ECLI:NL:RBUTR:2011:BU6176
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering onterecht betaalde zorgtoeslag na gezamenlijke aanvraag door toeslagpartners
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 29 september 2011 uitspraak gedaan in een geschil over de terugvordering van zorgtoeslag. Eiseres, woonachtig in Duitsland, had samen met haar (voormalige) partner zorgtoeslag aangevraagd en zij hadden elkaar als toeslagpartner vermeld. Op basis van artikel 2, eerste lid, van de Wet op de zorgtoeslag kan er echter maar één aanspraak op zorgtoeslag zijn. De Belastingdienst/Toeslagen had de definitieve zorgtoeslag voor het berekeningsjaar 2008 vastgesteld op nihil en vorderde een bedrag van € 553 aan onterecht betaalde voorschotten terug van eiseres. Eiseres had hiertegen beroep ingesteld nadat haar bezwaar ongegrond was verklaard.
Tijdens de zitting op 9 september 2011 was eiseres niet aanwezig, maar de gemachtigde van de verweerder was wel aanwezig. De rechtbank overwoog dat eiseres en haar partner in 2008 als toeslagpartners waren aangemerkt en dat er op basis van de wet slechts één aanspraak op zorgtoeslag kan zijn. De rechtbank concludeerde dat de Belastingdienst terecht de voorschotten bij eiseres had teruggevorderd, omdat de partner als eerste de zorgtoeslag had aangevraagd. Eiseres had geen rechtsmiddel aangewend tegen de eerdere aanvragen, waardoor de Belastingdienst ervan uit mocht gaan dat de partner als eerste had aangevraagd.
De rechtbank verwierp ook de stelling van eiseres dat er voor haar en haar partner een afzonderlijk recht op zorgtoeslag bestond, omdat er geen wijziging was ingediend die dit recht zou onderbouwen. De rechtbank oordeelde dat de terugvordering van de voorschotten terecht was en dat het beroep van eiseres ongegrond was. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan door rechter M.N. Noorman, in aanwezigheid van griffier J.P. Wismeijer.