 september 2011 en het advies van de inrichting toegelicht. In voormeld rapport en door de deskundige ter zitting is omtrent de terbeschikkinggestelde het navolgende gesteld.
Kernproblematiek:
De heer [terbeschikkinggestelde] is een man die bekend is met pedofilie van het niet exclusieve type, een
borderline persoonlijkheidsstoornis en enkele kenmerken van psychopathie. Er zijn
perioden geweest van psychotische decompensatie in samenhang met ernstige relationele problematiek. Een bipolaire stoornis, schizo-affectieve stoornis en organiciteit kunnen niet worden uitgesloten.
In zijn seksuele gedrag zijn tekenen van ontremming, zowel in wat hij zelf doet als wat hij
anderen met zijn medewerking laat doen. Er is ook sprake van een vertekening van de
realiteit in de zin dat hij bij de kinderen (positieve) emoties waarneemt naar aanleiding van de seksuele contacten met derden en kinderen ziet als seksuele wezens. Hij bestempelt zijn handelingen als gewenst en gevraagd door de slachtoffers. Er is een gebrek aan ziekte- en probleembesef en ziekte-inzicht is afwezig. De veranderbaarheid wordt gering geschat.
Behandelverloop:
De heer [terbeschikkinggestelde] is gemotiveerd voor zijn behandeling. Er hebben zich het afgelopen jaar geen ernstige misdragingen en/of (verdenking op) delicten in of buiten de kliniek voorgedaan. Onderzoek door de psychiater in april 2011 wijst uit dat er op dat moment geen indicatie voor een specifieke libidoremmer is.
Tijdens de verpleeg- en behandelplanbespreking d.d. 14 april 2011 van de heer [terbeschikkinggestelde]
zijn door het Hoofd Behandeling de volgende korte termijndoelen geformuleerd:
- De heer [terbeschikkinggestelde] heeft inzicht in motieven en emoties rondom het indexdelict,
daarnaast is zijn probleembesef gegroeid, hij volgt het zorgprogramma Zeden;
- De heer [terbeschikkinggestelde] beschikt over een financieel plan;
- De heer [terbeschikkinggestelde] herkent positieve en negatieve gevoelens en kan deze
verbaliseren;
- De heer [terbeschikkinggestelde] beschikt over de basisvaardigheden voor het gebruik van een PC;
- De heer [terbeschikkinggestelde] kan beter nee zeggen, daarnaast is zijn behoefte om te
‘pleasen’ onderzocht.
Bovenstaande doelen kunnen gezien worden als mogelijkheden om grenzen te leren stellen,
spanningen op een gezondere wijze te reguleren en de kans op beïnvloeding te
verminderen. Een gezonde financiële situatie zal de kans op spanningen verminderen. Door
bovenstaande factoren zal het risico op seksueel delictgedrag afnemen.
Op lange termijn herkent en erkent de heer [terbeschikkinggestelde] de grenzen van anderen en zichzelf
(zowel fysiek als verbaal), daarbij is zijn probleembesef gegroeid en is de heer [terbeschikkinggestelde]
overgeplaatst naar een beschermde woonvorm met intensieve begeleiding en toezicht.
Prognose/recidive:
De heer [terbeschikkinggestelde] is bezig met het Zorgprogramma Zeden waarin hij zoekt naar wat bij
delictgedrag zijn eigen motieven en drijfveren zijn geweest los van omstandigheden. De
bewustwording dat het risico op recidive niet nihil wordt door louter en alleen een goed
voornemen of wilsbesluit, maar ook om beschermende restricties in de toekomstige
(levens)omstandigheden vraagt, is nog pril. Uitgaande van de risicofactoren waaronder de
pedofilie van het niet exclusieve type, de borderline persoonlijkheidsstoornis, de beperkte
verantwoordelijkheid die de heer [terbeschikkinggestelde] neemt voor de delicten, de beperkte
copingvaardigheden en sociale en relationele vaardigheden, en een geleidelijke
resocialisatie zal een langdurig juridisch kader, waarbinnen toezicht, begeleiding en
beveiliging geboden wordt, nodig zijn.
