parketnummer: 16-604044-11 [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 3 oktober 2011
[verdachte],
geboren op [1975] te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats], [adres]
raadsvrouw: mr. D.A. van Rootselaar, advocaat te Utrecht.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 19 september 2011, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
in de periode van 30 maart 2004 tot en met 2 januari 2010 te Maarssen 1656 afbeeldingen en/of 263 filmbestanden met kinderporno heeft verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad.
3 De voorvragen
De rechtbank stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat, gelet op de wijze waarop het feit ten laste is gelegd, wettig en overtuigend bewezen dient te worden verklaard dat verdachte kinderporno in bezit heeft gehad.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gesteld dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte kinderporno heeft verspreid en in bezit heeft gehad.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
4.3.1 De bewijsmiddelen
Op 2 januari 2010 is de politie de woning van verdachte aan de [adres] te [woonplaats] binnengetreden . Tijdens deze doorzoeking werden de volgende goederen voor nader digitaal onderzoek in beslag genomen:
- PC Dell Inspiron 546;
- PC Dell Dimension 8200;
- PC Dell XPS 420 (raid);
- Cd-rom MMore;
- Usb-stick Dane Elec 8Gb;
- Cd-rom Dennis .
In deze digitale gegevensdragers heeft de politie 1656 afbeeldingen en 263 filmbestanden aangetroffen waarop kinderpornografisch materiaal staat . [verbalisant 1] en [verbalisant 2], beiden gecertificeerd zedenrechercheurs bij de regiopolitie Utrecht, hebben een beschrijving gemaakt van 25 afbeeldingen van de aangetroffen bestanden. Deze 25 afbeeldingen vormen een algemeen beeld van de collectie kinderporno die in de woning van verdachte is aangetroffen .
Op grond van de beschrijving door de zedenrechercheurs komt de rechtbank tot het oordeel dat zowel de afbeeldingen als de filmbestanden een kinderpornografisch karakter hebben, zoals in de bewezenverklaring is gemeld.
De in de tenlastelegging genoemde afbeeldingen en filmbestanden waren in de periode van 30 maart 2004 tot en met 2 januari 2010 opgeslagen op de bij verdachte in beslag genomen gegevensdragers zoals hiervoor genoemd .
Verdachte heeft ter terechtzitting bekend dat hij in de periode van 30 maart 2004 tot en met 2010 te Maarssen afbeeldingen en filmbestanden die kinderporno bevatten in bezit heeft gehad. Voorts heeft hij bekend dat hij, op kleine schaal, kinderporno heeft verspreid via een chatbox.
4.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
op tijdstippen in de periode van 30 maart 2004 tot en met 2 januari 2010 te Maarssen, meermalen een groot aantal afbeeldingen, te weten 1656 afbeeldingen en 263 filmbestanden heeft verspreid, door het uitwisselen via een chatbox en/of het verzenden via e-mail, en/of in bezit gehad, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit
- het vaginaal of anaal penetreren met de penis door een volwassen man van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, nummer 4 op pagina 420 en nummer 9 op pagina 422 en nummer 16 op pagina 425 en nummer 21 op pagina 427 van het proces-verbaal en
- het betasten van de stijve penis van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt door een volwassen man, nummer 1 op pagina 419 en nummer 23 op pagina 427 en 428 van het proces-verbaal en
- het drukken van een stijve penis tegen de vagina van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, nummer 3 op pagina 420 van het proces-verbaal en
- het laten vasthouden of in de mond laten nemen van de stijve penis van een volwassen man door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, nummer 2 op pagina 419 en nummer 8 op pagina 422 en nummer 15 op pagina 424 en 425 en nummer 20 op pagina 426 en nummer 22 op pagina 427 van het proces-verbaal en
- het door een volwassen man plassen boven en op en in het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, nummer 17 op pagina 425 en nummer 19 op pagina 426 van het proces-verbaal en/of
- het houden van een stijve penis naast het gezicht/lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, terwijl op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is, nummer 6 op pagina 421 en nummer 14 op pagina 424 van het proces-verbaal en/of
- het geheel of gedeeltelijk naakt laten poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij door het camerastandpunt en/of de onnatuurlijke pose en/of de wijze van kleden van die persoon nadrukkelijk de ontblote geslachtsdelen in beeld gebracht worden, nummer 5 op pagina 420 en 421 en nummer 7 op pagina 421 en nummer 11 en 12 op pagina 423 en nummer 13 op pagina 424 van het proces-verbaal.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5 De strafbaarheid
5.1 De strafbaarheid van het feit
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert het navolgende strafbare feit op.
Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verspreiden en in bezit hebben, meermalen gepleegd.
5.2 De strafbaarheid van verdachte
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
6 De strafoplegging
6.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen gevangenisstraf van 12 maanden waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht, ook als dit een behandeling bij De Waag inhoudt.
6.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte tot een werkstraf in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf moet worden veroordeeld. Zij heeft daartoe het volgende aangevoerd. Verdachte is niet eerder met justitie in aanraking geweest en heeft zijn verantwoordelijkheid voor het delict genomen door na de doorzoeking van zijn woning zelf contact met de politie op te nemen om een verklaring af te leggen. Na het tweede verhoor van verdachte bij de politie in augustus 2010 heeft verdachte zich aangemeld bij De Waag alwaar hij individuele gesprekken heeft gevoerd en vervolgens in groepstherapie voor downloaders van kinderporno is gegaan, hetgeen momenteel nog voortduurt. Verdachte zet zich actief in voor deze behandeling. Daarnaast wenst verdachte zijn opleiding Franse taal- en letterkunde te voltooien en is hij daarover in gesprek met een decaan. Hij heeft zich aangemeld bij een buurtcomité en bij een zwemvereniging. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij bereid is mee te werken aan een meldingsgebod en een behandelverplichting, zoals door de reclassering is geadviseerd in haar rapport van 8 september 2011.
6.3 Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van de verdachte.
Wat betreft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan, heeft de rechtbank in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich gedurende een lange periode, te weten van 30 maart 2004 tot en met 2 januari 2010, schuldig gemaakt aan het verspreiden en in bezit hebben van een grote hoeveelheid kinderpornografisch materiaal, te weten 1656 afbeeldingen en 263 filmbestanden.
De rechtbank tilt er zwaar aan dat op een aantal van de bij verdachte in beslag genomen multimediabestanden te zien is dat een kind van jonger dan 1 jaar en een kind tussen 1 en 2 jaar door een volwassen man met een stijve penis anaal worden gepenetreerd. Daarnaast is op de afbeeldingen te zien dat kinderen een stijve penis van een volwassen man vasthouden en in de mond nemen, dat een volwassen man zijn stijve penis tegen een vagina van een kind aandrukt, dat een volwassen man op een kind plast, dat een volwassen man in de mond van een kind plast, dat een stijve penis van een volwassen man vlakbij het gezicht of het lichaam van een kind wordt gehouden terwijl een op sperma gelijkende substantie op het gezicht of lichaam van dat kind te zien is en dat kinderen op een zodanige manier poseren dat hun geslachtsdelen in beeld gebracht worden. De afbeeldingen betreffen jonge tot zeer jonge kinderen. De kinderen die op het kinderpornografisch materiaal te zien zijn variëren in de leeftijd van 1 maand oud tot 12 jaar oud.
Het verspreiden en in bezit hebben van kinderporno is bijzonder verwerpelijk omdat bij de vervaardiging hiervan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. Door het verzamelen en doorsturen van filmpjes en foto’s, bevattende kinderpornografisch materiaal, heeft verdachte bijgedragen aan de vraag naar kinderporno en acht de rechtbank hem medeverantwoordelijk voor het in stand houden van seksueel misbruik en de seksuele exploitatie van de kinderen die op de beelden te zien zijn.
