ECLI:NL:RBUTR:2011:BU7468
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor belaging en eenvoudige belediging na dreigende brieven aan vakbondvoorzitter
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 9 december 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die meerdere dreigende brieven had gestuurd aan mevrouw [slachtoffer], de voorzitter van een vakbond. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan belaging en eenvoudige belediging. De verdachte had in de periode van 1 november 2009 tot en met 15 januari 2011 stelselmatig brieven gestuurd aan [slachtoffer], waarin hij haar beschuldigde van verantwoordelijkheden voor misstanden die voortvloeiden uit een arbeidsconflict met zijn voormalige werkgever, de NS. De inhoud van de brieven werd steeds dreigender, met expliciete bedreigingen en beledigingen, waaronder de beschrijving van [slachtoffer] als 'verraadster' en 'hoer'.
De rechtbank achtte de verdachte strafbaar en legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier weken op, met een proeftijd van vijf jaar. Daarnaast werd een taakstraf van 80 uren opgelegd. De rechtbank voegde een bijzondere voorwaarde toe dat de verdachte gedurende de proeftijd geen contact mocht opnemen met [slachtoffer]. De rechtbank weegt in haar oordeel de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer zwaar mee. De verdachte had eerder gewaarschuwd gekregen om te stoppen met het versturen van de brieven, maar negeerde deze waarschuwingen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte door zijn handelen niet alleen de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer] had geschonden, maar ook haar eer en goede naam had aangetast.
De uitspraak benadrukt de ernst van belaging en de gevolgen daarvan voor slachtoffers, evenals de noodzaak van strenge maatregelen om herhaling te voorkomen.