Buiten de kliniek wordt het risico op seksueel delictgedrag ingeschat als gemiddeld op
korte termijn, en hoog op lange termijn. Op korte termijn speelt vooral de grote
afhankelijkheid en beïnvloedbaarheid een rol naast externe factoren als een pedofiel
netwerk. Op lange termijn wordt het risico vergroot door zijn beperkte
copingvaardigheden en sociale en relationele vaardigheden waarbij hij geseksualiseerde
coping gebruikt om spanningen te reduceren. Daarnaast spelen het gebrek aan
probleembesef en -inzicht en de vergoelijking en bagatellisering van de (ernst van de)
delicten een grote rol. Het risico neemt ook toe door het gegeven dat de heer [terbeschikkinggestelde]
een band opbouwt met zijn slachtoffers voor hij tot seksueel delictgedrag komt. Als de
heer [terbeschikkinggestelde] in een dergelijke situatie komt is recidive mogelijk. Bij ingrijpende
levensgebeurtenissen is er een sterk gevoelde behoefte en een patroon van afleiding
zoeken in activiteiten die absorberend zijn en zorgen op de achtergrond dringen; in het
verleden werd die afleiding gezocht en gevonden in seksuele coping waaronder
pedoseksuele contacten.
Advies:
Zo als het zich nu laat aanzien is de prognose ongunstig gezien de pedofilie van het niet
exclusieve type, de borderline persoonlijkheidsproblematiek, de geseksualiseerde coping,
enige kenmerken van psychopathie, het beperkte probleembesef en -inzicht en de beperkte
copingvaardigheden. Volgens de behandelstaf van FPC 2landen zal gezien de beperkte
veranderbaarheid langdurige zorg en toezicht noodzakelijk zijn om de heer [terbeschikkinggestelde] op
goede wijze te resocialiseren.
Wanneer de terbeschikkingstelling nu beëindigd zou worden, is de behandeling nog niet voltooid en zijn de interne risicofactoren van de heer [terbeschikkinggestelde] onvoldoende bewerkt. De heer [terbeschikkinggestelde] heeft nog geruime tijd behandeling nodig en zal toezicht en begeleiding nodig hebben bij de resocialisatie in de toekomst. De staf van FPC 2landen adviseert op grond van het voorgaande de terbeschikkingstelling met twee jaren te verlengen.
Ter terechtzitting heeft de deskundige in aanvulling op het rapport verklaard dat er op korte termijn neuro-psychologisch onderzoek zal worden aangevraagd om te kijken of er een organische component is die de stemmingswisselingen bij de terbeschikkinggestelde kan verklaren. Voorts heeft de deskundige verklaard dat het begeleid verlof van de terbeschikkinggestelde goed verloopt.
4 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter terechtzitting de vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaren gehandhaafd.
5 Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
De raadsman heeft aangegeven dat hij zich refereert aan het oordeel van de rechtbank omdat zijn cliënt geen bezwaar heeft tegen verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren.
6 De beoordeling
De rechtbank is gebleken dat aan alle wettelijke vereisten voor verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging is voldaan. De rechtbank overweegt daarbij dat zij de conclusies in het rapport ter zake van het bestaan van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens en het herhalingsrisico overneemt en tot de hare maakt. Op basis van de geschetste risico’s en de conclusie in het rapport is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een kortere verlenging dan twee jaren. De rechtbank heeft daarbij in aanmerking genomen dat de terbeschikkinggestelde nog geruime tijd behandeling nodig heeft. Tevens heeft de rechtbank meegewogen dat het risico op seksueel delictgedrag buiten de kliniek wordt ingeschat als gemiddeld op de korte termijn en als hoog op de lange termijn. Het gebrek aan probleembesef en -inzicht en de vergoelijking en bagatellisering van de (ernst van de) delicten spelen daarbij een grote rol.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen en met name gelet op het nog steeds actueel te achten recidiverisico, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, eist dat de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [terbeschikkinggestelde] wordt verlengd met twee jaren.
7 De toepasselijke wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.
8 De beslissing
De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [terbeschikkinggestelde] voor de duur van 2 jaren.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.G. van Doorn, voorzitter, mrs. M.C. Oostendorp en A.M. Crouwel, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. D. Riani el Achhab en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 9 december 2011.