Wat betreft de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
- de inhoud van een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 22 augustus 2011, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder strafrechtelijk is veroordeeld;
- een reclasseringsadvies betreffende de verdachte van de Reclassering Nederland van 8 september 2011, opgemaakt door M. Tijhuis, reclasseringswerker, waarin deze adviseert om een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldingsgebod en een behandelverplichting bij een forensische psychiatrische polikliniek, bij voorkeur De Waag omdat verdachte daar al in behandeling is.
Verdachte heeft zich na de doorzoeking van zijn woning bij de politie gemeld om een verklaring af te leggen over de kinderporno die in zijn woning is aangetroffen. Daarnaast is hij op advies van de politie gestart met een behandeling bij De Waag. Verdachte heeft naar eigen zeggen geen pedoseksuele neigingen en heeft er niet bij stilgestaan dat er daadwerkelijk kinderen zijn misbruikt voor de vervaardiging van het kinderpornografisch materiaal dat hij verspreidde en in bezit had. Verdachte vindt dat hij reeds voldoende is gestraft omdat hij een moeilijke periode met zijn partner heeft gehad naar aanleiding van deze strafzaak en omdat hij de afgelopen twee jaren aan zichzelf heeft gewerkt.
Verdachte kon ter terechtzitting geen antwoord geven op de vraag waarom hij een grote hoeveelheid kinderpornografisch materiaal in zijn woning heeft bewaard en zonder afschuw heeft kunnen bekijken terwijl hij volgens eigen zeggen niet opgewonden raakt van kinderporno. Verdachte weet niet of hij in therapie een antwoord op deze vraag zal vinden. Het baart de rechtbank zorgen dat verdachte hier tijdens de behandeling bij De Waag gedurende het afgelopen jaar geen inzicht in heeft kunnen verkrijgen. De rechtbank is er bovendien niet van overtuigd dat verdachte volledig is doordrongen van de ernst van het door hem begane feit. De rechtbank gaat niet mee in de stelling van de verdediging dat verdachte uit eigen beweging verantwoording heeft genomen voor het bewezen verklaarde feit, nu verdachte pas na de doorzoeking contact heeft gezocht met de politie om een verklaring af te leggen. Vervolgens heeft verdachte gewacht tot na zijn tweede verhoor bij de politie, op 18 augustus 2010, alvorens hij contact heeft opgenomen met De Waag om zich onder behandeling te laten stellen. Tijdens de terechtzitting heeft verdachte bovendien verklaard dat hij nog altijd van mening is dat er geen sprake is van een seksueel probleem waarvoor hij behandeling nodig heeft.
De rechtbank acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van 12 maanden waarvan 4 maanden voorwaardelijk passend en geboden. Ook nu verdachte in vergelijking tot de hoeveelheid kinderporno die hij in bezit heeft gehad slechts een kleine hoeveelheid kinderporno heeft verspreid via chatrooms, zoals door hem ter terechtzitting gesteld, acht de rechtbank voormelde straf gerechtvaardigd.
7 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 57, 240b van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.
8 De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verspreiden en in bezit hebben, meermalen gepleegd.
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
* omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* omdat verdachte tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens de Reclassering Nederland;
* dat verdachte zich moet houden aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde. Daartoe moet de verdachte zich binnen vijf dagen na het onherroepelijk worden van het vonnis melden bij Reclassering Nederland op het adres Vivaldiplantsoen 200 te Utrecht. Hierna moet hij zich gedurende door de reclassering bepaalde perioden blijven melden zo frequent als deze instelling dat gedurende deze perioden nodig acht;
* dat verdachte zich laat behandelen bij forensische psychiatrische polikliniek De Waag, of een soortgelijke instelling, zolang die instelling dat nodig acht;
- draagt Reclassering Nederland op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.L.C.M. Ficq, voorzitter, mr. H.A. Brouwer en mr. C.S.K. Fung Fen Chung, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.M.T. Bouwman-Everhardus, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 3 oktober 2011.