ECLI:NL:RBUTR:2011:BU6165
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurtoeslag en de invloed van vermogen op de toekenning
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 16 november 2011 uitspraak gedaan in een geschil over de huurtoeslag van eiseres voor het berekeningsjaar 2008. Eiseres had een bedrag van € 3.197 aan voorschotten huurtoeslag ontvangen, maar de Belastingdienst/Toeslagen had de definitieve huurtoeslag vastgesteld op nihil, omdat eiseres over een vermogen beschikte dat boven de vrijstellingsgrenzen uitkwam. De rechtbank heeft vastgesteld dat met ingang van 1 januari 2007 de wettelijke regeling omtrent huurtoeslag is gewijzigd, waarbij vermogen in Box III van de inkomstenbelasting, waaronder maatschappelijke beleggingen, groene beleggingen, sociaal-ethische beleggingen en beleggingen in durfkapitaal, nu wel meetelt bij de beoordeling van het recht op huurtoeslag.
Eiseres voerde aan dat de Belastingdienst haar onjuist had geïnformeerd over de gevolgen van haar beleggingen voor de huurtoeslag. De rechtbank oordeelde echter dat er geen wettelijke verplichting bestaat voor de Belastingdienst om de Belastingdienst/Toeslagen te informeren over de gevolgen van inkomensbestanddelen uit een aangifte inkomstenbelasting. De rechtbank benadrukte dat de definitieve vaststelling van het recht op huurtoeslag pas plaatsvindt na de definitieve aanslag inkomstenbelasting, en dat de informatievoorziening over de gewijzigde regelgeving niet voldoende was om het beroep van eiseres te honoreren.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat eiseres niet in aanmerking kwam voor huurtoeslag, omdat zij over een vermogen beschikte dat de vrijstellingsgrenzen overschreed. De rechtbank zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling en verklaarde de uitspraak openbaar.